Psychose en verslavong

Branche verkennen GGZ
Psychose, PGS

Verslaving
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Branche verkennen GGZ
Psychose, PGS

Verslaving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Kijk een halve minuut (of langer als je het volhoudt) naar het cirkeltje in het midden van de afbeelding. Kijk daarna naar de rug van je hand.
Joep denkt achtervolgd te worden door de CIA. Hij sluit zich op in zijn huis en heeft alle elektrische apparaten het huis uitgedaan omdat de CIA d.m.v. straling ook zijn gedachten kan lezen.
A
Joep heeft last van wanen
B
Joep heeft last van hallucinaties
C
Joep heeft stupor
D
Joep heeft last van afasie

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Theorie: Bij psychotische stoornissen kunnen mensen last hebben van hallucinaties.

Stelling: Hallucinaties zijn denkbeelden en overtuigingen die niet waar zijn en niet te corrigeren
A
Correct
B
Niet correct

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een psychose en PGS
A
Er is geen verschil
B
Psychose kan eenmalig zijn
C
PGS is chronisch
D
PGS is gespleten persoonlijkheid psychose niet.

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem een positief symptoom bij psychose
A
Luidruchtig
B
Grootheidswaan
C
Initiatiefverlies
D
Katatonie

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen medicatie (antipsychotica)

  • Trillen
  • Vervlakking
  • Droge mond
  • Obstipatie
  • Gewichtstoename
  • Slaperigheid
  • Beenmergbeschadiging (Clozapine)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verslavingsstoornissen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Stoornissen in of door het gebruik van een middel

Zorgvragers met een psychiatrische stoornis en stoornissen in het gebruik van middelen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is iets een verslaving?
Een onweerstaanbare behoefte om
'middelen' te gebruiken. 
Het verlangen wordt op een gegeven 
moment meer een afhankelijkheid, 
of zelfs noodzaak. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

je spreekt van verslaving als je:
- niet meer zonder een middel kunt, lichamelijk of psychisch
- steeds meer nodig hebt van een bepaald middel om hetzelfde effect te bereiken
- ontwenningsverschijnselen krijgt als je niet gebruikt.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

gebruik en misbruik
De grens tussen gebruik en misbruik ligt daar waar gebruik  het normaal dagelijks leven hindert. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stoornissen in het gebruik van een middel (verslavingsstoornis)
alcohol , cannabis , tabak
hallucinogenen: tripmiddelen (mescaline, paddenstoelen);
inhalantia: snuifmiddelen (benzine, oplosmiddelen, lijm )
opioïden (opium, morfine, codeïne, methadon, oxycodon);
hypnotica: slaapmiddelen (nitrazepam, temazepam);
anxiolytica: angstdempende middelen (oxazepam, diazepam, lorazepam);
stimulantia: stimulerende middelen (amfetamine, cocaïne, cafeïne);








Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken
Buitensporig veel meer gebruiken dan de bedoeling was.
Buitensporig veel tijd besteden aan het verkrijgen en gebruiken.
Aanhoudend problemen hebben met het minderen of beheersen van het gebruik, ondanks dat die wens aanwezig is.
Er is een voortdurende hevige hunkering (‘zucht’).
Als gevolg van het gebruik de dagelijkse verantwoordelijkheden moeilijk of niet kunnen vervullen.
Doorgaan met het gebruik ondanks gevolgen zoals sociale, interpersoonlijke, relationele, psychische of lichamelijke problemen.
Het ontwikkelen van gewenning en/of ontwenningsverschijnselen.
Gebruik  die risico met zich meebrengen voor de veiligheid van zichzelf of anderen.
* Voor een verslaving hoeven niet alle en ook niet de meeste van deze kenmerken aanwezig te zijn.









Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet-middelgerelateerde (verslavings)stoornissen
gokverslaving
seks-, internet- en gameverslaving.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

stoornissen door het gebruik van een middel
  • Intoxicatie
  • Onttrekkingssyndroom

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

verhoogd risico op gebruik
gemakkelijke verkrijgbaarheid

psychotische belevingen
stress
doelloosheid, leegte, eenzaamheid en sociaal isolement


Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

aandachtspunten/begeleiding
gesprek: open, niet veroordelende en belangstellende houding
daginvulling
voorlichting en psycho-educatie
onvoldoende vocht- en voedselinname

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VRAGEN
Vragen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies