2TL2 donderdag 29 juni 2023

Welkom!
Welkom 2TL2
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 2TL2

Slide 1 - Tekstslide

Programma van de les 2TL2
vrijdag 23 juni 2023
Programma:
  • Opening
  • Aanwezigheid
  • Lezen H3 nakijken  Bladzijde 64, 65 en verder
  • Opdracht 1 t/m 5 
  • Afsluiting 
Lesdoel:
Ik ben voorbereid op de toets

Slide 2 - Tekstslide

Allereerst...
Is iedereen aanwezig?

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Taalverzorging H3 : blz. 80/81
Taalverzorging H4: blz. 106/107
Taalverzorging H3 : blz. 84/85
Fictie + stillezen + bieb
Woordenschat H3 : blz. 76/77 enz. 2 lessen
Woordenschat H4: blz. 102/103 enz. 2 lessen
Woordenlijst meegeven + Oefentoets Woordenschat + Stillezen
Naar de bibliotheek.: Boek lenen en daar een boekopdracht over maken.
LEESV. behandelen. Deze samenvoegen met het woordenschatcijfer.
Na de meivakantie werkstuk maken… Mee aan de slag in de lessen. Werkstuk presenteren = spreekvaardigheidcijfer

Slide 4 - Tekstslide

Nakijken
Hoofdstuk 3 Lezen
Over tekstverbanden en signaalwoorden
Bladzijde 64, 65 en verder

Opdracht  1 t/m 5


Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Leesvaardigheid Hoofdstuk 3 Bladzijde 64 t/m 69
Leer de theorie op bladzijde 64.
Leer ook de theorie van Hoofdstuk 1 bladzijde 12.
Leer ook de theorie van Hoofdstuk 2 bladzijde 38.
Leer daarnaast de theorie op bladzijde 212.
Zorg dat je definities van Onderwerp en Hoofdgedachte kent.
Zorg dat je de tekstverbanden Opsomming en Tegenstelling kent en leer de signaalwoorden die bij die tekstverbanden horen.
Zorg dat je weet dat de samenhang in een tekst een tekstverband heet.

Slide 6 - Tekstslide

Tekstverbanden en signaalwoorden
In teksten hebben zinnen en alinea's met elkaar te maken. Ze houden verband met elkaar. Aan een signaalwoord zie je met welk verband je te maken hebt. Die woorden helpen je een tekst beter te begrijpen.

Slide 7 - Tekstslide

Verband: opsomming
Signaalwoorden: 
allereerst, ten eerste, ten tweede, ook (nog), bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot, ten slotte, om te beginnen

Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen, maar hij is ook een prima zwemmer. Bovendien loopt hij regelmatig hard.

Slide 8 - Tekstslide

Verband: tegenstelling
Signaalwoorden: 
maar, daarentegen, echter, toch, integendeel, hoewel, aan de ene kant...aan de andere kant

De weerman vertelde dat het vandaag mooi weer zou worden, maar het regende heel erg hard.

Slide 9 - Tekstslide

Verband: opsomming
Als een aantal zaken die bij elkaar horen  na elkaar worden genoemd.

Signaalwoorden: 
allereerst, ten eerste, ten tweede, ook (nog), bovendien, daarnaast, verder, vervolgens, tot slot, ten slotte, om te beginnen


Slide 10 - Tekstslide

Verband: tegenstelling
Zaken die elkaars tegenovergestelde zijn worden genoemd.
Signaalwoorden: 
maar, daarentegen, echter, toch, integendeel, hoewel, aan de ene kant...aan de andere kant

Slide 11 - Tekstslide