- Precies lezen om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen
- De inleiding en het slot van een tekst herkennen
- Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
- Chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen
Slide 4 - Tekstslide
Opbouw van een tekst
Slide 5 - Tekstslide
Inleiding
- Eerste deel van de tekst
- Hier wordt het onderwerp geintroduceerd
Bijvoorbeeld met een anekdote
Slide 6 - Tekstslide
Slot
- Laatste deel van een tekst
- D.m.v. conclusie, korte samenvatting
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdgedachte
Is één volledige zin die het belangrijkste samenvat wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd. Deze zin staat meestal in de inleiding of in het slot
Slide 8 - Tekstslide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 9 - Link
Tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 10 - Tekstslide
Chronologisch tekstverband
Beschrijft gebeurtenissen in de juiste volgorde
Signaalwoorden: vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen, binnenkort - ook jaartallen en data
Slide 11 - Tekstslide
Opsommend tekstverband
Worden dingen achter elkaar genoemd.
Signaalwoorden: Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, bovendien, ook, verder, ten slotte, en, ook, (liggenstreepje, dots en getallen)
Slide 12 - Tekstslide
Tegenstellend tekstverband
Worden tegenovergestelde zaken genoemd.
Signaalwoorden: maar, tegenover, daarentegen, toch, echter, hoewel, ofschoon, ondanks, aan de ene kant.... aan de andere kant.
Slide 13 - Tekstslide
Toelichtend tekstverband
Geeft extra informatie over een onderwerp, vaak in de vorm van een voorbeeld.
Signaalwoorden: Bijvoorbeeld, zo, als, zoals, denk aan, neem nou
Slide 14 - Tekstslide
nieuwnederlands.digitaal.noordhoff.nl
Slide 15 - Link
Zelfstandig doornemen
Lees de theorie (groene stukje) op blz. 12, 42, 72 & 102
Slide 16 - Tekstslide
Verwerking
Maken opdrachten in oefenboek
Nakijken opdrachten
Klaar? oefenboek, leesdossier, leesboek
Slide 17 - Tekstslide
Lesdoelen behaald?
- Precies lezen om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen
- De inleiding en het slot van een tekst herkennen
- Tekstverbanden herkennen aan signaalwoorden
- Chronologische, opsommende, tegenstellende en toelichtende verbanden in een tekst herkennen