Het hart

Kleine bloedsomloop
linkerboezem
linker longader
linker long slagader
haarvaten rechter long
1 / 32
volgende
Slide 1: Sleepvraag
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kleine bloedsomloop
linkerboezem
linker longader
linker long slagader
haarvaten rechter long

Slide 1 - Sleepvraag

Het hart
Gebruik de tekst vanaf blz. 195 van biologie voor jou om de opdrachten te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel


3.3.5 Je kunt de delen van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies.
3.3.6 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.



Slide 3 - Tekstslide


Wat is nr. 6?
1
2
3
4
5
6
A
slagader met zuurstofrijk bloed naar de bovenste holle ader
B
een ader van de kleine bloedsomloop
C
ader met zuurstofarm bloed naar de bovenste holle ader
D
een slagader van de grote bloedsomloop

Slide 4 - Quizvraag

Bekijk het volgende filmpje om te leren over de bouw van het hart

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Bestudeer de delen van het hart.
Zie daarvoor de volgende dia en de theorie van Biologie voor jou.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide


Wat zijn nr. 5 en 6?
A
5: rechter boezem 6: kransaders
B
5: rechter kamer 6: kransslagaders
C
5: linker kamer 6: kransaders
D
5: linker boezem 6: kransslagaders

Slide 9 - Quizvraag

Filmpje werking van het hart
Je kunt het volgende filmpje over de werking van het hart (in elk geval tot de helft (ca. minuut 4) bekijken.
Let op: Met systole van de hartspier wordt het samentrekken bedoeld!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Met de volgende hart-animatie kun je de delen oefenen.

Slide 12 - Tekstslide

holle ader
1
rechter boezem
2
rechter kamer
3
longslagader
3
longader
4
linkerboezem
5
linkerkamer
6
halve maanvormige kleppen (tussen linker kamer en aorta)
7
dikkere spierwand (links)
8
kleppen (tussen boezem en kamer)
9
aorta
10
kleppen (tussen boezem en kamer)
9

Slide 13 - Tekstslide

Extra oefenen?
Met de link op de volgende dia kun je de alles nog eens oefenen met een realistische afbeelding van het hart.
Je kunt ook de theorie in Biologie voor jou extra bekijken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Leerdoelen behaald?


1.  Je leert de 3 typen bloedvaten

2. Je leert welke functies en kenmerken de 3 typen bloedvaten hebben



Slide 16 - Tekstslide

Drie type bloedvaten





1 ader                        2 haarvaten                 3 slagader

Slide 17 - Tekstslide

in de haarvaten opgenomen afvalstoffen worden van het hart afgevoerd door de kransaders.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Welke ader zorgt voor toevoer van zuurstof en voedingsstoffen naar het hart?
A
De kransader
B
De kransslagader
C
De holle ader
D
De longader

Slide 19 - Quizvraag


Drie soorten bloedvaten
Door je bloedvaten stroomt het bloed naar al je cellen in je lichaam.
Er zijn 3 soorten bloedvaten:
- slagaders  : transport bloed van hart af
- haarvaten : dunne bloedvaatjes in al je 
                     organen
- aders        : transport bloed naar het hart 
                     toe

Kransslagaders voorzien het hart van zuurstof en voedingsstoffen, kransaders voeren afvalstoffen, waaronder koolstofdioxide af.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide


Slagaders
Het hart pompt bloed de slagaders in. Dat gaat met behoorlijk wat kracht. Het bloed drukt daardoor hard tegen de wand van een slagader aan. Daarom is de bloeddruk in de slagaders hoog. Gelukkig zijn de wanden van de slagaders dik, stevig en elastisch. Ze kunnen die druk wel hebben.
De slagaders liggen meestal diep in je lichaam waardoor ze goed beschermd zijn. Als een slagader stuk gaat, ontstaat er door de hoge bloeddruk veel bloed veel bloedverlies.
- lopen van het hart af.
- hebben een gespierde wand
- de bloeddruk is hoog
- liggen vaak diep in het lichaam

Slide 22 - Tekstslide

Aders
Door de aders stroomt het bloed van de organen weg terug naar het hart. Het hart zuigt het bloed in de aders naar zich toe.

- lopen naar het hart toe
- de bloeddruk is laag
- de wanden zijn minder gespierd dan bij de 
  slagaders
- liggen minder diep in je lichaam dan de
  slagaders
- bevatten vaak aderkleppen

Aderkleppen zorgen ervoor dat het bloed in de aders niet terugstroomt naar de organen.

Slide 23 - Tekstslide

Tekst
Slagaders
Haarvaten
Aders
Gespierde wand
1 cellaag dik
Dunne wand, weinig gespierd
Vervoert bloed van hart af
Heeft kleppen
Hier is gaswisseling

Slide 24 - Sleepvraag

Door welke bloedvaten stroomt het bloed vanuit je lichaam terug naar het hart?
A
Aders
B
Haarvaten
C
Slagaders
D
De aorta

Slide 25 - Quizvraag

Welk soort bloedvat is hiernaast afgebeeld?
A
slagaders
B
haarvaten
C
aders
D
de aorta

Slide 26 - Quizvraag

Wat is waar?
1. Hartkleppen voorkomen dat het bloed terug stroomt in de kamers
2. Halvemaanvormige kleppen zorgen dat het bloed niet terug stroomt in de kamers.
A
1 en 2 zijn juist
B
1 en 2 zijn onjuist
C
1: juist 2: onjuist
D
1: onjuist 2: juist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Uit welke fasen bestaat de hartslag?

Slide 29 - Open vraag

aorta
longslagader
rechterboezem
linkerboezem
longader
linkerkamer
halvemaanvormige kleppen
halve maanvormige kleppen
rechterkamer
rechter hartkleppen
linker hartkleppen
harttussenwand
onderste holle ader
kransader
bovenste holle ader

Slide 30 - Sleepvraag

Sleep bij de volgende afbeelding de juiste namen naar de nummers!

Slide 31 - Tekstslide

Leerdoel
Op een overzicht kun je aangeven wat je hebt behaald na deze les.

Slide 32 - Tekstslide