Hoofdstuk 5

Hoofdstuk 6
Ontwikkelingslanden 
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6
Ontwikkelingslanden 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 6.1

  1. Hoe de welvaart van een land meestal wordt berekend
  2. Wat nog meer van invloed is op de welvaart van een land
  3. Hoe je de inkomensverdeling van landen kunt vergelijken
  4. Waarom er bij armoede vaak sprake is van een vicieuze cirkel

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe de welvaart van een land MEESTAL wordt berekend?
A
Door het nationaal inkomen te berekenen.
B
D.m.v. de Lorenzcurve.
C
Door het inkomen per hoofd van de bevolking te berekenen.
D
Door te kijken naar de koopkracht.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zuid-Afrika heeft 57 miljoen inwoners.
Het nationaal inkomen is € 614 miljard. Bereken het inkomen per hoofd van de bevolking. Rond af op een heel bedrag.

Slide 4 - Open vraag

614.000.000.000
57.000.000

614.000 : 57 = € 10.772
Wat heeft naast,
het inkomen per hoofd van de bevolking,
nog meer invloed op de welvaart van een land?
A
De aanwezigheid van voldoende collectieve voorzieningen.
B
De hoogte van de prijzen in een land.
C
De hoogte van het nationaal inkomen van een land.
D
De omvang van de formele productie in een land.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was er fout aan dit antwoord?
De omvang van de formele productie van een land.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke lorenzcurves kunnen bij een ontwikkelingsland horen?
A
Curve A en B
B
Curve A en C
C
Curve B en C

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat geeft een Lorenzcurve weer?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Een slechte gezondheid van de bevolking kan een land in een vicieuze cirkel houden. Zet de stappen in de juiste volgorde.

1 slechte gezondheid - 2 weinig inkomsten - 3 lage arbeidsproductiviteit - 4 weinig productie - 5 geen geld voor gezondheidszorg

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
- Afmaken herhalingsopdrachten blz. 220 + 221

Daarna
- Maken rekenen blz. 224 + 225
of verder met de praktische opdracht zie Teams


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welvaart is meer dan inkomen... 
  1. Hoe groot in de informele productie?
  2. Zijn er genoeg collectieve voorzieningen? 
  3. Wat is de koopkracht van het inkomen?
  4. Is er sprake van een gelijke of ongelijke inkomensverdeling?

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beperkt welvaart moet over meer mensen verdeeld worden.
A
Hoge schulden
B
Slechte infrastructuur
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Westerse protectiemaatregelen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Landen zijn veel geld kwijt aan de rentelasten.
A
Hoge schulden
B
Slechte infrastructuur
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Westerse protectiemaatregelen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vervoer en communicatie zijn moeilijk.
A
Hoge schulden
B
Slechte infrastructuur
C
Snelle bevolkingsgroei
D
Westerse protectiemaatregelen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Nederland heeft als een belangrijke landbouwexporteur een monocultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een mislukte oogst is nadelig voor een land met een monocultuur.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Landen met een monocultuur hebben vaak lage exportinkomsten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe komt het dat landen met een monocultuur vaak lage exportinkomsten hebben?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


A

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies