Begeleiden: functieleer

Begeleiden
Menselijk kunnen: niet iedereen kan hetzelfde
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Begeleiden
Menselijk kunnen: niet iedereen kan hetzelfde

Slide 1 - Tekstslide

Functieleer
Wat mensen doen en laten, hangt samen met de mogelijkheden die ze hebben. Mensen verschillen daarin.
Het onderdeel binnen de psychologie dat zich speciaal bezighoudt met deze mogelijkheden en beperkingen van de mens, is de functieleer. 
Functieleer gaat over cognitie, waarneming, emotie en motivatie.

Slide 2 - Tekstslide

Waarneming

Slide 3 - Tekstslide

Waarneming
ZINTUIGEN
Hangt ook af van
* kwaliteit van zintuigen
* aard van de prikkel
* psychische toestand van de waarnemer
* persoon van de waarnemer

Slide 4 - Tekstslide

Kwaliteit van zintuigen
ouderdom, ziekte, schade, beperkingen, voedingspatroon
chronisch of tijdelijk (bv moe, alcoholgebruik, medicatie)
grenzen aan zintuigen
Verminderde gevoeligheid voor bv warmte en koude (prikkeldrempel)

Slide 5 - Tekstslide

Aard vd prikkel
Iets valt pas op als het eruit springt.

Slide 6 - Tekstslide

Psychische toestand
Hoe voel je je?
Welke behoefte heb je?

Pijn, thuissituatie, stress, etc.

Verwachting

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Persoon
concentratie, aandacht, interesse, kennis, ervaring, behoefte en verwachtingen
waarden, normen

Slide 9 - Tekstslide

Cognitie

Slide 10 - Tekstslide

Cognitie
cognitie: het vermogen van de mens om zich dingen te herinneren, om te denken en te begrijpen

Slide 11 - Tekstslide

GEHEUGEN
zintuiglijk geheugen (geuren, beelden, etc.)
werkgeheugen (korte termijngeheugen, informatie opslaan)
semantisch geheugen (begrippen, wooden, regels, etc.)
stille geheugen (= automatisch geheugen)
autobiografisch geheugen (persoonlijke herinneringen)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Emotie

Slide 14 - Tekstslide

Emotie
emotie = innerlijke beleving, gevoel

4 basisemoties: 
Blij.
Bang.
Boos.
Bedroefd.

Slide 15 - Tekstslide

Emoties
Hoe heviger de emotie, hoe merkbaarder in het lichaam en in het gedrag.

Aangeboren - Aangeleerd

Slide 16 - Tekstslide

Motivatie

Slide 17 - Tekstslide

Motivatie
Motivatie = de prikkel die mensen ertoe beweegt iets te doen of na te streven.

WAAROM?
- aangeboren, instinctmatig
- tekortbehoeften
- streven naar het prettige

Slide 18 - Tekstslide

Motivatie
van binnenuit - van buitenaf
intrinsiek - extrinsiek

Piramide van Maslow:
* ieder mens heeft bepaalde behoeften
* ieder mens streeft ernaar deze behoeften te vervullen
* eerste noodzakelijke behoeften, daarna andere behoeften

Slide 19 - Tekstslide

Emma gaat zwemmen, want daarna voelt ze zich heerlijk ontspannen.
A
intrinsieke motivatie
B
extrinsieke motivatie

Slide 20 - Quizvraag

Pim leert goed voor de toets, want hij vindt het belangrijk een goed cijfer te halen.
A
intrinsieke motivatie
B
extrinsieke motivatie

Slide 21 - Quizvraag

Als Jort zijn zwemdiploma haalt, krijgt hij een cadeau van zijn ouders.
A
intrinsieke motivatie
B
extrinsieke motivatie

Slide 22 - Quizvraag

Manon werk wat harder want ze wil graag een hogere functie waar ze meer loon krijgt.
A
intrinsieke motivatie
B
extrinsieke motivatie

Slide 23 - Quizvraag

Dirk eet een appel, want hij heeft honger
A
intrinsieke motivatie
B
extrinsieke motivatie

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

Wil
sterke wil - zwakke wil
vrije wil
verslavingen en obsessies

Slide 26 - Tekstslide