Onze taal verandert nog steeds. Woorden verdwijnen, maar er komen ook nieuwe woorden bij. We bedenken nieuwe woorden zelf of we lenen ze van andere talen.
Leenwoorden
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Komen uit de Engelse en Franse taal. Denk aan woorden als restaurant, lipstick, croissant of deleten.
De meeste woorden die we overnemen, worden aangepast aan ons eigen spellingsysteem. En dat ziet er soms een beetje gek uit op papier.
Maar de meeste leenwoorden
Slide 8 - Tekstslide
Spellen we bij samenstellingen aan elkaar: Voice+mail = voicemail, late+night+show = latenightshow. Maarrr wordt de combinatie als woordgroep, zet je ze los: low budget.
Is het rechterdeel van de samenstelling een voorzetsel? Plaats een koppelteken: time-out,all-in.
Engelse leenwoorden
Slide 9 - Tekstslide
Zijn wat lastiger.
Accent aigu Café, rosé
Accent grave Caissière, crème
Accent circonflexe (dakje) Enquête, crème fraîche
Franse
Leenwoorden
Slide 10 - Tekstslide
Het ... van de toets was veel te hoog en ik was ook nog eens mijn ... vergeten.
A
nivo, étui
B
nivo, etui
C
niveau, étui
D
niveau, etui
Slide 11 - Quizvraag
Mijn buurman eet welke ochtend een hele ... met een laagje ...
A
bagette, creme fresh
B
baguet, crème fraîche
C
baguette, crème fraîche
D
baguette, creme fraîche
Slide 12 - Quizvraag
Spelling H2:
Opdracht 1 en 2
Even oefenen
Engelse en Franse leenwoorden
Slide 13 - Tekstslide
Je vragen over Spelling H1 zijn beantwoord.
Je kunt de meest voorkomende Engelse en Franse leenwoorden correct spellen.