Zenuwstelsel

Het zenuwstelsel
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Functies zenuwstelsel
  1. Verwerken van de impulsen die van de zintuigen afkomen
  2. Regelen van de werking van spieren en klieren 

Slide 3 - Tekstslide

Hersenen en zintuigen
Je hebt je hersenen nodig om na te denken en je zintuigen om te weten wat er om je heen gebeurd.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Centrale zenuwstelsel 

Slide 6 - Tekstslide

De hersenen

Slide 7 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
  1. Zintuigen vangen de prikkels op
  2. Zintuigcellen zetten deze om in impulsen 
  3. Impulsen gaan via de zenuwen naar het ruggenmerg
  4. Ruggenmerg naar de hersenen
  5. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn

Slide 8 - Tekstslide

Werking zenuwstelsel
6. De hersenen verwerken de impulsen wat zorgt voor bewustzijn
7. De impulsen gaan via de zenuwen naar de spieren en klieren 
8. De spieren en klieren zorgen voor bepaalde reactie 

Slide 9 - Tekstslide

Perifeer zenuwstelsel (PZS)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Zenuwbanen

Slide 12 - Tekstslide

Zintuigen 
Groepjes 
1. Reuk 
2. Smaak
3. Warmte 
4. Koude
5. Tast
6. Druk 
7. Pijn zintuigen 

Slide 13 - Tekstslide

Smaakzintuig 
In de tong liggen smaakknopjes
Deze bevatten smaakzintuigcellen
Er zijn maar 5 soorten smaakzintuigcellen:
zoet, zuur, zout, bitter, umami
De smaakzintuigcellen geven een impuls door via de zenuwen naar de hersenen

Slide 14 - Tekstslide

Welke prikkel hoort bij het zintuig?
licht
geluid
geur
druk/tast/warmte/kou/pijn
smaak
oog
oor
huid
neus
tong

Slide 15 - Sleepvraag

Zintuigcellen
In de zintuigen zitten zintuigcellen.

De zintuigcellen maken een elektrisch schokje aan bij een prikkel dit noemen we een impuls

Slide 16 - Tekstslide

Prikkels en impulsen
Een prikkel is een berichtje (uit de omgeving) dat wordt opgevangen in een zintuig.

In je zintuig wordt zo'n prikkel omgezet in een elektrisch stroompje, dat noem je een impuls

Slide 17 - Tekstslide

Impulsen
Impulsen zijn elektrische stroompjes
die van een zintuig naar de hersenen
gaan.


Slide 18 - Tekstslide

Impulsen
Impulsen gaan ook van de hersenen
naar een spier of een klier.
Zo kan je reageren op een waarneming.


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 22 - Quizvraag

Een impuls is?
A
een elektrisch stroompje
B
een berichtje uit je omgeving

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Anatomisch zenuwstelsel
B
Perifeer zenuwstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
Autonoom zenuwstelsel

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

anatomie van de huid

Slide 27 - Tekstslide

De huid
  • Bescherming
  • Handhaving lichaamstemp
  • Uitscheiding
  • Waarneming
  • Aanmaak vit D

Slide 28 - Tekstslide

Bescherming
  • Bescherming is een belangrijke functie
  • Tegen schadelijke invloeden van buitenaf, maar ook water- en warmteverlies uit lichaam zelf

Slide 29 - Tekstslide

Temperatuurregulatie
Huid en onderhuidse bindweefsel vormen een warmte-isolerende laag
Lichaamstemperatuur omhoog => via huid afkoeling

Slide 30 - Tekstslide

Uitscheiding
  • Uitscheiding van water en bepaalde zouten
  • Transpireren staat i.v.m. warmteregulatie

Slide 31 - Tekstslide

Waarneming
  • Verschillende zintuigcellen in de huid
  • Ondersteunt beschermende functie

Slide 32 - Tekstslide

vitaminen D
  • Onder invloed van ultraviolette straling wordt voorstadium vit D gemaakt
  • Wordt in de lever omgezet in vit D

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Opperhuid (epidermis)
Functie:
  • weerstand bieden aan invloeden van buitenaf
  • Slijtfunctie (afgestorven cellen)
  • Binnenuit nieuwe cellen
  • 28 dagen
  • Geen doorbloeding/lymfevaten
  • Lederhuid voorziet opperhuid van O2 + voedingsstoffen

Slide 35 - Tekstslide

Waar bevinden de lagen zich in de huid 
(van boven naar beneden)
  1. Hoornlaag
  2. heldere laag
  3. korrellaag
  4. stekelcellenlaag
  5. kiemlaag

Slide 36 - Tekstslide

5 Kiemlaag
  • diep gelegen in de opperhuid
  • bevat veel stamcellen
  • worden steeds nieuwe cellen gevormd
  • pigmentcellen (melanocyten) vormen melanine

Slide 37 - Tekstslide

4 Stekelcellen- Korrel en Heldere laag
  • nieuwe opperhuidcellen komen in de stekelcellenlaag
  • 3 korrellaag cellen die hoornstof maken (hard,waterbestendig eiwit)
  • 2 heldere laag cellen plat, bevatten veel hoornstof. (afsterven)

Slide 38 - Tekstslide

1 Hoornlaag
  • platte dode cellen vol hoornstof
  • slijt door aanraking, druk en  wrijving
  • eelt verdikking ontstaat door wrijving 

Slide 39 - Tekstslide

Lederhuid (dermis)
  • reticulaire laag
  • papilaire laag

    Slide 40 - Tekstslide

    reticulaire laag
    (onregelmatige laag van bindweefsel)
    • onderste laag van bindweefsel
    • collageen vezels 
    • huid is daardoor rekbaar
    • splijtrichting

    Slide 41 - Tekstslide

    Talgklieren
    trosvormig
    wordt gevormd door de opperhuid
    Functie: 
    huid en haar soepel en vettig uitdroging tegen
    beschermd tegen micro-organismen

    Slide 42 - Tekstslide

    Zweetklieren
    In lederhuid, gevormd door opperhuid
    2-3.000.000 zweetklieren per lichaam
    750 ml vocht per etmaal
    Zo wordt warmte aan het lichaam onttrokken
    Uitscheiding van zweet = transpiratie
    Bestaat voor 99% uit water. 1% zouten en zuren
    Externe secretie, dus exocriene klier

    Slide 43 - Tekstslide


    Welke laag van de huid word aangegeven met de oranje pijl
    A
    Cutis
    B
    Dermis
    C
    Epidermis
    D
    Subcutis

    Slide 44 - Quizvraag

    De huidlagen van buiten naar binnen
    A
    opperhuid, onderhuids bindweefsel, lederhuid
    B
    lederhuid, opperhuid, onderhuidsbindweefsel
    C
    opperhuid, lederhuid, onderhuidsbindweefsel
    D
    lederhuid, onderhuids bindweefsel, opperhuid

    Slide 45 - Quizvraag

    Wat doet de hoornlaag?
    A
    Beschermt de huid tegen uitdrogen
    B
    Maakt nieuwe cellen aan
    C
    Bevat waarnemingszintuigen
    D
    Beschermt de huid tegen beschadiging

    Slide 46 - Quizvraag

    Slide 47 - Video