BVVJ 6.4 Zenuwstelsel

Het zenuwstelsel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Leerdoelen 'Het zenuwstelsel'
Theorie KGT 6.4 en BK 6.5
Aan de slag
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Uit welke lagen bestaat de opperhuid?
A
Lederhuid en Hoornlaag
B
Kiemlaag en Lederhuid
C
Lederhuid en Opperhuid
D
Hoornlaag en Kiemlaag

Slide 3 - Quizvraag

In welk gedeelte van de huid liggen de zintuigcellen?
A
Kiemlaag
B
Lederhuid
C
Opperhuid
D
Hoornlaag

Slide 4 - Quizvraag

In welk gedeelte van het oor liggen de zintuigcellen?
A
Slakkenhuis
B
Trommelvlies
C
Gehoorbeentjes
D
Buis van Eustachius

Slide 5 - Quizvraag


Geluid komt je oor binnen. In welk rijtje staan de onderdelen die het geluid tegenkomt in de juiste volgorde?
A
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
B
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis.
C
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
D
Gehoorgang - gehoorbeentjes - slakkenhuis - trommelvlies

Slide 6 - Quizvraag

Wat verbind de trommelholte met de keelholte?
A
Slakkenhuis
B
Gehoorgang
C
Buis van Eustachius
D
Oorschelp

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de functie van het netvlies?
A
Het geeft bescherming aan het oog
B
Het vangt lichtprikkels op en zet deze om in impulsen
C
Het geleidt de impulsen naar de hersenen
D
Hierdoor lopen de bloedvaten van het oog

Slide 8 - Quizvraag

Wat in het oog zorgt ervoor dat je scherp kan zien?
A
Pupil
B
Iris
C
Oogzenuw
D
Lens

Slide 9 - Quizvraag

Impuls
Hersenen
Zintuig
Prikkel

Slide 10 - Sleepvraag

wat doen de hersenen met de impuls?

Slide 11 - Woordweb

Leerdoel
KGT: 
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

BK:
Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat
(leerdoelen over gedrag de volgende les)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Bouw zenuwstelsel

  • Centrale zenuwstelsel (CZ): hersenen en ruggenmerg.

  • Zenuwen:
    Verbinden CZ met alle lichaamsdelen.

Slide 14 - Tekstslide

Ruggenmerg
 
-Zintuigcellen in romp en ledematen zijn met het ruggenmerg verbonden door de zenuwen

- Impulsen gaan via zenuwen in het ruggenmerg naar de hersenen

- Zintuigcellen in je hoofd en hals zijn direct met je hersenen verbonden (impulsen hoeven niet langs ruggenmerg)
- Het ruggemerg loopt door de wervels van de wervelkolom

Slide 15 - Tekstslide

Functie zenuwstelsel

• verwerken van de impulsen die van de zintuigen af komen

• regelen van de werking van spieren en klieren

Slide 16 - Tekstslide

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan nieuwe impulsen in je hersenen.

Die impulsen gaan naar je spieren en klieren.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Een reactie op een prikkel noemen we een respons.

Slide 19 - Tekstslide

De prikkel wordt in een zintuigcel omgezet tot een impuls.
F
De impuls wordt via een zenuw naar het ruggenmerg geleid.
C
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de hersenen geleid.
A
De impulsen worden in de hersenen verwerkt. Je wordt je bewust van de stekende wesp.
G
In de hersenen ontstaan nieuwe impulsen om het lichaam aan te sturen.
B
De impuls wordt via het ruggenmerg naar de spier geleid.
E
De impuls komt via een zenuw aan bij een spier. De spier zal samentrekken, waardoor de arm beweegt.
D

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is hier de respons?

Slide 21 - Tekstslide

Sleep de juiste namen naar de juiste doelen.
Prikkel
Zintuig
Impuls
Spier
Hersenen
Impuls

Slide 22 - Sleepvraag

Zenuw(cellen)
Cellichaam ligt in of vlakbij centrale zenuwstelsel (ruggenmerg en hersenen)

Uitlopers: geleiden impulsen naar het cellichaam toe of af.

Alle uitlopers liggen bij elkaar = zenuw

Tussen de uitlopers isolatielaagje: geleiding
Om de zenuw ligt een laag bescherming

Slide 23 - Tekstslide

Zenuw

Slide 24 - Tekstslide

Aan de slag

Maken en nakijken/ verbeteren:
KGT: 6.4 'Het zenuwstelsel'
BK: 6.5 'Gedrag' opdracht 1 t/m 3

Klaar? Maak online test-jezelf

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoel
KGT: 
Je kunt de bouw en functies van het zenuwstelsel beschrijven.

BK:
Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat
(leerdoelen over gedrag de volgende les)

Slide 26 - Tekstslide

Geef de onderdelen van het centrale zenuwstelsel
A
Hersenen, ruggenmerg, zenuwen
B
Hersenen, ruggenmerg
C
Hersenen

Slide 27 - Quizvraag

Zintuigen zetten prikkels om in impuls
Zenuwen sturen impuls naar hersenen
Bewust van de prikkel, hersenen nemen beslissing
Hersenen sturen impuls naar zenuwen
Lichaam reageert op prikkel

Slide 28 - Sleepvraag

Afsluiten
Hoe ging de les
Huiswerk: KGT 6.4, BK 6.5 opdr. 1 t/m 3
Volgende keer: Gedrag

Slide 29 - Tekstslide

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en zenuwen.

Centrale zenuwstelsel:
Hersenen + ruggenmerg (bestaat uit zenuwen)

Zenuwen: verbinden het centrale zenuwstelsel met alle lichaamsdelen

Slide 30 - Tekstslide

Werking van zenuwstelsel
In de huid worden warmtprikkels omgezet tot impulsen in de warmtezintuigcellen.
1
De impulsen worden via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel geleid.
2
De impulsen komen via de zenuwen in het ruggenmerg. Vanuit hier gaan ze door naar de hersenen.
3
In de hersenen komen de impulsen aan. Hier wordt je je bewust van de warmte.
4

Slide 31 - Tekstslide

Functies van het zenuwstelsel
Als je je bewust wordt van dingen die je waarneemt, kun je ook bewust reageren. Er ontstaan dan impulsen in je hersenen.
Er ontstaan impulsen in je hersenen.
1
De impulsen worden van de hersenen door zenuwen naar spieren in de arm geleid. Hierdoor kan de spier samentrekken (bewegen van de arm)
2
Er kunnen ook impulsen van de hersenen door zenuwen naar klieren (bijv. speekselklieren) worden geleid. Hierdoor wordt er speeksel aangemaakt.
3
Een klier is een orgaan dat bepaalde stoffen produceert, bijv. zweetklieren, talgklieren en speekselklieren.

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Hoe kan ik nog slimmer worden?
Kun je makkelijk de leerdoelen uitleggen en heb je een goede score voor de test jezelf 5.4 Zenuwstelsel? Hieronder een interessant filmpje:

Slide 34 - Tekstslide