Leenwoorden Blok 3

Leenwoorden
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Leenwoorden

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

Wat zijn leenwoorden? 
Uit welke talen komen onze leenwoorden?



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leenwoorden
In de straattaal zien we veel nieuwe woorden, maar ook veel woorden die we uit andere talen halen. We noemen die woorden leenwoorden.

Ook in onze standaardtaal gebruiken we leenwoorden.
Is dit nieuw? 
Is dit typisch Nederlands?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke woorden uit het
Engels gebruiken wij?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke talen hebben wij
veel woorden geleend?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Engelse leenwoorden
Franse leenwoorden

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een leenwoord?
A
Een woord dat uit een vreemde taal is overgenomen.
B
Een woord met een bijzondere betekenis.
C
Een woord waarvan de betekenis vergeten is.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leenwoorden
  • Engelse leenwoorden
  • Franse leenwoorden
  •  Latijnse leenwoorden
  •  Duitse leenwoorden


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Engelse leenwoorden
Bijvoorbeeld: 
Online
 Poncho 
Penalty
Stand-by 
Lay-out

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse leenwoorden

Slide 11 - Tekstslide

Bron uitleg.
Leenwoorden (I)

We gebruiken in het Nederlands veel woorden die oorspronkelijk uit het Latijn komen. Deze woorden hebben een afwijkende meervoudsvorm.
Voorbeeld:

museum - musea
centrum - centra
datum - data

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een Duits leenwoord...

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken je Duitse leenwoorden?
  • ...
  • einzelgänger 
  • überhaupt 
  • bühne 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ENGELSE LEENWOORDEN

GEEN
ENGELSE LEENWOORDEN

Slide 15 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Frans leenwoord
Geen Frans leenwoord
diner
privacy
e-mail
confetti
croissant
chique
trottoir
bouillon
sale
paella

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Komen de leenwoorden uit het Engels of uit het Frans?
FRANS
ENGELS
DUITS
maillot
première
lipstick
sandwich
mayonaise
controle
schnitzel
bockbier
abseilen

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

dagboek op internet
electronische post
kletsen op internet
op internet zetten
persoonlijke vrijheid
persoonsbeschrijving
blog
chatten
e-mail
posten
privacy
profiel

Slide 18 - Sleepvraag

De leerlingen zetten de leenwoorden bij de juiste omschrijvingen.

Bron: ‘Lees mee >> NT2’ - F. van der Maden en D. Pijpker (Diataal & Edutekst 2016), p 141.

Wat is de oorsprong van het leenwoord?
Duits
Frans
Engels
Arabisch
Überhaupt
Medaille
Deleten
Suiker

Slide 19 - Sleepvraag

Suiker = afkomstig van het Arabische sukkar, dat weer is afgeleid van het Sanskriet śarkarā. De kruisvaarders waren in de twaalfde eeuw de eerste Europeanen die suiker meenamen uit het Midden-Oosten. Via Italiaanse havens kwam het woord in bijvoorbeeld het Italiaans terecht als zuccaro, in het Nederlands kennen we het zoete product als suiker.
opdracht
bladzijde 104
maken:
opdracht 17
18
20

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom spreken jongeren straattaal?
  • Het is een codetaal     
  • Het zorgt voor verbondenheid,                                                       maar kan ook mensen uitsluiten
  • Je toont bij welke groep je sociaal en geografisch hoort 
  • Leuke manier om met taal te spelen-> straattaal kent geen regels -> heeft een hoog 'do it yourself' gehalte

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Straattaal:
Wat is een ''waggie''?
A
Auto
B
Poging
C
Snoepje
D
Iemand aan zijn onderbroek ophangen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

'Vriend' in straattaal is?
A
Sahbi
B
Habibi
C
Mattie
D
Yemmesh

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf drie leenwoorden op

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies