In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat
- het interbellum is
- de afspraken van de Vrede van Versailles waren
- hoe er een hyperinflatie ontstond
Ken ik de begrippen:
- dolkstootlegende
- Vrede van Versailles
- republiek van Weimar
- hyperinflatie
- dawesplan
Slide 2 - Tekstslide
Het Interbellum
Slide 3 - Tekstslide
Het interbellum:
inter betekent tussen en bellum oorlogen
Slide 4 - Tekstslide
Werd de naam interbellum vóór of na de Tweede Wereldoorlog verzonnen?
A
Voor
B
Na
Slide 5 - Quizvraag
In welk jaar eindigde de Eerste Wereldoorlog?
A
1916
B
1917
C
1918
D
1919
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Welke keizer vluchtte toen naar Nederland?
A
Die van Frankrijk
B
Die van Italië
C
Die van Engeland
D
Die van Duitsland
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Hoe gaat het met Europa?
Na de Eerste Wereldoorlog ligt een groot deel van Europa in puin. Vooral in Duitsland is het chaos.
Duitsland was bestempeld als schuldige van de oorlog en moest betalen
Slide 12 - Tekstslide
De eerste jaren na de oorlog
Duitsland heeft het de eerste jaren na de oorlog loodzwaar
In januari 1923 wordt duidelijk dat Duitsland niet meer kan betalen aan de geallieerden
Frankrijk en België bezetten het Ruhrgebied
Slide 13 - Tekstslide
Duitsland (Republiek van Weimar)
1870 tot 1918 een keizerrijk
Vanaf 1918 tot 1933 heet dit de republiek van Weimar
De Republiek van Weimar is niet populair onder het volk
Veel gevechten op straat
Slide 14 - Tekstslide
Duitsland (Republiek van Weimar)
Duitsland wordt zwaar gestraft
Veel werkloosheid
emotionele schade van de oorlog
Slide 15 - Tekstslide
De Fransen in het Ruhrgebied
De Fransen en Belgen bezetten het Ruhrgebied en halen daar grondstoffen weg. Waarom zouden ze dat doen?
De arbeiders in Duitsland weigeren te werken, ze staken dus
De Duitse regering wil deze mensen wel blijven betalen
Hoe kan dat?
Slide 16 - Tekstslide
De bezetting van het Ruhrgebied
De stakende arbeiders krijgen van de overheid wel betaald
De overheid drukt extra geld bij om dit te betalen
gevolg: hyperinflatie
Met hetzelfde geld kan men minder kopen
Slide 17 - Tekstslide
0
Slide 18 - Video
Voorbeeld hyperinflatie
Prijs van een kilo brood: Aantal Reichsmarken:
April 1923: 4
Augustus 1923: 163
November 1923: 201.000.000.000
Slide 19 - Tekstslide
1
2
3
4
De Vrede van Versailles
Duitsland drukt geld bij
Frankrijkvalt het Rührgebied binnen
Hyperinflatie in Duitsland
Slide 20 - Sleepvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Lesdoelen
Ik ken 3 dictaturen uit het interbellum
Ik ken de term 'roaring twenties'
Ik ken de oorzaken van de crisis van 1929
Ik weet hoe Duitsland met de crisis omging
Slide 23 - Tekstslide
Het Interbellum
Slide 24 - Tekstslide
Italië
Mussolini komt hier in 1922 aan de macht
Hij maakt van Italië een fascistisch land (fascisme)
Hij is tegen democratie en pakt iedereen aan die anders denkt dan Il Duce
Slide 25 - Tekstslide
Sovjet-Unie (Rusland)
Stalin maakt in 1925 van de Sovjet-Unie een communistische dictatuur
In het communisme is alles van de overheid en is iedereen gelijk
Slide 26 - Tekstslide
Propaganda = reclame maken voor de leider en zijn ideeën.
Slide 27 - Tekstslide
Gulag
Wie anders dacht dat Stalin, moest werken in de Gulag: een speciaal werkkamp
Je leefde meestal niet lang meer als je naar de Gulag werd gestuurd
Slide 28 - Tekstslide
3 dictaturen
Sovjet Unie (v.a. 1917)
Italie (v.a. 1922)
Duitsland (v.a. 1933)
Dictatuur is een land waar 1 iemand of een klein groepje mensen de baas is. In een dictatuur is geen vrijheid van meningsuiting. Er wordt veel geweld gebruikt.
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
1924
Slide 31 - Tekstslide
Het Dawesplan: 1923
Amerika leent geld aan Duitsland
Duitsland gebruikt dat geld om haar economie op te bouwen
Duitsland betaalt herstelbetalingen aan Frankrijk en Engeland
Frankrijk en Engeland betalen hun schulden af aan Amerika