Grammatica (1)
Welke zinsdelen ken je allemaal?
1 / 15
Onderdelen in deze les
Welke zinsdelen ken je allemaal?
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Tekstslide
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 3 - Open vraag
Welke vraag stel je om het onderwerp te vinden in de zin?
Slide 4 - Open vraag
Welke vraag stel je om het lijdend voorwerp te vinden?
Slide 5 - Open vraag
Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 6 - Open vraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
onderwerp
ww-gezegde
lijdend vw
meewerkend vw
Marjan
had
een mooi gedicht
voor haar opa
geschreven.
Slide 7 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
onderwerp
ww-gezegde
lijdend vw
meewerkend vw
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.
Slide 8 - Sleepvraag
Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
meewerkend vw
Zin:
onderwerp
ww-gezegde
lijdend vw
meewerkend vw
De ober
heeft
de jas
aan de klant
gegeven.
Slide 9 - Sleepvraag
Welke woordsoorten ken je?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
lidwoord
voorzetsel
Hij
zet
zijn
tas
voor
de
kast.
Slide 13 - Sleepvraag
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
lidwoord
voorzetsel
zijn
fiets.
staat
Achter
de
schuur
Slide 14 - Sleepvraag
persoonlijk vnw
bezittelijk vnw
lidwoord
voorzetsel
mijn
daar.
rijdt
Zij
Een
vrouw
heeft
pakket
in
haar
auto.
