Les 3 Politiek

POLITIEK les 3
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

POLITIEK les 3

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van deze week
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland een indirecte democratie is. (3.1)
  • Je kent het verschil tussen links en rechts in de politiek. (3.2)
  • Je begrijpt waarom compromissen moeten worden gesloten in de politiek (3.2)
  • Je kent de drie grote politieke stromingen en weet waar ze voor staan (3.3)
  • Je weet waarom Nederland een verzorgingsstaat is (H8.6!)
  • Je kunt een koppeling maken tussen bovenstaande leerdoelen en de PO Politiek.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les
  • Lesopening: nieuwsquiz! 5 vragen
  • Terugblik vorige les
  • Politieke stromingen
  • Verzorgingsstaat
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide


1. Wat heeft minister Slob besloten over de centrale eindexamens?
A
De eindexamens gaan niet door
B
De eindexamens gaan wel door
C
De eindexamens worden in september gehouden
D
Alleen de kernvakken Nederlands, Engels en wiskunde gaan door

Slide 4 - Quizvraag


2. Waarmee stopt het kabinet voorlopig per direct?
A
Optredens van ministers in de media
B
Het organiseren van verkiezingen
C
Het houden van persconferenties
D
Adopties uit het buitenland

Slide 5 - Quizvraag


3. Welke voetbalkeeper is een jaar geschorst wegens vermeend dopinggebruik?
A
Justin Bijlow (Feyenoord)
B
Marco Bizot (AZ)
C
André Onana (Ajax)
D
Lars Unnerstall (PSV)

Slide 6 - Quizvraag


4. Over welke zangeres kwam een onthullende documentaire uit?
A
Britney Spears
B
Lady Gaga
C
Beyoncé
D
Shakira

Slide 7 - Quizvraag


5. Waarvoor maakte de Europese Unie excuses?
A
Het beleid met de Brexit
B
Het beleid met coronavaccins
C
Het beleid met corruptie
D
Het beleid met nepnieuws

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

timer
0:45
Wat is ook alweer
een politieke partij?

Slide 10 - Woordweb

Politieke partij
Een groep mensen met dezelfde visie: hetzelfde idee over hoe Nederland eruit moet zien (hoe we met elkaar om moeten gaan, met zorg, politie, onderwijs etc.)
>>> een voorbeeld uit de stemwijzer

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Partijprogramma
Partijprogramma/verkiezingsprogramma = overzicht van alle standpunten
Visie van de partij dus!
Visie hangt af van je waarden (wat vinden wij belangrijk?)!

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld >>>>>
Let goed op: filmpje met visie
Twee kijkvragen: 
1. Is deze partij links/midden/rechts? Waarom?
2. Wat is de visie van de partij? Dus: wat wil deze partij met NL?
Schrijf tijdens het kijken even op!

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Deze partij is...
A
links
B
midden
C
rechts

Slide 17 - Quizvraag

Politieke partijen indelen
  1. Links - midden - rechts 
  2. progressief - conservatief 
  3. politieke stroming: liberaal, sociaal-democratie, christen-democratie

Slide 18 - Tekstslide

timer
1:00
visie van deze partij?

Slide 19 - Woordweb

Visie en politieke stromingen
Draait om de vraag: hoe wil je dat de samenleving eruitziet? Jouw opvattingen daarover bepalen bij welke politieke stroming jij het beste past. 

Er zijn drie grote politieke stromingen: liberalisme, sociaal-democratie en christen-democratie
Een politieke stroming is een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

Slide 20 - Tekstslide

Liberalisme
economische vrijheid
De vrijheid om een bedrijf te beginnen en er op je eigen manier geld mee te verdienen met zo min mogelijk regels
persoonlijke vrijheid
De vrijheid om te leven zoals jij wilt.
De meest liberale partij is de VVD.
Ook D66, PVV en FvD hebben liberale standpunten.

Slide 21 - Tekstslide

Sociaal-democratie
Solidariteit
Solidariteit betekent dat je klaarstaat voor mensen met wie het niet zo goed gaat. Bijvoorbeeld omdat ze niet genoeg geld helpen om eten te kopen.
Gelijkwaardigheid
Sociaal-democraten zeggen: de overheid moet ervoor zorgen dat geld, kennis en macht eerlijker worden verdeeld. De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen gelijke kansen heeft.
In Nederland zijn de Partij van de Arbeid, de SP en GroenLinks sociaal-democratisch.

Slide 22 - Tekstslide

Christen-democratie
Christelijke geloof
De christen-democratische stroming heeft het christelijke geloof en de Bijbel als uitgangspunten.
Naastenliefde
Vooral de waarde 'naastenliefde' is voor christen-democraten belangrijk. Burgers moeten elkaar helpen, in goede en in slechte tijden. 
Christen-democratische partijen in Nederland zijn het CDA en de ChristenUnie.

Slide 23 - Tekstslide

Samengevat 

Slide 24 - Tekstslide

Niet altijd in een hokje
'One-issue' partijen
De Partij voor de Dieren vindt één thema het allerbelangrijkste: het verbeteren van dierenrechten. Daarom noem je hen een 'one-issue'-partij.
Populistische partijen
Sommige partijen horen niet bij één stroming. De PVV is bijvoorbeeld net als de SP voor goede uitkeringen voor werklozen (sociaal-democratisch) en wil net als de VVD zo weinig mogelijk regels voor bedrijven (liberaal). De PVV wordt vaak een populistische partij genoemd. Zij luisteren alleen maar naar wat het volk wil, niet naar wat de experts denken.
Partijen die moeilijker in een hokje te plaatsen zijn: PVV, FvD, PvdD, Denk, 50Plus

Slide 25 - Tekstslide

Bij welke politieke stroming wil jij jouw partij (PO) indelen?
A
liberalisme
B
sociaal-democratie
C
christen-democratie
D
ik twijfel nog

Slide 26 - Quizvraag

Verzorgingsstaat

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

timer
0:45
verzorgingsstaat?

Slide 29 - Woordweb

Verzorgingsstaat
Moet de overheid veel voor de mensen zorgen?
Of zijn mensen zelf verantwoordelijk?
Kinderopvangtoeslag voor iedereen?
VVD
liberaal
kleine overheid
(mensen zorgen vooral voor zichzelf)
ChristenUnie
christendemocratisch
medium overheid
(mensen zorgen voor elkaar)
PvdA
sociaal-democratisch
grote overheid
(overheid zorgt voor de mensen, bevordert gelijkheid)

Slide 30 - Tekstslide

VVD
ChristenUnie
PvdA
Wij willen dat mensen kunnen blijven werken als ze kinderen hebben gekregen. De geboorte van je kind mag namelijk niet het gedwongen einde van je carrière betekenen. Daarom hebben we in Nederland ‘kindregelingen’, zoals kinderopvang. Wij vinden dat ouders die werken recht hebben op zulke regelingen.
...ruim ouderschapsverlof en anderzijds door een goede en voor ieder passende betaalbare kinderopvang. We schaffen daarom de kinderopvangtoeslag af en in plaats daarvan komt er een hoge vaste korting op de prijs van kinderopvang en buitenschoolse opvang voor alle gebruikers
In ons verkiezingsprogramma stellen we daarom voor dat alle kinderen tussen 2 en 4 jaar minimaal 16 uur in de week naar de kinderopvang kunnen gaan. Op termijn willen we toe naar één voorziening voor opvang, ontwikkeling, onderwijs, sport en spel van kinderen tussen 0 en 12 jaar waarbij het niet uitmaakt of ouders werken of niet werken. 
links
midden
rechts

Slide 31 - Sleepvraag

Linkse partijen horen vaak tot de
sociaal-democratische (of ecologische) stroming
Rechtse partijen horen doorgaans tot de liberale stroming

Slide 32 - Tekstslide

Doelen van deze week
  • Je kunt uitleggen waarom Nederland een indirecte democratie is. (3.1)
  • Je kent het verschil tussen links en rechts in de politiek. (3.2)
  • Je begrijpt waarom compromissen moeten worden gesloten in de politiek (3.2)
  • Je kent de drie grote politieke stromingen en weet waar ze voor staan (3.3)
  • Je weet waarom Nederland een verzorgingsstaat is (H8.6!)
  • Je kunt een koppeling maken tussen bovenstaande leerdoelen en de PO Politiek.

Slide 33 - Tekstslide