In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 3.3 Stromingen in de politiek
Slide 1 - Tekstslide
Wat leer ik vandaag van mevrouw Tiemersma?
Je kunt de betekenis van een politieke stroming uitleggen
Je kunt 3 voorbeelden geven van een politieke stroming
Je kunt twee kenmerken noemen van een politieke stroming
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Politiek
Draait om de vraag: hoe wil je dat de samenleving eruitziet? Jouw opvattingen daarover bepalen bij welke politieke stroming jij het beste past.
Er zijn drie grote politieke stromingen: liberalisme, sociaal-democratie en christen-democratie
Een politieke stroming is een verzameling
ideeën over wat belangrijk is in de maatschappij
en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.
Slide 5 - Tekstslide
1. Liberalisme
economische vrijheid
De vrijheid
om een bedrijf te beginnen en er op je eigen
manier geld mee te verdienen met zo min
mogelijk regels
persoonlijke vrijheid
De vrijheid
om te leven zoals jij wilt.
De meest liberale partij is de VVD.
Ook D66, PVV en FvD hebben liberale standpunten.
Slide 6 - Tekstslide
2. Sociaal-democratie
solidariteit en gelijkwaardigheid
Volgens de sociaal
-democraten is er ongelijkheid tussen
mensen door de grote verschillen tussen arm
en rijk. Het gevolg is dat mensen zich buiten
gesloten voelen, en dat veroorzaakt onrust in
de samenleving. De overheid moet er dus voor zorgen dat geld, kennis en macht eerlijker worden verdeeld.
sociale grondrechten
Daarom vinden de sociaal-democraten het
goed dat sociale grondrechten zoals het recht
op gezondheidszorg en onderwijs wettelijk
zijn vastgelegd.
In Nederland zijn de Partij van de Arbeid, de
SP en GroenLinks sociaal-democratisch.
Slide 7 - Tekstslide
3. Christen-democratie
christelijke geloof
De christen-democratische stroming heeft het
christelijke geloof en de Bijbel als uitgangspunten. Vooral de waarde 'naastenliefde' is voor christen-democraten belangrijk. Burgers
moeten elkaar helpen, in goede en in slechte
tijden. De overheid moet alleen doen wat die organisaties niet kunnen doen, zoals zorgen voor
veiligheid.
rentmeesterschap
Omdat God de aarde heeft geschapen, moet
de mens zorgvuldig met die aarde omgaan,
vinden christen-democraten. Dat gaat het
beste als de overheid zorgt voor goede wetten
op het gebied van natuur en milîeu.
Christen-democratische partijen in Nederland
zijn het CDA en de ChristenUnie.
Slide 8 - Tekstslide
Welke van deze drie sluit het meest aan bij je eigen ideeën en waarom?
Slide 9 - Open vraag
Niet altijd in een hokje
speerpunt
De Partij voor de Dieren past juist bij geen
enkele politieke stroming, omdat zij de rechten
voor dieren als belangrijkste standpunt
heeft.
links/rechts
Sommige partijen horen niet bij één stroming.
De PVV is bijvoorbeeld net als de SP voor
goede uitkeringen voor werklozen (sociaal-democratisch) en wil net als de VVD zo weinig mogelijk regels voor bedrijven (liberaal).
Partijen die moeilijker in een hokje te plaatsen zijn: PVV, FvD, PvdD, Denk, 50Plus
Slide 10 - Tekstslide
Video-opdracht
Welke stroming herken je in het volgende videofragment?
Benoem twee kenmerken van deze stroming.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Welke stroming herken je in het volgende videofragment? Benoem twee kenmerken van deze stroming.
Slide 13 - Open vraag
Samengevat
Slide 14 - Tekstslide
Lesopdracht
Maken: Paragraaf 3 van hoofdstuk 3: Politiek. Controleer je (foute) antwoorden goed en zorgvuldig.