TM HST 5 Urinewegstelsel

Urinewegstelsel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Urinewegstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ZZO.3SA
5
Spijsverteringsstelsel
A4
Ziekte Spijsvertering
P8
6
TM
-
7
Voedingsleer
Urinewegstelsel
A5
8
Ziekte urinewegen
P9
Vochtbalans
9
Uitloop/herhaling/TM
Uitloop/herhaling/TM
Wk
1
Kennismaken orientatie anatomie
Cellen en weefsels
A2
2
Huid
A3
Huidziekten
P11
3
Infecties en tumoren
P3
TM
4
Bewegingsstelsel
A8
Gewrichts-
ziekten
P10

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe het urinewegstelsel is opgebouwd.
  • Je kunt samenvatten welke functies de nieren hebben.
  • Je kunt benoemen uit welke delen de nier bestaat en hoe deze zijn opgebouwd en functioneren.
  • Je kunt uitleggen hoe urine geloosd wordt.







Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Teken een poppetje. 
1. Teken waar de nieren liggen
2. Teken hoe de urineleiders en de blaas liggen
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging nieren
  • Aan weerszijden van de wervelkolom​
  • Ter hoogte van de twee laatste borstwervels​
  • Rechter nier iets lager dan linker nier (vanwege lever)



Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orgaanstelsel > urineweg stelsel
Tot het orgaanstelsel behoren:​
  • 2 nieren​
  • 2 urineleiders​
  • Urineblaas​
  • plasbuis

Wie kan een onderdeel voor mij tekenen?





Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging urineleiders
  1. Van de nierbekkens stroomt de urine naar de blaas​
  2. 25-30cm lang​
  3. Monden uit aan de achteronderzijde van de blaas​
  4. Onderste deel van de ureter heeft een schuin verloop (soort klepmechanisme) waardoor de urine niet terug kan stromen​




Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw nier
Vorm van een boon​

12 cm lang​
7 cm breed​
4 cm dik (in het midden)​
Ingekapseld in vetweefsel​

Bovenop de nieren: bijnieren​
(Bijnieren niet betrokken bij ​
Urineproductie)​








Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak het werkblad
timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Functies/taken nieren
  1. Verwijderen van schadelijke (afval-)stoffen uit het bloed​
  2. Verwijderen van overtollig water en zouten uit het bloed
  3. Regelen bloeddruk


Slide 11 - Tekstslide

Uitscheiden zure en basische stoffen
Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen (urineproducerende eenheden)​
Elke nier heeft ongeveer 1 miljoen nefronen (urineproducerende eenheden)​










Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologie
  1. Bloed wordt gefilterd in glomerulus (kluwen haarvaten) Begin van een nefron, omgeven door kapsel van Bowman​
  2. Water uit bloed & opgeloste stoffen komen in het kapsel van Bowman ​
  3. Grotere delen uit het bloed (oa eiwitten) kunnen hier niet door heen, glucose en zouten kunnen wel door het filter heen​



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologie vervolg
4. Het vocht dat in het kapsel van Bouwman komt = voorurine       (ongeveer 200 liter per dag)​

5. Voorurine gaat naar lis van Henle​
6. Terugresorptie naar het bloed​
7. Ook het glucose en de zouten worden door de lis van Henle   naar het bloed geresorbeerd


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fysiologie vervolg
8. Door de terugresorptie van water, zouten en glucose concentreert de oplossing zich = urine​

9. De urine stroomt in de verzamelbuisjes​
10. De verzamelbuisjes monden uit in het nierbekken​
11. Ongeveer 1,5 liter urine per dag (= afhankelijk van de hoeveelheid vocht dat iemand drinkt)


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effect van de nieren op de bloeddruk​
Bij lage bloeddruk gaan de nieren hormoon renine afscheiden​Proces: Renine activeert angiotensinogeen > omgezet in angiotensine​
Angiotensine > vaatvernauwing dus hogere bloeddruk​
Aldosteron > terugresorptie zout en water​

Bij hoge bloeddruk precies andersom





Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De blaas
Reservoir van urine​

Gevulde blaas reikt de top van blaas boven schaambeen






Slide 18 - Tekstslide

Wand van de blaas van binnen naar buiten:slijmvlieslaag, spierlaag, bindweefsellaag, ​
Urinebuis/plasbuis
  • Op de overgang van de blaas naar de plasbuis bevindt zich een kringspier​
  • Bij samentrekken van de blaaswand ontspant de kringspier​



Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urinelozing = mictie
Bij volle blaas: prikkel naar het ruggenmerg

Bij prikkel vanuit de hersenen naar de blaas trekken de spieren van de blaas zich samen en ontspant de kringspier​
Gemiddeld 6 à 7 keer per dag

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling urine
Samenstelling wisselt doordat de nieren ervoor zorgen dat de samenstelling van het bloed constant blijft​
  • 95% water​, Zouten​, Ureum​, Urinezuur​
  • Kreatinine​, Urobiline (geeft de gele kleur aan de urine)​
  • Vitaminen​, Hormonen (tijdens zwangerschap bijv.)​
  • Vormelementen (afgestoten cellen van nieren, urinewegen en uitwendige geslachtsorganen)​








Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Samenstelling urine
Samenstelling wisselt doordat de nieren ervoor zorgen dat de samenstelling van het bloed constant blijft​

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Urine
Ongeveer 1,5 liter​

 

Kleur wisselt: ​
Weinig drinken: geconcentreerde urine​
Veel drinken: ongeconcentreerde urine (als water)​





Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je kunt uitleggen hoe het urinewegstelsel is opgebouwd.
  • Je kunt samenvatten welke functies de nieren hebben.
  • Je kunt benoemen uit welke delen de nier bestaat en hoe deze zijn opgebouwd en functioneren.
Je kunt uitleggen hoe urine geloosd wordt.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

TM opdrachten maken
1, 3a, 3b, 8a, 10, 15a, 15b, 
19a, 23a, 23b, 24

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies