2223 G1D H6 §3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 6 - Klimaat en natuurlandschap in Europa

G1C

§3 Europa: klimaten en begroeiing

• de kenmerken benoemen van de belangrijkste klimaten in Europa 
• beschrijven welke plantengroei er voorkomt in de klimaten in Europa
• het verschil tussen het zee- en landklimaat benoemen
• zelf een klimaatdiagram tekenen
• aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven

Ik kan:

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

De verschillen in neerslag en temperatuur in Europa zorgen voor verschillende landschapszones en klimaten in Europa.

Welke vind je waar?

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

Zeeklimaat

Een groot deel van Europa (waaronder Nederland!) heeft een zeeklimaat.

Kenmerken zijn:

• het hele jaar door neerslag
• gematigde temperatuur:
• in de winter zacht
• in de zomer koel

• Dit klimaat krijgt de letter C

• In een zeeklimaat is het (bijna) nooit extreem warm of extreem koud!
  

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

Zeeklimaat

Het zuiden van Europa heeft een Middellandse Zeeklimaat.

Kenmerken zijn:

• gemiddeld iets warmer dan in het zeeklimaat.
• droge warme zomers
• zachte, natte winters

• in Spanje en Rusland zijn er nog gebieden waar bijna geen neerslag valt
  
• hier heerst een droog klimaat

• Dit klimaat is nog steeds de letter C

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

Middellandse Zeeklimaat

0

Landklimaat

In het binnenland neemt de invloed van de zee af. Er komt in de zomer dus weinig koele lucht van zee en in de winter weinig zachte lucht van zee. Hier is een landklimaat. 

Kenmerken zijn:

• warme zomers, koude winters
• het hele jaar door neerslag

• de overgang van het zeeklimaat naar het landklimaat gaat geleidelijk

• Dit klimaat krijgt de letter D

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

Landklimaat: koude winters en warme zomers

Toendraklimaat

In het noorden van Europa: toendraklimaat.

Kenmerken:

• gemiddelde temperatuur in de zomer < 10° C (< = minder dan)
• landschapszone: toendra

Kenmerken:

• geen bomen (je bent boven de boomgrens)
• grassen, mossen lage struiken
  

• Dit klimaat krijgt de letter E

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

Landklimaat: koude winters en warme zomers

zeeklimaat

• hele jaar neerslag + gematigde temperaturen (koudste maand = gemiddeld > -3 ⁰C)

Middellandse Zeeklimaat

• zeeklimaat maar warmer en met een droge zomer

landklimaat 

• grote temperatuurverschillen + koudste maand gemiddeld tussen de -3 en de -10 ⁰C 

toendraklimaat

• koud klimaat met in de warmste maand < 10 ⁰C en in de koudste maand < -10 ⁰C 

hooggebergteklimaat

• koud klimaat met veel neerslag (sneeuw)- droog klimaat = nauwelijks neerslag

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

Klimaten in Europa

LB - blz. 92 & 93

WB - blz. 99 t/m 101

Opdrachten:

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11

In stilte!

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

LB - blz. 92 & 93

WB - blz. 99 t/m 101

Opdrachten:

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11

In overleg...

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

6.3 Europa: klimaten en begroeiing

LB - blz. 92 & 93

WB - blz. 99 t/m 101

Opdrachten:

1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - 7 - 8 - 9 - 10 - 11

Nakijken...

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6a: W8 - Klimaatdiagram Almería

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

• de kenmerken benoemen van de belangrijkste klimaten in Europa 
• beschrijven welke plantengroei er voorkomt in de klimaten in Europa
• het verschil tussen het zee- en landklimaat benoemen
• zelf een klimaatdiagram tekenen
• aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven

Ik kan:

6.3 Europa: klimaat en begroeiing

Ik kan de kenmerken benoemen van de belangrijkste klimaten in Europa.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan beschrijven welke plantengroei er voorkomt in de klimaten in Europa.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan het verschil tussen het zee- en landklimaat benoemen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan zelf een klimaatdiagram tekenen.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan aan het einde van dit hoofdstuk de betekenis van alle begrippen van hoofdstuk 6 (lesboek bladzijde 100/101) geven.

😒🙁😐🙂😃

De stof van deze paragraaf beheers ik voor .. %
(geef hieronder het percentage aan)

1100

Quizlet

Het blijft lastig; die begrippen stampen...

Niet alleen zijn sommige omschrijvingen lang, het zijn er soms ook nog best wel veel...

Om het oefenen enigszins te vergemakkelijken, ga ik ook voor dit hoofdstuk een Quizlet voor jullie aanmaken.

Meld je aan in de juiste klas van Quizlet, via de link die hier rechts onderin te bereiken is (even op 'het oog' klikken).

Quizlet

Welke letter hoort bij welk klimaat?

C

D

E