herhaling commercieel 3GTL

Herhaling Commercieel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Economie & OndernemenMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 3 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Commercieel

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling commercieel 
Wat is inflatie?
het stijgen van de prijzen

Wat is koopkracht?
geeft aan wat een gemiddeld huishouden kan kopen

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling commercieel 
Stel de inflatie stijgt met 5% en het gemiddelde inkomen stijgt met 3,5%
Wat gebeurt er dan met de koopkracht?

Slide 3 - Tekstslide

reclame
kortetermijnactie
Actie waarbij je in korte tijd zo veel mogelijk artikelen probeert te verkopen.

langetermijnactie
Actie waarbij je de klant voor langere tijd aan je winkel probeert te binden.

reclame
Bekendste vorm van promotie waarbij je de klanten positieve informatie geeft over jouw winkel of waarbij je jouw naam en logo bekendmaakt.


Slide 4 - Tekstslide

Koopkrachtbinding
koopkrachtbinding
wanneer consumenten hun boodschappen in hun eigen woonplaats doen
Koopkracht afvloeiing
Wanneer consumenten hun boodschappen buiten hun woonplaats doen

Slide 5 - Tekstslide

Assortiment
breed:
veel verschillende soorten producten (bv een supermarkt: brood, vlees, groente etc.)
smal:
weinig verschillende soorten producten (bv een slagerij: alleen vlees)
diep :
veel verschillende varianten van 1 productsoort (bv juwelier: veel verschillende soorten horloges)
ondiep:
weinig verschillende varianten van 1 productsoort (bv een kleine supermarkt: weinig soorten ketchup)

Slide 6 - Tekstslide

Artikelkennis
Commerciële informatie:
(verkoop bevorderende kennis ten aanzien van prijskwaliteit verhouding, trends, garantie) 
Praktische informatie:
(basiskennis ten aanzien van prijs, merk, type)
Technische informatie:
 (specialistische kennis ten aanzien van materiaal, technische mogelijkheden, onderhoud) 

Slide 7 - Tekstslide

Etalages
gesloten etalage
Etalage waarvan de achterkant dicht is.
halfopen etalage
Etalage die met gordijnen, latten of andere siermaterialen van de verkoopruimte
 is afgesloten, die makkelijk bereikbaar is en waarbij klanten deels zicht op de 
winkel hebben.
inloopwinkel
Winkel zonder verschil tussen de winkel en de etalage. Je kijkt door de etalageruit
 meteen de winkel in.
open etalage
Etalage waarvan de achterkant open is, waarbij de klant veel zicht heeft op de 
verkoopruimte.
stopkracht
Hoge attentiewaarde van de artikelpresentatie in de etalage waardoor iemand stopt om te kijken.




Slide 8 - Tekstslide

Waarom zou je gebuik willen maken van social media als bedrijf

Slide 9 - Woordweb

Hoe kan een supermarkt het marketinginstrument prijs inzetten om ervoor te zorgen dat er meer verkocht wordt

Slide 10 - Woordweb

Boet bv. koop een spijkerbroek in voor € 50. De brutowinstmarge is 150%. Wat is de consumentenprijs

Slide 11 - Open vraag

Meer parkeer plaatsen creëren in de gemeente Oldenzaal is een voorbeeld van koopkrachtbinding
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Mode winkel Open 32 gaat het merk Levi's toevoegen aan hun assortiment.
Wat gebeurt er met het assortiment?
A
breder
B
smaler
C
dieper
D
ondieper

Slide 13 - Quizvraag

Mode winkel Open 32 gaat geen sieraden meer verkopen. Wat gebeurt er met het assortiment
A
breder
B
smaller
C
dieper
D
ondieper

Slide 14 - Quizvraag

Het is stippen korting bij Open 32. Wanneer er een groene stip op het artikel zit krijgt de klant 30% .
Wat kost een trui met groene sticker als het prijsetiket € 90 aangeeft

Slide 15 - Open vraag

De netto verkoopprijs van een T-shirt is € 30. De brutowinst opslag is 70%. Wat is de inkoopprijs?
A
€ 17,00
B
€ 18,65
C
€ 19,65
D
€ 17,65

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je de koopkracht uitrekenen. Gebruik daarbij de woorden inflatie en inkomens stijging

Slide 17 - Woordweb

Benoem de 6 marktingsinstrumenten

Slide 18 - Open vraag

Een leverancier die rechtstreeks naar de klant levert is een vorm van
A
indirect distributie
B
directe distributie

Slide 19 - Quizvraag

De consumentenprijs van een spijkerbroek is € 121. Hoeveel btw moet de eigenaar afdragen van de belastingdienst?

Slide 20 - Open vraag

Leg uit wat het verschil is tussen een complementair artikel en een follow up artikel

Slide 21 - Open vraag

herhaling commercieel 3GTL

Slide 22 - Tekstslide