OB Spelling blok 5 en 6

Welkom bij Nederlands!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Oefenen SO spelling blok 5 en 6
Morgen SO!!
Blok 5: werkwoordspelling en verkleinwoorden
Blok 6: werkwoorden, c/k, l/ll en afkortingen

Slide 2 - Tekstslide

1. In Londen is een ballenbak ……………(openen) die niet voor kinderen is, maar voor volwassenen.

Slide 3 - Open vraag

2. Dit ……………(melden) het NOS Jeugdjournaal.

Slide 4 - Open vraag

3. Volgens de baas van de ballenbak ……………..(gebeuren) er iets geks bij de volwassenen.

Slide 5 - Open vraag

4. Weet jij of ik volgende week ook op die receptie verwacht … (worden)?

Slide 6 - Open vraag

5. In de winter ………....(reizen) Dennis altijd naar Afrika.

Slide 7 - Open vraag

6. Ben je helemaal naar Canada ……. (reizen) om je broer te bezoeken?

Slide 8 - Open vraag

7. Franciscus van Assisi was de zoon van een rijke koopman. Hij is in grote rijkdom ………………………... (opgroeien).

Slide 9 - Open vraag

8. Dat dier had veel mensen ………………... (aanvallen).

Slide 10 - Open vraag

9. Franciscus van Assisi is op 4 oktober ………………………….(sterven).

Slide 11 - Open vraag

10. Daarom wordt nu op die dag Dierendag ………………………. (vieren).

Slide 12 - Open vraag

11. De stratenmaker legt klinkers in de ……………………..(verbreden) straat.

Slide 13 - Open vraag

12. De kok serveerde …………………... (aanbranden) gehaktballen.

Slide 14 - Open vraag

13. De …………………………. (vergeten) tas stond eenzaam op het perron.

Slide 15 - Open vraag

14. Wat is het verkleinwoord van cake?

Slide 16 - Open vraag

15. Wat is het verkleinwoord van jongen?

Slide 17 - Open vraag

16. Wat is het verkleinwoord van lolly?

Slide 18 - Open vraag

17. Wat is het verkleinwoord van bikini?

Slide 19 - Open vraag

18. Wat is het verkleinwoord van cowboy?

Slide 20 - Open vraag

19. Wat is het verkleinwoord van A4?

Slide 21 - Open vraag

20. Wat is het verkleinwoord van accu?

Slide 22 - Open vraag

21. Welk woord is juist gespeld?
A
clown
B
klown

Slide 23 - Quizvraag

22. Welk woord is juist gespeld?
A
kikboxen
B
kickboxen

Slide 24 - Quizvraag

23. Welk woord is juist gespeld?
A
tractatie
B
traktatie

Slide 25 - Quizvraag

23. Welk woord is juist gespeld?
A
sticker
B
stikker

Slide 26 - Quizvraag

24. Welk woord is juist gespeld?
A
parallel
B
paralel

Slide 27 - Quizvraag

24. Welk woord is juist gespeld?
A
onmiddellijk
B
onmiddelijk

Slide 28 - Quizvraag

25. Welk woord is juist gespeld?
A
ballustrade
B
balustrade

Slide 29 - Quizvraag

16. Wat is de afkorting van: 'mevrouw'?

Slide 30 - Open vraag

26. Wat is de afkorting van: 'in plaats van'?

Slide 31 - Open vraag

27. Wat is de afkorting van: 'België, Nederland en Luxemburg'?

Slide 32 - Open vraag

Voorbereiden SO
Leer de theorie en antwoorden op gemaakte oefeningen 
spelling, blok 5 en 6.
Maak de zelftoets spelling blok 5 en de bijspijkeropdrachten spelling 5.7 t/m 6.10.

Slide 33 - Tekstslide