2 K BLOK 4 deel 1 SPELLING meervoud / apostrof

21 maart 2022
Spelling blok 4
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

21 maart 2022
Spelling blok 4

Slide 1 - Tekstslide

SPELLING
Aan het einde van de les heb je geoefend met:
spelling meervoudsvormen
gebruik van apostrof
( en je weet wat apostrof is)

Slide 2 - Tekstslide

Spelling meervoud...
Hier komen de regels.............................

Slide 3 - Tekstslide

Dit is makkelijk:
Hoe je het meervoud van een zelfstandig naamwoord moet schrijven, kun je horen als je het uitspreekt.
winter – winters
sneeuwvlokje – sneeuwvlokjes
wolk – wolken
muts – mutsen

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het meervoud van boek?
A
boekken
B
boekjes
C
boeken

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het meervoud van tafel?
A
tafellen
B
tafels
C
tafelen

Slide 6 - Quizvraag

als je het niet hoort...
Zijn er aparte regels.

Die krijg je op een blaadje en staan in de theorie.

Slide 7 - Tekstslide

Meervoud van idee...
A
ideen
B
ideeen
C
ideëen
D
ideeën

Slide 8 - Quizvraag

Meervoud van papa is?
A
papas
B
papaas
C
papa's

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van baby?
A
babies
B
baby's
C
babien

Slide 10 - Quizvraag

Apostrof   =  ' 
Apostrof is een komma in de lucht. 

Wie weet een voorbeeld?

Slide 11 - Tekstslide

Apostrof   =  ' 
Gebruik je bij 
  • een afkorting met ER of een verkleinwoord erachter:                                       A4'tje, CDA'er
  • meervoud van afkortingen:                                                                                             tv's
  • meervoud van woorden die eindigen op Y:                                                            panty's

Slide 12 - Tekstslide

Wat is goed gespeld ?
A
tv's
B
tv-s
C
tvs

Slide 13 - Quizvraag

Wat is goed gespeld ?
A
lollies
B
lollys
C
lolly's
D
lollie's

Slide 14 - Quizvraag

Wat is goed gespeld ?
A
A4-tje
B
A4'tje
C
A4tje

Slide 15 - Quizvraag

Apostrof = ' 
Gebruik je bij een bezitsvorm:
  • namen die eindigen op een lange klinker als je bezit wilt           aangeven:              Ada's boek    Eddy's jas
  • namen die eindigen op een s-klank, als je bezit wilt   aangeven:             Kees' pen       Jens' boek
  • Woorden en getallen waarvan je een deel weglaat:                      's morgens (des morgens), 't huis (het huis), in '87 (in 1987)

Slide 16 - Tekstslide

Wat is goed gespeld ?
A
Lara's pen
B
Laras' pen
C
Lara-s pen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is goed gespeld ?
A
Lukas computer
B
Lukas' computer
C
Lukas's computer

Slide 18 - Quizvraag

Wat is goed gespeld ?
A
s avonds
B
s'avonds
C
's avonds
D
savonds'

Slide 19 - Quizvraag

Spel het meervoud van
pizza

Slide 20 - Open vraag

Spel het meervoud van
kilo

Slide 21 - Open vraag

Spel het meervoud van
paraplu

Slide 22 - Open vraag

Noteer de juiste bezitsvorm
de taart van oma

Slide 23 - Open vraag

Noteer de juiste bezitsvorm
het schrift van Max

Slide 24 - Open vraag

aan de slag
maak spelling
kader: opdracht 1,2,6,7 ( blokje 1,2 en 5)
basis; opdracht 2,3,4,5,6

Slide 25 - Tekstslide