oefenen met brongebruik

Oefenen met brongebruik
Historisch Denken
zie je schema in je examenhulp
gebruik formulier met
bronnen op de studiewijzer
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met brongebruik
Historisch Denken
zie je schema in je examenhulp
gebruik formulier met
bronnen op de studiewijzer

Slide 1 - Tekstslide

bronmateriaal selecteren
Op het examen krijg je bronnen. Over die bronnen worden verschillende historische vragen gesteld. Je moet echter ook in staat zijn bronmateriaal te selecteren.

Slide 2 - Tekstslide

3 soorten selectie
1. Relevantie of bruikbaarheid
2. betrouwbaarheid
3.representativiteit
voor iedere vorm van selecteren moet je andere vragen stellen om tot een juiste oplossing te komen

Slide 3 - Tekstslide

bruikbaarheid/ relevantie
De centrale vraag hierbij is:

Geeft deze bron informatie die ik kan gebruiken voor het beantwoorden van de vraag?

Een (examen)vraag die wil weten of de bron bruikbaar is meestal zo opgebouwd dat ze je een onderzoeksvraag geven en jij moet aangeven of de informatie uit de bron inderdaad bruikbaar is voor je onderzoeksvraag. Dus geeft de tekst/ beelbron antwoord informatie omtrent de onderzoeksvraag.
Het draait bij bruikbaarheid altijd om de inhoud van de bron!

Slide 4 - Tekstslide

formuleer zoveel mogelijk vragen die je kunt stellen om achter de bruikbaarheid van een vraag te komen!

Slide 5 - Open vraag

stel je doet een onderzoek naar de macht van het parlement in Engeland in de 17e eeuw. Je onderzoeksvraag luidt: Op welke wijze probeerde het parlement in de 17e eeuw de macht van de Engelse koning te beperken?

Slide 6 - Open vraag

Betrouwbaarheid
De centrale vraag hier is:
Kunnen de gegevens feitelijk waar  zijn?
Bij betrouwbaarheid kijk je vooral naar de oorsprong van de bron.
Is de bron gepubliceerd? Zo ja wist de maker dit van te voren en wat is de politieke kleur van de krant/ tijdschrift etc?

Slide 7 - Tekstslide

formuleer zoveel mogelijk vragen om achter de betrouwbaarheid van een bron te komen.

Slide 8 - Open vraag

-Geef een argument waarom je kunt twijfelen aan de betrouwbaarheid van de informatie uit deze bron over het verloop van de veldslag.
-Geef een voorbeeld van romeinse waarden die de bron bevat
-Geef een argument voor de betrouwbaarheid van de informatie uit
deze bron over de waarden van de Romeinen.

Slide 9 - Open vraag

representativiteit
centrale vraag:
Is de mening van de maker van de bron/ inhoud van de bron typerend voor de periode waarin het zich afspeelt of voor bepaalde groepen mensen?
Bij representativiteit maak je een vergelijking .
Het draait bij representativiteit over de mening/ houding van mensen. Hierbij kijk je naar de inhoud van de bron maar ook naar de standplaatsgebondenheid van de maker.

Slide 10 - Tekstslide

formuleer vragen die je nodig hebt om achter de representativiteit van een bron te komen

Slide 11 - Open vraag

Leg aan de hand van de bron uit of er sprake is van mogelijke representativiteit t.a.v. de protestante inwoners van Gent en hoe zit het met de katholieke inwoners van Gent?
Waarom spreken we van mogelijk?

Slide 12 - Open vraag

bruikbaarheid of betrouwbaarheid?
Soms gebruiken examenmakers de woorden bruikbaarheid als ze eigenlijk betrouwbaarheid bedoelen of andersom. Soms is het lastig deze te onderscheiden.
Zoals in de volgende oefening.
(zie bijlage oefening 4)

Slide 13 - Tekstslide

Stel: je doet onderzoek naar de Arabische verovering van Egypte in de
zevende eeuw en je vindt deze bron. Je twijfelt aan de bruikbaarheid van
de bron de reconstructie van de gebeurtenissen bij de Arabische
verovering, omdat deze weergave een erg partijdige indruk maakt. Noem 2 redenen om te twijfelen aan de bruikbaarheid van de bron?

Slide 14 - Open vraag