H7.1 Nederland handelsland


Nederland handelsland
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Nederland handelsland

Slide 1 - Tekstslide

Waar staan we?
Domeinen Economie:
H1 + H2 = Consumptie
H3 + H4 = Productie
H5 + H6 = Overheid
H7 + H8 = Internationale ontwikkelingen

Vandaag starten we met H7 Nederland Handelsland

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we leren?
Paragraaf 1: Import + Export
Paragraaf 2: Europese Unie
Paragraaf 3: Vrijhandel 
Paragraaf 4: Handelen met de rest van de wereld

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waarom wordt Nederland een handelsland genoemd?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen: je leert vandaag
  • Wat export Nederland oplevert
  • Waarom Nederland importeert
  • De importquote en en exportquote uit te rekenen

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor producten denk je dat Nederland vooral exporteert?

Slide 7 - Woordweb

Nederland handelsland
  • Nederland is een echt handelsland.
  • De import/export leveren inkomsten en werkgelegenheid op. 

Slide 8 - Tekstslide

Import: let op de geldstromen
  • Import (invoer) = het kopen van producten of diensten in het buitenland
Als we geld uitgeven is het import

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de juiste afbeelding naar import of export
IMPORT
EXPORT

Slide 10 - Sleepvraag

Bedenk een reden waarom we in Nederland importeren?

Slide 11 - Woordweb

Import redenen
  • Ons klimaat is niet geschikt voor bepaalde landbouwproducten
  •  Bepaalde grondstoffen komen hier niet voor
  • Buitenlandse producten zijn soms goedkoper
  • Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.

Slide 12 - Tekstslide

Export: let op de geldstromen
  • Export (uitvoer) = het verkopen van producten of diensten in het buitenland
Als we geld verdienen is het export

Slide 13 - Tekstslide

27-1-2022

Slide 14 - Tekstslide

Een Amerikaanse toerist vliegt met de KLM naar Nederland. Dit is
A
Export, want wij leveren diensten aan het buitenland
B
Export, want er gaan personen naar het buitenland
C
Import, want het buitenland levert aan ons diensten
D
Import, want er komen personen naar het land

Slide 15 - Quizvraag

Onderdelen H6
Import
Import
Export
€ € €
€ € €

Slide 16 - Tekstslide

wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.

Slide 17 - Tekstslide

Wederuitvoer is 194,5 miljard

Totaal uitvoer goederen is 431,4 miljard

Bereken de wederuitvoer in procenten.
A
45,1%
B
45,2%
C
45,3%
D
45,4%

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent het begrip wederuitvoer?
A
Je maakt producten en verkoopt die naar het buitenland.
B
Je koopt producten uit het buitenland om in eigen land te verkopen.
C
Je koopt producten uit het buitenland om zelf nieuwe producten van te maken.
D
Je koopt producten uit het buitenland om gelijk weer door te verkopen naar een ander land.

Slide 19 - Quizvraag

Import- en exportquote
  • De mate waarin wij exporteren of importeren kun je meten met de importquote en exportquote

Dit is een percentage

Hoe hoger het percentage, hoe meer wij handelen.



Slide 20 - Tekstslide

Nederland heeft een...
A
Open economie
B
Gesloten economie

Slide 21 - Quizvraag

Formules
Importquote: Waarde import : BBP x 100 %

Exportquote: Waarde export : BBP x 100%

Slide 22 - Tekstslide

a. Bereken voor Nederland en China de importquote  
b. Bereken voor Nederland en China de exportquote
c. Welk land is opener en waarom?

Slide 23 - Tekstslide

Het nationale inkomen in Nederland is 810 miljard. De importwaarde bedraagt 420 miljard. Bereken de importquote. (laat je berekening zien)

Slide 24 - Open vraag

Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote

Slide 25 - Quizvraag

Nederland importeert avocado's uit Brazilië. De totale importwaarde bedroeg € 305 miljoen. Er kwamen in totaal 2,1 miljard avocado's naar Nederland. Bereken de gemiddelde prijs per avocado.

Slide 26 - Open vraag

Noem een reden waarom wij avocado's uit Brazilië importeren?

Slide 27 - Open vraag

Betalingsbalans = een overzicht of we winst of verlies maken met export/import

Bekijk de exportwaarde t.o.v. de importwaarde 

Slide 28 - Tekstslide

Tekort op de betalingsbalans
Overschot op de betalingsbalans

Slide 29 - Sleepvraag

In welke gevallen wordt het overschot op de Nederlandse betalingsbalans kleiner? Kies de 2 juiste antwoorden.
A
Een Nederlands gezin brengt de vakantie door op een camping in Frankrijk
B
Een Nederlands bedrijf exporteert machines naar Duitsland
C
Het Amerikaanse bedrijf Google betaalt de salarissen van Nederlandse werknemers
D
Een Nederlander koopt op de Italiaanse beurs aandelen van het merk Ferrari

Slide 30 - Quizvraag

Begrippen
Importeren = Goederen of diensten uit het buitenland naar Nederland halen. 
Exporteren = Goederen of diensten aan het buitenland verkopen. 

Wederuitvoer = goederen die in Nederland slechts kort worden bewerkt voordat ze worden doorverkocht. 

Slide 31 - Tekstslide

Hebben we onze leerdoelen behaald?
  • Importquote
  • Exportquote
  • Wederuitvoer
  • Open economie
  • Gesloten economie
  • Betalingsbalans

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk voor morgen
1. Bestudeer paragraaf 7.1 blz 206 + 207
2. Maak de volgende vragen: 9 + 10
3. De leerdoelen voor morgen zijn: Invloed van de wisselkoers op onze export/ import.

Slide 33 - Tekstslide