Naar Methode Biologie voor Jou Thema 5 basisstof 6
Klik naar de volgende slide, en kijk maar wat je moet doen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom bij Digitale leeromgeving Biologie
Boeken/ Agenda op tafel.
blz. 22 handboek/blz. 33 werkboek
Inloggen Fronter
Naar Methode Biologie voor Jou Thema 5 basisstof 6
Klik naar de volgende slide, en kijk maar wat je moet doen
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik!
Slide 2 - Tekstslide
Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen
Slide 3 - Quizvraag
De gevolgen van de inslag van de meteoriet..... Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht
Slide 4 - Quizvraag
De eerste landplanten verschenen ongeveer 500 miljoen jaar geleden
A
Tijdperk Paleozoïcum
B
Tijdperk Perm
C
Periode Perm
D
Tijdperk Mesozoïcum
Slide 5 - Quizvraag
De eerste Insecten maakten hun bloeitijd 300 miljoen jaar geleden door. Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum
Slide 6 - Quizvraag
Vul in: 1. Sauriërs leefden ........ jaar geleden op aarde. 2. Door .......... stierven ze uit.
A
1) 186 miljard
2) andere organismen
B
1) 186 miljard
2) een groot rotsblok
C
1) 186 miljoen
2) doordat er zoogdieren kwamen
D
1) 186 miljoen.
2) een meteoriet
Slide 7 - Quizvraag
Levensvormen op de juiste volgorde. Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren
landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten -
landdieren - mensen.
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren
Slide 8 - Quizvraag
Het genotype van een rups wordt vergeleken met het genotype van de vlinder die uit de rups ontstaat.
1. De rups en de vlinder hebben hetzelfde genotype 2. De rups en de vlinder hebben hetzelfde fenotype
A
beide nietwaar
B
beide waar
C
1 nietwaar
2 waar
D
1 waar
2 nietwaar
Slide 9 - Quizvraag
Stamboom slangen. Welk soort is als eerste ontstaan?
A
1
B
2
C
3
D
7
Slide 10 - Quizvraag
Wanneer is de aarde ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden
Slide 11 - Quizvraag
Levensvormen op de juiste volgorde. Van oud naar jong
A
waterdieren - landdieren - landplanten - mensen
B
landplanten - waterdieren
landdieren - mensen
C
waterdieren - landplanten -
landdieren - mensen.
D
mensen - landdieren - landplanten - waterdieren
Slide 12 - Quizvraag
De eerste Insecten maakten hun bloeitijd 300 miljoen jaar geleden door. Dat begon tijdens de periode.....
A
Perm
B
Devoon
C
Carboon
D
Paleozoïcum
Slide 13 - Quizvraag
Biotechnologie
Slide 14 - Tekstslide
Leerdoelen
Je weet wat biotechnologie is en kunt er voorbeelden van noemen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Biotechnologie
Brood
Kaas
Yoghurt
Bier
Wijn
Slide 17 - Tekstslide
Biotechnologie:
Organismen:
Planten
Dieren
Schimmels
Bacteriën
Ontwikkeling van:
Nieuwe stoffen
Voeding
Medicijnen
Slide 18 - Tekstslide
Genetische Modificatie
Erfelijke eigenschappen worden verandert.
Op etiketten staat vaak de afkorting GM.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Video
Herman
De stier Herman is een genetisch gemodificeerde stier.
Uit 1154 bevruchte en genetisch gemodificeerde eicellen kwam uiteindelijk één kalf waarbij de gemodificeerde genen tot uiting kwamen, de stier Herman.
Aan hemzelf is geen verschil te merken, maar zijn vrouwelijke nakomelingen hebben een bijzondere afwijking.
Ze produceren geen gewone melk, maar babyvoeding voor menselijke baby’s. Helaas zit er slechts een zeer klein aandeel lactoferrine in, wat baby’s nodig hebben. Hierdoor is de melk nooit in gebruik genomen. Het verhaal van Herman bewijst wel dat er vele mogelijkheden zijn.
Slide 21 - Tekstslide
Argumenten voor:
producten kunnen goedkoper worden
hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
milieuvriendelijkere gewassen
medicijnen tegen ziektes
argumenten tegen:
mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organisme
maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in
kan gevaarlijk zijn voor de natuur
Slide 22 - Tekstslide
DNA testen
misdaadbestrijding
fraude met vlees
erfelijkheidsonderzoek
vaderschapstesten
verwantschap tussen soorten
Slide 23 - Tekstslide
Aan het werk
Maak Thema 5, basisstof 6 in de Methode Biologie voor jou.
Vragen? Ik zit acher fronter berichten.
Kom maar op!
Slide 24 - Tekstslide
Neem onderstaande antwoorden over in je boek. Vergelijk met jou antwoorden in de methode
1. Brood, bier en wijn
2. Ja, want in het DNA van de superzalm is erfelijke informatie van andere soorten vissen aangebracht
3. Ja
4. Een hogere voedselopbrenst is nodig om de groeiende wereldbevolking van voedsel te voorzien.
Sommige gewassen kunnen milieuvriendelijker worden geproduceerd
Sommige ziekten kunnen beter worden behandeld
5. De mens heeft niet het recht de erfelijke eigenschappen van andere organismen naar eigen inzicht te veranderen
Door genetische modificatie kunnen allerlei nieuwe soorten organismen worden 'gemaakt'.
Genetisch gemodificeerde organismen kunnen in de natuur terechtkomen en daar schade veroorzaken.
6. Het argument dat genetisch gemodificeerde organismen in de natuur terecht kunnen komen en daar schade kunnen veroorzaken
20
1. Verdachte 3
2. Om het gen van soort 1 eruit te halen
3. Om het gen van soort 1 in soort 2 te kunnen inbouwen (te plakken)
21
Slide 25 - Tekstslide
Zin in een quizje?
Slide 26 - Tekstslide
Waarom gebruiken we biotechnologie?
A
Om betere productietechnieken te ontwikkelen
B
Om gewassen te verbeteren
C
Om m.b.v. organismen nieuwe stoffen te ontwikkelen
Slide 27 - Quizvraag
Hoe paste men dit eigenlijk al honderden jaren toe?
A
DNA technieken gebruiken.
B
Door kruising planten- en dierenveredeling.
C
Het maken van bier, wijn en brood.
D
Grote hoeveelheden medicijnen chemisch produceren .
Slide 28 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij de grote risico's van biotechnologie?