§7 en 8 De geschiedenis van het leven op aarde en Biotechnologie

Doel
Je kunt:
• een geologische tijdschaal kunnen aflezen.
• een stamboom van organismen kunnen aflezen.
• voorbeelden van toepassingen van biotechnologie kunnen noemen.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Doel
Je kunt:
• een geologische tijdschaal kunnen aflezen.
• een stamboom van organismen kunnen aflezen.
• voorbeelden van toepassingen van biotechnologie kunnen noemen.

Slide 1 - Tekstslide

Hoe heet de man die de evolutietheorie formuleerde?
A
Charles Darpin
B
Charlie Dawkins
C
Charlie Chaplin
D
Charles Darwin

Slide 2 - Quizvraag

Op welk eiland heeft Darwin de evolutietheorie bedacht?
A
Galapagos eilanden
B
Canarische eilanden
C
Chersonissos
D
Gran canaria

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je het proces dat ervoor zorgt dat organismen van dezelfde soort steeds meer van elkaar gaan verschillen?
A
evolutie
B
evolutietheorie
C
isolatie

Slide 4 - Quizvraag

Geologische tijdschaal
Wetenschappers hebben onderzoek gedaan naar de geschiedenis van het leven op aarde. 
De geschiedenis van het leven op aarde is verdeeld in tijdperken. Een tijdperk is een lange periode waarin veel gebeurd is. 

Slide 5 - Tekstslide

Ontwikkeling van het leven op aarde.


3 tijdperken
12 perioden
mjg = 
miljoen jaar geleden


NIET leren!

Wel:

- snappen

- af kunnen lezen 

- conclusies kunnen trekken 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Het eerste leven, in het water
  • De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden. Het eerste leven begon waarschijnlijk 3800 miljoen jaar geleden in het water. Dit was eencellig leven. Er was toen nog geen zuurstof in de lucht. Uit de eerste organismen ontstonden de eerste bacteriën. Een deel van die bacteriën kon zuurstof produceren
  • Eencellige organismen ontstonden ongeveer 3300 miljoen jaar geleden. Er kwam langzaam meer zuurstof in het water en in de lucht omdat in deze eencelligen fotosynthese plaatsvond. 

  • Ongeveer 1600 miljoen jaar geleden ontstonden de meercellige organismen                                                                 zich uit de eencelligen.
  • 700 miljoen jaar geleden ontstonden de eerste dieren. Ze ontstonden                                                                    allemaal in de oceanen en zeeën. Het waren bijvoorbeeld                                                                                                    de sponzen, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen en geleedpotigen

  • Op het land kwamen alleen bacteriën voor.

Slide 8 - Tekstslide

Na het leven in het water: LEVEN OP HET LAND
  • De aarde ontstond 4600 miljoen jaar geleden.
  • Het duurde nog een hele tijd voordat er op het land iets verscheen. De eerste landplanten en de vissen ontstonden 500 miljoen jaar geleden. De eerste landdieren ontstonden 450 miljoen jaar geleden. Het waren vooral de geleedpotigen, vooral duizendpoten. Later waren de andere gewervelden op het land te zien, de amfibieën en de reptielen.

  • 251 Miljoen jaar geleden begon de bloeitijd van de reptielen
  • Er ontstonden allerlei soorten sauriërs
  • Ze leefden ook in het water en de lucht.
  • Saurus betekent hagedis
  • Er leefden enorme sauriërs: dinosauriërs

  • Toen de sauriërs ontstonden,                                                                                                                                         ontstonden ook de eerste zoogdieren en vogels.

Slide 9 - Tekstslide

Verwantschap van soorten

  • De mensen die nu leven, hebben een gemenschappelijke voorouder. Deze leefden ongeveer 150.000 jaar geleden in Afrika.

  • Soorten die een gemeenschappelijke voorouder hebben vertonen verwantschap. Hoe langer geleden ze een gemeenschappelijke voorouder hadden, hoe minder de soorten verwant zijn.

  • In de afbeelding (een stamboom) zie je dat de Oerang-oetang en de moderne mens minder aan elkaar verwant zijn dan de chimpansee en de moderne mens.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Stamboom van organismen

  • In een stamboom zie je welke organismen zich ontwikkelen uit bepaalde organismen

  • Je kunt afleiden welke groepen veel en welke weinig verwant zijn. 

  • Als in een stamboom een lijn niet doorloopt, is een groep dieren uitgestorven.

Slide 12 - Tekstslide

Wanneer is de aarde ontstaan?
A
Ong. 3 miljard jaar geleden
B
Ong. 13,7 miljard jaar geleden
C
Ong. 4,6 miljoen jaar geleden
D
Ong. 4,6 miljard jaar geleden

Slide 13 - Quizvraag

Waar is het leven op aarde ontstaan?
A
Het is vanuit de ruimte gekomen
B
In het water
C
Op het land
D
In de grond

Slide 14 - Quizvraag

Hoe oud zijn de oudste fossielen?
A
Ong. 3 miljard jaar oud
B
Ong. 3,8 miljard jaar oud
C
Ong. 3 miljoen jaar oud
D
Ong. 30 miljard jaar geleden

Slide 15 - Quizvraag

Zijn alle soorten waarvan fossielen worden gevonden uitgestorven?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

De gevolgen van de inslag van de meteoriet.....
Wat is NIET waar
A
het werd donker
B
het werd warmer
C
er was veel stof en roet
D
er was weinig zonlicht

Slide 17 - Quizvraag

Wat is biotechnologie ?
  • Verzamelnaam technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens
  • Klassieke- en moderne biotechnologie 

Slide 18 - Tekstslide

Klassieke biotechnologie
  • gebruik van traditionele technieken
  • gebruik van bacteren, gisten en schimmels
  • productie van Kaas, bier, wijn, brood 

Slide 19 - Tekstslide

Moderne biotechnologie
  • Gebruik van moderne technologie
  • Gebruik van bacteren, gisten, en schimmels
  • Aanpassen van eigenschappen
  • De genen worden aangepast (genetische modificatie)

Slide 20 - Tekstslide

Recombinant-DNA-Techniek
  • De genen met positieve eigenschappen van het ene organisme toevoegen aan het DNA van een ander soort 
  • Genetische modificatie: een gemodificeerd organisme heet 'transgeen'

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Waar word biotechnologie voor gebruikt?

  • gezondheidszorg
  • landbouw
  • industrie
  • milieu 

Slide 23 - Tekstslide

concrete voorbeelden van biotechnologie

Slide 24 - Tekstslide

Tijgermug

  • Muggen zijn ziekteverspreiders. Ze zijn moeilijk te bestrijden omdat ze zich snel voortplanten, klein zijn en er heel veel aanwezig zijn. Recent onderzoek ziet genetische modificatie als een oplossing. 

  • Bij tijgermuggen, de verspreiders van knokkelkoorts zijn mannelijke muggen gemodificeerd zodat hun nageslacht sterft voordat het zich kan reproduceren. De mannelijke muggen vinden een vrouwtje, wat zich slechts eenmaal voortplant. Deze jongen gaan dood zonder voor nageslacht te zorgen, waardoor de populatie wordt verkleind.


Het aantal gevallen van knokkelkoorts neemt toe. 
Er bestaan geen medicijnen of injecties om het te voorkomen.
Knokkelkoorts
U krijgt plotseling koorts met koude rillingen, vaak met heftige hoofdpijn en pijn achter de ogen.
Uw hele lichaam kan pijn doen: spieren, botten en gewrichten, vooral onder in uw rug.
U krijgt huiduitslag op uw borst (romp), armen, benen en gezicht.
Na een paar dagen kunt u misselijk worden en overgeven.
Ook hoesten, keelpijn en smaakverandering komen voor.

Slide 25 - Tekstslide

Herman
  • De stier Herman is een genetisch gemodificeerde stier.  

  • Uit 1154 bevruchte en genetisch gemodificeerde eicellen kwam uiteindelijk één kalf waarbij de gemodificeerde genen tot uiting kwamen, de stier Herman.  

  • Aan hemzelf is geen verschil te merken, maar zijn vrouwelijke nakomelingen hebben een bijzondere afwijking.  

  • Ze produceren geen gewone melk, maar babyvoeding voor menselijke baby’s. Helaas zit er slechts een zeer klein aandeel lactoferrine in, wat baby’s nodig hebben. Hierdoor is de melk nooit in gebruik genomen.  Het verhaal van Herman bewijst wel dat er vele mogelijkheden zijn. 

Slide 26 - Tekstslide

Genetisch gemodificeerde rijst
  • Deze ggo-rijst heeft een hoger proVitamineA-gehalte en kan worden ingezet tegen het vitamine A-gebrek in Azië, een kwaal waar veel kinderen aan lijden. 
  • Per jaar worden wereldwijd 500.000 kinderen blind door een gebrek aan vitamine A en de helft van hen sterft binnen het jaar. 

  • De gouden rijst zou in 2013-2014 verwacht worden in de Filippijnen. 

  • Nadeel is dat er nog niet genoeg onderzoek is gedaan naar het effect op de omgeving, biodiversiteit en de overname van natuurlijke zaden door kunstmatige zaden.


Slide 27 - Tekstslide

Argumenten voor:

  • pruducten kunnen goedkoper worden
  • hogere opbrengsten in de landbouw (minder honger)
  • milieuvriendelijkere gewassen
  • medicijnen tegen ziektes

argumenten tegen:

  • mens heeft het recht niet om te knippen en plakken met genen van andere organisme maken van nieuwe soorten gaat tegen natuur in
  • kan gevaarlijk zijn voor de natuur

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Klonen
Eén of meerdere organismen die via ongeslachtelijke voortplanting uit één organisme ontstaan zijn: kloon.
Voorbeeld van klonen: weefselkweek

Slide 30 - Tekstslide

Genomics in de veeteelt
  • Welke stier heeft de beste combinatie van genen voor de hoogste melkopbrengst bij zijn nageslacht?


  • Voorheen moest je wachten tot dat nageslacht er ook echt was, nu kun je dat aan het genoom zien.

Slide 31 - Tekstslide

discokiller
  • moord op 5 vrouwen
  • jaren 80
  • na 18 jaar opgepakt
  • DNA-test

Slide 32 - Tekstslide

fraude met paardenvlees




  • ontdekt door DNA-test
  • paardenvlees is goedkoper

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

genomics

  • Studie van het complete DNA.


  • Hiermee kun je voorspellen hoe gezond/goed een organisme is.

Slide 35 - Tekstslide

DNA testen

  • misdaadbestrijding
  • fraude met vlees
  • erfelijkheidsonderzoek
  • vaderschapstesten
  • verwantschap tussen soorten

Slide 36 - Tekstslide