3B 27-11 Grammar 3+4

Grammar
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Planning for today: 
  • Hand in Homework
  • Grammar 3 + 4
  • Practice together
  • Zelfstandig werken

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoord + ing
Soms gebruik je een werkwoord + -ing, als een zelfstandig naamwoord. 
--> Deze gebruik je na de werkwoorden: 
To love, To hate, To Like 
-I told him you really like cooking.
- Do you also hate travelling by bus? 

Slide 3 - Tekstslide

Fill in the correct form:
I hate..... my homework when i get home from school (Do)
A
To do
B
doing
C
did

Slide 4 - Quizvraag

Fill in the correct form:
I never liked ...... in bad weather. (Cycle)
A
Cycling
B
to cycle

Slide 5 - Quizvraag

To + hele werkwoord
We gebruiken to + het hele werkwoord na de volgende werkwoorden: 
Promise, plan, hope, expect, decive, refuse, want
She decided to go with Elliot instead.
I want to visit Rome.
She promised to meet me there.

Slide 6 - Tekstslide

Fill in the correct form:
They expect ......... enough money. (Get)
A
Getting
B
To get

Slide 7 - Quizvraag

Fill in the correct form:
I hope ...... form you soon. (Hear)
A
To hear
B
hearing

Slide 8 - Quizvraag

Fill in the correct form:
I want ........ at the community centre. (volunteer)
A
Volunteering
B
Volenteered
C
To Volenteer

Slide 9 - Quizvraag

Grammar 4 Samengestelde woorden
Some-, Any-, Every- 

Some: Gebruik je bij een beperkt aantal van iets
Any: Gebruik je bij een onbeperkt aantal van iets
Every: Gebruik je als je het hebt over "alle"

Slide 10 - Tekstslide

-thing
Je gebruikt thing bij dingen

- I have found something to write on. 
- You can ask my anything about my job. 
- I have already donated everything to the shelter. 

Slide 11 - Tekstslide

-Body
Je gebruikt -Body bij mensen. 

- They say we all need somebody to love. 
- Do you know anybody who could help us? 
- Think everybody here is really nice. 

Slide 12 - Tekstslide

-Where
Je gebruikt -Where bij plaatsen. 

- He went somewhere to get food. 
- We can go anywhere we want. 
- I see flowers everywhere i look. 

Slide 13 - Tekstslide

Fill in the correct answer:
We can go .......... we want.
A
Somewhere
B
anywhere
C
anybody
D
everything

Slide 14 - Quizvraag

Fill in the correct form:
They say we all need ........ to love.
A
everthing
B
anybody
C
somebody
D
somewhere

Slide 15 - Quizvraag

Grammar 3 ww+ing/to+ww

Bij To love, to like, to hate
Werkwoord + Ing ( love going)

Bij promise, decide, plan, hope, expect, want
To + hele werkwoord (Want to go)
Grammar 4- Some, any, every




To do: 
Zelfstandig werken: Opdracht 55, 56, 57, 59 (page 67)

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide