tegenw tijd en leestekens (1.9 MAX)

persoonsvorm tt en leestekens
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

persoonsvorm tt en leestekens

Slide 1 - Tekstslide

doel van de les
- ik weet hoe ik een persoonsvorm tt moet schrijven in het enkelvoud en meervoud
-Ik weet wanneer ik een punt, vraagteken, uitroepteken, komma en aanhalingsteken moet gebruiken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

tt:
Hans (kleden) ...... zich aan.
A
kleed
B
kleedt
C
kled
D
kleet

Slide 4 - Quizvraag

tt:
Mijn tas (staan) ..... op de grond.
A
sta
B
stat
C
staat
D
staadt

Slide 5 - Quizvraag

tt:
Hij (beantwoorden) ..... de vraag.
A
beantwoort
B
beantword
C
beantwoord
D
beantwoordt

Slide 6 - Quizvraag

Hij (beginnen) met zijn huiswerk.
A
begint
B
begon
C
begind
D
begindt

Slide 7 - Quizvraag

Iedereen (houden) toch van chocola?
De juiste spelling van het werkwoord is:
A
houd
B
houdd
C
houden
D
houdt

Slide 8 - Quizvraag

Leestekens zijn belangrijk!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Leestekens

Slide 11 - Tekstslide

Hoe laat begint de les vandaag!
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 12 - Quizvraag

'Waarmee kan ik u helpen?', vroeg de medewerkster.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 13 - Quizvraag

We rijden vandaag door Nederland, België, en Luxemburg.
A
leestekens/hoofdletters zijn goed geschreven
B
leestekens/hoofdletters zijn fout geschreven.

Slide 14 - Quizvraag

“Heeft u een klantenkaart?” Vroeg de caissière.
A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 15 - Quizvraag

"Bart, let jij ook even op?" vroeg meneer de Groot.

A
De hoofdletters en leestekens kloppen.
B
De hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 16 - Quizvraag

Moeder vroeg: "Wil je kaas, jam of hagelslag op je boterham?"
A
Hoofdletters en leestekens kloppen.
B
Hoofdletters en leestekens kloppen niet.

Slide 17 - Quizvraag

Premier Rutte zei: Voorlopig mogen de kinderen nog niet naar school."
A
De leestekens zijn goed gebruikt.
B
De leestekens zijn fout gebruikt.

Slide 18 - Quizvraag

Doel behaald?
- ik weet hoe ik een persoonsvorm tt moet schrijven in het enkelvoud en meervoud
-Ik weet wanneer ik een punt, vraagteken, uitroepteken, komma en aanhalingsteken moet gebruiken

Slide 19 - Tekstslide

Is het doel behaald? Zo niet: wat vind je nog lastig?

Slide 20 - Open vraag