wk 48: les 4 - 14 Samenstellingen

Vrijdag 2 december - 1HA1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik vorige les: samenstellingen, huiswerk bespreken (opdr. 1, 2, 7, 8 blz. 58)
  • Aan de slag!



timer
10:00
40-minutenrooster
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vrijdag 2 december - 1HA1
  • 10 minuten stillezen
  • Terugblik vorige les: samenstellingen, huiswerk bespreken (opdr. 1, 2, 7, 8 blz. 58)
  • Aan de slag!



timer
10:00
40-minutenrooster

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les heb je geleerd...
...om samenstellingen goed te spellen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze les ga je...
...verder oefenen met samenstellingen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

huilen + balk =

Slide 7 - Open vraag

asperge + soep =

Slide 8 - Open vraag

zon + bril =

Slide 9 - Open vraag

seconde + wijzer =

Slide 10 - Open vraag

Tussenletter -s?
najaar...storm
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Tussenletter -s?

spruitje...stamppot
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Als een deel van de samenstelling uniek is, dan .......
A
Is de tussenletter altijd een -n
B
Is de tussenletter altijd een -s
C
Wordt er geen tussenletter gebruikt

Slide 13 - Quizvraag

Een samenstelling met versterkende uitdrukking krijgt als tussenletter(s):
A
-e
B
-en
C
-s
D
geen

Slide 14 - Quizvraag

Welke woorden zijn goed geschreven? Let op de tussenletter.
A
Fietsslot
B
Druivesap
C
Trainingsschema
D
Zonnenbrand

Slide 15 - Quizvraag

Samenstelling en tussenletter

Je schrijft geen tussenletter als...
A
het eerste woord geen zn is
B
het geen meervoud heeft
C
alleen een meervoud op een -s heeft
D
het aangeeft hoe leuk of groot iets is

Slide 16 - Quizvraag

Een samenstelling waarvan het eerste deel 2 meervoudsvormen heeft krijgt als tussenletter(s):
A
-e
B
-en
C
-s
D
geen

Slide 17 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Je schrijft een tussenletter -e- in een samenstelling als het eerste deel alleen een meervoud op -en heeft.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
hoogtemeter
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 19 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 20 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 21 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 22 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
bendeleden
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 23 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 24 - Quizvraag

zon + stelsel =

Slide 25 - Open vraag

nacht + gaal =

Slide 26 - Open vraag