Duitsland deel 1 Duits keizerrijk
Geef in drie zinnen aan wat je de vorige les hebt geleerd (Gouden Eeuw).
1 / 22
Onderdelen in deze les
Geef in drie zinnen aan wat je de vorige les hebt geleerd (Gouden Eeuw).
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Slide 12 - Tekstslide
De Frans-Duitse oorlog werd door een historicus "de moeder van de Eerste Wereldoorlog" genoemd.
Geef aan wat met deze uitspraak bedoeld werd.
Geef aan wat met deze uitspraak bedoeld werd.
Slide 13 - Open vraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Duitsland was na 1871 omringd door drie andere grootmachten. Leg uit hoe Bismarck in zijn buitenlandse politiek daarmee rekening hield.
Slide 19 - Open vraag
In welk jaar werd het Duitse Keizerrijk gesticht?
A
1866
B
1870
C
1871
D
1919
Slide 20 - Quizvraag
De politiek van von Bismarck noemen we alliantiepolitiek. Hiermee bedoelen we:
A
een alliantie met Frankrijk en andere grootmachten sluiten
B
Bongenootschappen sluiten met Oostenrijk-Hongarije en Rusland om tegen Frankrijk te vechten
C
Bondgenootschappen sluiten en geen gebiedsuitbreiding willen
D
het voorkomen van een bondgenootschap tussen Frankrijk en Rusland en het invallen van Frankrijk.
Slide 21 - Quizvraag
De Conferentie van Berlijn
A
past geheel in de alliantiepolitiek
B
stond onder leiding van Wilhelm II
C
werd in 1898 georganiseerd
D
werd georganiseerd door Chamberlain
