Lj 3 - Week 44 les 14 & 15

WELKOM  
Leg je telefoon in je tas, zet je tas op de grond.
Leg je leesboek op tafel
We gaan lekker lezen!




timer
10:00
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1-4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM  
Leg je telefoon in je tas, zet je tas op de grond.
Leg je leesboek op tafel
We gaan lekker lezen!




timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Leg je telefoon in je tas
Leg je leesboek voor je op tafel
Zet je tas op de grond

We gaan lezen!
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

PLANNING
  • lezen 
  • toets maandag 6 november
  • tekstdoelen en tekstsoorten
  • uitleg publiek
  • zelfstandig werken


Slide 3 - Tekstslide

Toets 6 november
Waarom? 
Woordenschat vergroten
Een mogelijkheid om je punt op te halen!

Hoe voorbereiden?
Leer de woordenlijst van H2 (die krijg je van mij én die zet ik op Fronter).

Slide 4 - Tekstslide

PLANNING
  • lezen 
  • toets maandag 6 november
  • tekstdoelen en tekstsoorten
  • uitleg publiek
  • zelfstandig werken


Slide 5 - Tekstslide

Doelen van de les
Productdoel:
  • kun je verschillende tekstdoelen benoemen
  • kun je aan een tekst zien voor welk publiek het bedoeld is.

Procesdoel:
  • je reageert snel op een verzoek om stilte en helpt elkaar daarbij.



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Link

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende tekstdoelen
Hoe weet je wat een schrijver wil met een tekst?

Slide 10 - Tekstslide

Tekstdoel weten
=
tekst beter begrijpen 

(je weet hoe de tekst eruit zal zien, je kunt al een beetje bedenken wat de inhoud van de tekst zal zijn)

amuseren, informeren, overhalen/ activeren, overtuigen, instrueren
Tekstsoort weten
=
tekst beter begrijpen



krantenartikel, recept, stripverhaal, reclame, recensie, review, flyer, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Tekst
Overhalen/

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Zelfstandig werken 3
Lees
Lees blz. 36 en je aantekeningen nog eens goed door.
Maak
Blz. 38-43, opdracht 1, 2, 3, 4.
Opdracht 1 eerst klassikaal doornemen.

Hoe
opdrachten stil maken, zachtjes overleggen mag als je naast iemand zit.
Tijd
30 minuten
Klaar?
ga lekker lezen
Resultaat

Slide 19 - Tekstslide

Evaluatie lesdoel: Ik weet wat

Slide 20 - Woordweb

Ik kan het onderwerp en de hoofdgedachte uit een tekst halen
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Sleep de uitleg naar het juiste tekstdoel:
informeren
instrueren
overtuigen
overhalen
amuseren
De schrijver wil....
Tekstdoel
je iets leren
je uitleggen hoe je iets moet doen
je overtuigen van zijn mening
je iets laten doen
je vermaken

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Overtuigen
Informeren
Instructie

Slide 23 - Sleepvraag

Sleepvraag: Sleep de juiste tekstsoort naar het juiste tekstdoel
amuseren
informeren
instructie geven
overhalen

Slide 24 - Sleepvraag

Sleep de tekstsoorten naar het juiste tekstdoel
Informeren
Overhalen
Instrueren
Amuseren

Slide 25 - Sleepvraag

Wat is GEEN tekstdoel?
A
verkennen
B
informeren
C
overtuigen
D
vermaken

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je vermaken (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (overhalen)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 27 - Quizvraag

Geef een voorbeeld bij het tekstdoel: instructie geven

Slide 28 - Open vraag

Oefenen
  • Zorg dat je pen en papier hebt.
  • Schrijf de nummers 1 t/m 7 op je papier.
  • Kijk goed naar de plaatjes.
  • Schrijf op wat het doel is van de schrijver.

(informeren, amuseren, overtuigen, overhalen/ activeren, instructie geven)
timer
1:00

Slide 29 - Tekstslide

1

Slide 30 - Tekstslide

2

Slide 31 - Tekstslide

3

Slide 32 - Tekstslide

4

Slide 33 - Tekstslide

5

Slide 34 - Tekstslide

6

Slide 35 - Tekstslide

7

Slide 36 - Tekstslide

Antwoorden
1 = amuseren
2 = instrueren/ instructie
3 = overtuigen
4 = informeren
5 = overtuigen
6 = amuseren
7 = overtuigen

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Oefenen
Wat?
Je gaat kenmerken van tekstsoorten opsporen.

Oefenen
Hoe?
  •  Maak duo's.
  • Je krijgt 8 teksten.
  • Individueel 4 teksten bekijken.
  • Met z'n tweeën bepalen welke tekstsoorten bij elkaar horen.
  • Werkblad 1 en 2 invullen.





timer
5:00

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Opdracht nabespreken

Slide 41 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 42 - Woordweb

Heb je nog een vraag over deze les?

Slide 43 - Woordweb

Huiswerk

Slide 44 - Tekstslide