quiz

Quiz
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Quiz

Slide 1 - Tekstslide

Lagen van de huid
Opperhuid
lederhuid
Onderhuids bindweefsel

Slide 2 - Sleepvraag

door welk stofje wordt de huid vettig?
A
zweet
B
pus
C
talg
D
porien

Slide 3 - Quizvraag

Onderdelen van de huid
Talg
bloedvat
Haar
Kiemlaag
Haarzakje
Haarspiertje
Hoornlaag
vetweefsel
Zweetklier
Talgklier

Slide 4 - Sleepvraag

Bloedplaatjes gaan naar het wondje
Bloedplaatjes maken kleverige draden
Rode bloedcellen blijven hangen in de deraden
De kleverige draden en rode bloedcellen drogen op tot een korst
De huid geneest en het korstje valt af

Slide 5 - Sleepvraag

Zweetklieren maken zweet. Wat is de functie van zweet?
A
nat houden van de huid
B
soepel houden van de huid
C
afkoeling van de huid
D
zweten

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel lagen van de huid zijn er?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

In welke huidlaag worden nieuwe cellen gemaakt?
A
Opperhuid
B
Lederhuid
C
Onderhuids bindweefsel

Slide 8 - Quizvraag

Je hebt eelt op je handen.
Welke laag van de huid is dan extra dik?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
hoornlaag

Slide 9 - Quizvraag

Henk neemt een tatoeage.
In welke laag van de huid moet die worden gezet om te blijven zitten?

A
hoornlaag
B
kiemlaag
C
lederhuid

Slide 10 - Quizvraag

Wat bedoelt met blijvende huidflora?
A
bacteriën die normaal op je huid zitten
B
bacteriën die leven van afvalstoffen en huidschilfers uit zweet
C
kleine plantjes op je huid

Slide 11 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met tijdelijke huidflora?
A
bacteriën en gisten die normaal op je huid zitten
B
bacteriën die leven van afvalstoffen en huidschilfers uit zweet
C
kleine plantjes op je huid
D
schimmels die tussen je tenen groeien

Slide 12 - Quizvraag

Wat zorgt NIET voor puistjes?
A
Talg
B
Virussen
C
Bacteriën
D
Ontsteking

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor zwemmerseczeem?
A
Blobvis
B
Stenio
C
Schimmeldraden
D
Voetschimmel

Slide 14 - Quizvraag

Door welke ziekteverwekker wordt een wrat veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een virus?
A
Virussen vermeerderen zich in de cel en maken de cellen kapot
B
Maken je ziek door giftige stoffen uit te scheiden

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een bacterie?
A
Maken je ziek door giftige stoffen uit te scheiden
B
Virussen vermeerderen zich in de cel en maken de cellen kapot

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer ben je immuun?

Slide 18 - Open vraag

Hoe bestrijdt je bacteriën?
A
Antibiotica
B
Penicilline

Slide 19 - Quizvraag

Niezen. Op welke manier worden de minste ziekteverwekkers verspreid?
A
vrij in de lucht
B
in je hand
C
in je elleboog
D
in een zakdoek

Slide 20 - Quizvraag

Hoe heet de fase bij een infectieziekte waarbij je je nog niet ziek voelt maar wel al ziekteverwekkers in je lichaam hebt?
A
Diagnose
B
Besmetting
C
Genezing
D
Incubatietijd

Slide 21 - Quizvraag

Geef een ander woord voor vaccinatie

Slide 22 - Open vraag

Zijn er nog vragen?

Slide 23 - Tekstslide