Blok 1, Les 9: verkeer en vervoer

verkeer en vervoer
1 / 21
volgende
Slide 1: Woordweb
TaalBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

verkeer en vervoer

Slide 1 - Woordweb

de achteruitkijkspiegel
De spiegel bij de bestuurder waarmee je het verkeer achter je ziet

De bestuurder zag een ongeluk gebeuren in zijn achteruitkijkspiegel.


Slide 2 - Tekstslide

Waarom is het hebben van een achteruitkijkspiegel in je auto zo belangrijk?

Slide 3 - Open vraag

het asfalt
Zwarte of grijze straatbedekking.

Over asfalt rijden is fijner dan over stenen rijden.

Slide 4 - Tekstslide

Welke wegen zijn van asfalt?

Slide 5 - Open vraag

een bocht afsnijden
 Een bocht erg krap nemen.

Omdat de auto de bocht afsnijdt, wordt de fietser bijna aangereden. 

Slide 6 - Tekstslide

Waarom kan afsnijden zo gevaarlijk zijn?

Slide 7 - Open vraag

slippen
Als een auto over de weg glijdt en niet meer goed te besturen is.

Door de ijzel op de weg, slippen de auto's.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

de ijzel
Dun laagje bevroren regen  

Door de ijzel is het erg glad op de weg. 

Slide 10 - Tekstslide

Wat wordt er gedaan tegen ijzel?

Slide 11 - Open vraag

inhalen
 Iemand voorbij gaan.

In het verkeer mag je alleen maar links inhalen. 

Slide 12 - Tekstslide

de ophaalbrug
Een brug die omhoog geklapt kan worden, zodat er boten langs kunnen

De brug bij Baarn is een ophaalbrug.

Slide 13 - Tekstslide

Maak een zin met het woord 'ophaalbrug'.

Slide 14 - Open vraag

de splitsing
 Een plaats waar een weg zich in twee wegen verdeelt.

Gaan we naar links of naar rechts bij de splitsing?

Slide 15 - Tekstslide

versperren
 Ervoor zorgen dat niemand er langs kan.

De grote steen verspert de weg. 

Slide 16 - Tekstslide

Wat kan de weg versperren?

Slide 17 - Open vraag

de viaduct
Een verkeersbrug over een andere weg.

Er gaat een viaduct over de snelweg. 

Slide 18 - Tekstslide

de voorrang
 Als je in het verkeer als eerste mag rijden of lopen en andere mensen moeten wachten.

Je moet altijd voorrang krijgen, niet nemen!

Slide 19 - Tekstslide

wat is de goede volgorde va voorrang?
A
blauwe auto - witte auto - fietser
B
fietser - blauwe auto - witte auto
C
blauwe auto - fietser - witte auto
D
witte auto - blauwe auto - fietser

Slide 20 - Quizvraag

de wegwerkzaamheden
Reparaties die worden uitgevoerd aan wegen

In de buurt van de school zijn er wegwerkzaamheden.

Slide 21 - Tekstslide