6.3 winst en verlies

wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • uitleg hoofdstuk 6 paragraaf 3 
  • bespreken huiswerkopdrachten
  • Maken hoofdstuk 6 paragraaf 3  en inleveren in lessonup
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

wat gaan we vandaag doen?
  • Herhaling vorige les
  • uitleg hoofdstuk 6 paragraaf 3 
  • bespreken huiswerkopdrachten
  • Maken hoofdstuk 6 paragraaf 3  en inleveren in lessonup

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen 6.2

- Wat is een markt?

- Hoe heeft de vraag en het aanbod invloed op de prijs?

- Waarom is het marktaandeel voor een bedrijf belangrijk?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen 6.3
  • Hoe je de brutowinst en nettowinst moet uitrekenen
  • Wat het verschil is tussen een verkoopprijs en een consumentenprijs en hoe je dit berekent
  • Welke btw-tarieven er zijn

Slide 3 - Tekstslide



Uitleg paragraaf 3

Slide 4 - Tekstslide




De kantine van de school

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Van omzet naar nettoresultaat

-Afzet:  

-Omzet:  

WINSTBEREKENING:

  • Afzet  x verkoopprijs  =            Omzet
  • Afzet x inkoopprijs  =                Inkoopwaarde -
  •                                                              BRUTOWINST
  • (huurpand, elektriciteit,          Bedrijfskosten -
  • personeelskosten)  =               NETTOWINST

                                                            





Aantal verkochte producten
geld dat je ontvangt uit de verkoop

Slide 7 - Tekstslide

bedrijfskosten
  • Alle kosten die een ondernemer maakt om zijn bedrijf te runnen.
  • bijvoorbeeld huurkosten, energiekosten, loonkosten.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldsom

Van een kledingwinkel zijn over 2018 de volgende gegevens bekend:

-afzet 3000 stuks.
-Gemiddelde inkoopprijs per stuk is € 35,-
-Gemiddelde verkoopprijs per stuk is € 75,-
-Loonkosten waren € 30.000,-
-Overige kosten € 25.000


Vraag:

Bereken de bruto- en nettowinst!







timer
4:00

Slide 9 - Tekstslide

UITWERKING

  • 3000 x 75,-          =  € 225.000,- 
  • 3000 x 35,-          =  € 105.000,-     -
  • BRUTOWINST     =  € 120.000,- 
  • Bedrijfskosten  =  €   55.000,-      -
  • NETTOWINST     =  €   65.000,-

Slide 10 - Tekstslide

brutowinstmarge
Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs
Brutowinst per product:
  • verkoopprijs - inkoopprijs

Brutowinstmarge: 
  • Dit is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeldsom
Stel de inkoopprijs van een big mac is € 2,00.  De brutowinstmarge is 70%. 

Bereken de verkoopprijs van de bigmac.
timer
2:00

Slide 12 - Tekstslide

0

Slide 13 - Video

Welke btw-tarieven zijn er?

Slide 14 - Open vraag

6.3 Winst of verlies? (deel 2)
  • verkoopprijs

Slide 15 - Tekstslide

  • btw
6.3 Winst of verlies? (deel 2)
  • verkoopprijs

Slide 16 - Tekstslide

  • btw
6.3 Winst of verlies? (deel 2)
  • verkoopprijs
Consumentenprijs
verkoopprijs kano € 180
btw kano 0,21 x 180 = € 37,80
Consumentenprijs = 180 + 37,80 = € 217,80
VB

Slide 17 - Tekstslide

Consumentenprijs

verkoopprijs + btw = consumentenprijs

100%                + 21% = 121%


De consumentenprijs is de prijs die jij betaalt voor een product in de winkel.

Slide 18 - Tekstslide

Van verkoopprijs naar consumentenprijs
De verkoopprijs van een iphone  is € 1100,00.
De btw is 21%.

De consumentenprijs (wat betaal je in de winkel):
€1100,00 : 100 x 21 en dat tel je bij de €1100,00 op OF €1100,00 : 100 x 121

  • € 1100,00 : 100 x 121 = € 1.331,00
  • € 1100,00 + € 231,00 = € 1.331,00

Slide 19 - Tekstslide

Van inkoopprijs tot consumentenprijs

Inkoopprijs + brutowinstmarge = verkoopprijs


verkoopprijs + btw = consumentenprijs



Slide 20 - Tekstslide

Consumentenprijs

Inkoopprijs                               100%
Brutowinstmarge                          +
Verkoopprijs (excl. BTW)

Verkoopprijs                            100%
BTW                                                     +
Consumentenprijs
Winst berekenen

Omzet (verkoopprijs x afzet)
Totale inkoopwaarde                    -
Brutowinst
Bedrijfskosten                                 -
Netto resultaat
(winst of verlies)

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerkopdrachten bespreken

Slide 22 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 23 - Tekstslide

Maken hoofdstuk 6 paragraaf 3
opdracht 23 t/m 35
inleveren door middel van foto of bestand

Slide 24 - Open vraag