Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
1.1 Werken met kaarten
Wat weet je nog van de vorige keer?
Slide 1 - Tekstslide
Welke onderdelen vind je op een kaart?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Video
Schaal
Omdat een kaart een gebied kleiner afbeeldt, zijn de afstanden tussen plaatsen ook verkleind. Je gebruikt de schaal van een kaart als je de werkelijke afstand tussen plaatsen wilt weten.
Hoe werkt het?
Slide 4 - Tekstslide
schaal
Rechtsboven staat dat de schaal van deze kaart 1:200.000 is.
1:200.000
1 centimeter op de kaart is in werkelijkheid 2 kilometer
berekenen schaal
Je meet met je lineaal hoeveel centimeter 2 plaatsen van elkaar liggen op de kaart. Dan kijk je wat de schaal van de kaart is. In dit geval: 1:200.000. Je streept ALTIJD 5 nullen weg: 1 cm is dus 2 kilometer in het echt.
Stel plaats A en B liggen 5 centimeter uit elkaar op de kaart dan is dat in werkelijkheid 5 x 2 km. = 10 kilometer.
Slide 5 - Tekstslide
Linksonder zie je de schaal van deze kaart. Hoeveel km is 1 cm in werkelijkheid?