Les 4 regels en rechten

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Welkom 3C

Lesplanning

1. Terugblik 
2. Lesdoelen 
3. Uitleg bedrijfsregels/ vakbond 
4. Opdrachten 
5. Opdrachten nabespreken 
6.  Leren voor de toets 

Terugblik

Sta op en schuif je stoel aan 

We gooien de bal over en leren op die manier de begrippen 

Eerst zullen de betekenissen erbij staan

Vervolgens moet je zelf de begrippen kunnen omschrijven 

Begrippen 

Werknemer: Iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt

Werkgever: Het bedrijf of organisatie waarvoor je werkt 

Stage lopen: Bij een bedrijf leren wat het werk inhoudt en hoe het is om bij een bedrijf te werken 

Sollicitatiegesprek: Het gesprek waarin een bedrijf kijkt of jij geschikt bent voor de baan

Functie-eisen: Eisen die je voor een bepaalde baan moet hebben 

CV: Een overzicht waarin staat wat voor opleiding en wat voor werkervaring je hebt

Begrippen 

Werknemer 

Werkgever 

Stage lopen 

Sollicitatiegesprek 

Functie-eisen 

CV

Lesdoelen 

Aan het einde van de les kun je uitleggen wat een vakbond doet 

Aan het einde van de les kun je uitleggen dat het belangrijk is om bedrijfsregels te hebben 

Noem een regel/ afspraak die op jouw stage erg belangrijk is.

Regels op werk 

Blz 152

Vakbond

Bladzijde 155

Een vakbond komt op voor de werknemers van het bedrijf. 

Regels zelfstandig werken 

1 Als je een vraag hebt stel hem aan je buurman/vrouw of aan mij door je vinger op te steken 

2 Telefoon gebruik je alleen voor de opdracht 

3 Het geluidsniveau is niet harder dan fluisteren, zo kan iedereen gefocust werken 

4 Je blijft op je plaats zitten 

5 Je weet wat je moet doen als je klaar bent 

Doelen nabespreken

Leg in je tweetal aan elkaar uit wat een vakbond is. 

Leg in je tweetal aan elkaar uit waarom het belangrijk is dat er bedrijfsregels zijn 

Nabespreken in de klas. 

Effectief leren 

https://youtu.be/uoTw2kdadXk?si=KRm_8ZEaFGVY9W1D

Euro 

Dobbelsteen 

Driewieler 

Klavertje 

Hand 

Sixpack 

Sevenup 

Les planning

1. Doelen van de les.
   


2. Zelfstandig werken aan de opdrachten 
3. Test jezelf - quiz over de begrippen.
4. Doelen van de les bespreken 

Doelen van de les 

Je gaat zelfstandig werken aan de opdrachten en begrippen. 

Je oefent met de begrippen

Vragen stellen over de begrippen die jij lastig vindt. 

Begrippen oefenen 

Lees de begrippen op blz 158 

Opdracht 1 - plaats het begrip in de juist zin

Opdracht 2 - schema woordweb van de begrippen. Welke begrippen horen bij elkaar.

werk zelfstandig in stilte 

Test jezelf

Hoe goed ken jij de begrippen al, of moet je toch nog goed leren voor de toets?

Doe mee met de quiz en kom er achter. 

Werknemer

1. Is een eigen baas
2. Is iemand die bij een bedrijf werkt
3. Is iemand die liever vrije tijd neemt
4. Is iemand die werk geeft

In een sollicitatie gesprek ....

1. Leer jij het bedrijf vast goed kennen
2. Leer jij je nieuwe collega's kennen
3. wordt er gekeken of jij geschikt bent voor de baan
4. Is een gesprek over salaris en vakantiedagen

Tijdens een stage

1. Werk jij voor niks
2. hoef je nog niet zo goed je best te doen
3. kan je zelf bepalen welke taken jij wilt leren
4. leer jij wat werken bij een bedrijf inhoudt

Een vacature is

1. een advertentie voor een beschikbare baan
2. Een papier met afspraken over de baan
3. Een gesprek waarin je zelf presenteert
4. Een advertentie voor werkkleding.

Het laagste salaris wat iedereen hoort te krijgen noem je

1. Salaris
2. Pensioen
3. Maximumloon
4. minimumloom

In een CV staat

1. persoonsgegevens en een verklaring van goed gedrag
2. werkervaring en hobby's en wensen voor de baan
3. Persoonsgegevens, werkervaring, opleiding en hobby's
4. Een verhaal over jouw leven.

Je hoeft je niet altijd aan de afspraken van een contract te houden

1. Juist
2. Onjuist

Solliciteren is

1. een brief schrijven naar een bedrijf
2. Zoeken naar een vacature
3. Een gesprek met je nieuwe baas
4. Alles antwoorden horen bij solliciteren

Het geld dat je op je rekening krijgt van de werkgever noemen wij

1. Uitkering
2. Vakantiegeld
3. Loon
4. Zakgeld

Een werkgever

1. Is een persoon of een bedrijf
2. Iemand die jouw altijd je taken geeft op werk
3. Iemand die het salaris betaald
4. De persoon die werk doet voor een bedrijf

Een vakbond komt op voor de rechten van de werknemer. Je bent verplicht om lid te worden.

1. Juist
2. Onjuist

Toets 

Maak de opdrachten uit je burgerschap portfolio en lever deze in voor maandag 10 okt. 

Leer thuis de begrippen van thema 5.

Maandag 10 okt toets 

1 nov gastles solliciteren van de Jonge krijger 

Doelen nabespreken

Ben je klaar voor de toets? 

Weet je wanneer de toets is? 

Wat moet je leren voor de toets? 

Zijn er nog begrippen die je niet begrijpt? 

Hoe ga je leren voor de toets?