Bedrustcomplicaties

Complicaties 
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Complicaties 

Slide 1 - Tekstslide

Risico's bij verminderde mobiliteit


  1. Contractuur 
  2. Spieratrofie 
  3. Longontsteking 
  4. Smetten 
  5. Decubitus 
  6. Trombose 

Slide 2 - Tekstslide

Contractuur 

Slide 3 - Tekstslide

Contractuur
Wat is het? 
samentrekking van weefsel, pezen en spieren met als gevolg dwangstand van een gewricht. Daardoor krijg je een niet normale stand van een gewricht of een lichaamsdeel.
  

Wat is de oorzaak
Immobiliteit, bedrust/rolstoel, slechte houding in bed, littekenweefsel, b.v. brandwonden

Bekende contracturen; 
Stijve schouder, spitsvoet, knie – en heupcontractuur.


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat kun je hieraan doen 
  • Regelmatig veranderen van houding; minimaal 3 keer een half uur per dag plat en goed gestrekt in bed gaan liggen ter voorkoming van knie- en heup contracturen
  • Voet in juiste houding, tegendruk geven op voetzoel, beddenplank, voetplank
  • Oefentherapie, ‘tenen naar de neus’
  • Geen druk op bovenkant van de voet uitoefenen, dekenboog gebruik, dekens en lakens lostrekken




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Spieratrofie

Slide 8 - Tekstslide

Spieratrofie
Wat is het? 
spierweefsel wat slapper en dunner wordt, volume neemt af en daardoor bewegingsbeperking

Wat is de oorzaak? 
 als spieren niet gebruikt worden, bijvoorbeeld door verlammingen of door langdurige inactiviteit worden ze dunner en treedt er krachtsverlies op.
Voorbeelden oorzaak: langdurige bedrust, door gips


Slide 9 - Tekstslide

Verschijnselen van spieratrofie
  • Afname van omtrek arm of been 
  •  Problemen met bewegen; verminderde kracht
  • Voorovergebogen houding 
  • Beperkte beweging van de nek 

Slide 10 - Tekstslide

Wat kun je doen 
  • Oefentherapie, passief en actief
  • Spieren blijven gebruiken (use it or lose it)
  • Regelmatig veranderen van houding
  • Gezond eten: spieren hebben brandstof nodig 


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Longontsteking 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Longontsteking ( pneumonie)
Wat is het? 
Is een ontsteking van de longblaasjes en het omringende weefsel, vaak veroorzaakt door een infectie.

Wat is de oorzaak?
Onvoldoende ventilatie van de longen, ophoping van slijm in bronchiën, verslikken van vocht/voeding
Welke klachten komen hierbij kijken? 
Pijn bij het ademhalen, benauwd zijn, ophoesten van geel of groen slijm ( soms met wat bloed), vermoeidheid, een hogere of juiste lagere lichaamstemperatuur, pijn in de longen, minder eetlust


Slide 15 - Tekstslide

Smetten 

Slide 16 - Tekstslide

Smetten :  Intertrigo

Een verzamelnaam voor een rode, doorgaans pijnlijke huiduitslag op die plaatsen waar huid tegen huid aanligt. 
Het is een oppervlakkige huidaandoening.

 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Oorzaak van smetten 
  •     Overgewicht
  •     Diabetes
  •     Een verminderde weerstand
  •     Een verminderde mobiliteit
  •     Beperking in de zelfzorg ( problemen met wassen en drogen)
  •     Een verhoogde lichaamstemperatuur
  •     Een vochtige huid door bijv. zweten 
  •     Incontinentie

Slide 19 - Tekstslide

Klachten 

  • De huid is rood
  • Soms zijn er schilfertjes
  • De huid is vaak wat vochtig
  • Jeuk, een branderig gevoel
  • Pijnlijke huid
  • Een onaangename geur
  • Ontstaan van infecties ( blaasjes, gele plekjes, bloedplekjes)

Slide 20 - Tekstslide

Wat te doen bij smetplekken 
  • Goed drogen van de huid, met name bij de risico plekken. Niet wrijven maar deppen.
  • Droge kleding ( of pyjama's ) aan. Bij voorkeur katoen.
  • Bij incontinentie het materiaal regelmatig (minimaal 5 keer per dag) verschonen.
  • Opletten dat huiddelen niet langdurig tegen elkaar drukken.
  • Geen zeep gebruiken bij het wassen
  • Barrièrespray of –crème gebruiken (zink zorgt voor beschermend laagje en indrogen)
  • Goed sluitende, niet knellende kleding dragen
  • Zorg voor een koele omgeving
  • Gebruik van Engels pluksel of scheurlinnen (ruwe kant op de huid) 

Slide 21 - Tekstslide

Decubitus 

Slide 22 - Tekstslide

Wat is decubitus?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Decubitus 
Decubitus worden ook drukplekken of doorligplekken genoemd.
Een zorgvrager met decubitus heeft een beschadiging aan de huid, die ontstaan is doordat hij of zij lang in dezelfde houding ligt.

In dit soort gevallen drukt het lichaamsgewicht steeds op dezelfde plaats, waardoor die plek overbelast raakt.
Decubitus komt vooral voor op plaatsen waar het bot direct onder de huid ligt, zoals bij de stuit. 


Slide 25 - Tekstslide

Verschillende stadia van decubitus
  1. Graad 1; Rode vlek op de huid. Druk je hierop met je vinger dan verdwijnt de vlek niet. Er is dan al schade.
  2. Graad 2: Een bloederig met vocht gevulde blaar. De schade wordt zichtbaar.
  3. Graad 3: De hele huid en het onderhuids vetweefsel zijn aangetast. Er is een diepe zweer. De huid ziet geel en zwart.
  4. Graad 4: Het spierweefsel is zelfs aangetast en er zijn soms centimeters diepe wonden.

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld foto`s

Slide 27 - Tekstslide

Graad 1

Slide 28 - Tekstslide

Graad 2

Slide 29 - Tekstslide

Graad 3

Slide 30 - Tekstslide

Graad 4

Slide 31 - Tekstslide

Oorzaak decubitus 
  • Druk: Steeds in dezelfde houding in bed of in een (rol) stoel
  • Lichaamsvocht: Zweten, incontinentie
  • Conditie / weerstand: Slechte voedingstoestand, koorts
  • Verminderd gevoel in de huid: Door beschadiging van de zenuwen of zenuwgeleiding.

Slide 32 - Tekstslide

Hoe voorkom je decubitus 
  •  Mobiliseren daar waar mogelijk is, liften
  •   Druk- en wrijfkrachten verminderen
  •    Wisselligging toepassen 1x per 2 á 3 uur
  •    Juiste houding in bed/stoel met steun
  •    Zorg voor gladde onderlaag
  •    Vermijdt drukplekken van verpleegmateriaal ( katheter bv)
  •    Gebruik van verspreidend druk-hulpmiddelen
  •     AD matras/kussen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

Trombose
Bloedstolsel in het bloedvat door vertraging van bloedstroom of beschadiging van de vaatwand.

Ontstaat meestal door bedrust. Trombose of DVT

DVT: Diep Veneuse Trombose

Slide 35 - Tekstslide

Verschijnselen DVT
Zorgvrager heeft pijn in kuit en voetzool
Kuit voelt vast aan en is dikker door oedeem
Been voelt warm aan
Huid is glanzend en blauwachtig verkleurd door verminderd zuurstofgehalte
Lichaamstemp is licht verhoogd: pols= versneld
Zorgvrager kan onrustig en angstig zijn

Slide 36 - Tekstslide

Embolie
Vanuit een trombosebeen kan er een stolsel uit een beenvene losraken.
Deze kan in longslagader terecht komen en kan in een kleiner bloedvat in longcirculatie terecht komen: longweefsel sterft af.

Slide 37 - Tekstslide

Verschijnselen
Acute pijn in de zij (prikkeling longvliezen tijdens het ademhalen; vooral pijn tijdens het inademen)
Zorgvrager krijgt acute benauwdheid en wordt angstig
Pols is langzaam en irregulair
Zorgvrager ziet bleek/cyanotisch en voelt klam/koud aan en transpireert
Kleine longembolie kan zonder duidelijke symptomen verlopen

Slide 38 - Tekstslide

Maatregelen om trombose/embolie te voorkomen 
Zorg dat bloedvaten niet worden afgekneld (kussens/ kousen)
Niet met de benen over elkaar
Regelmatig oefenen met de benen
Mobiliseer zo snel als mogelijk
Houding in bed, wisselligging
Elastische kousen om de bloedvaten te ondersteunen
Antistollingsmedicatie

Slide 39 - Tekstslide

Opdrachten en huiswerk
CANVAS: maken e-learning doorliggen
Canvas: opdracht: smetten en decubitus

Slide 40 - Tekstslide