Mavo3, werkboekje werkloosheid conjuctureel en structureel

WELKOM bij Economie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

WELKOM bij Economie

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag:
Jij weet welke SOORTEN werkloosheid bestaat:
- conjuncturele werkloosheid
- structurele werkloosheid
-frictie werkloosheid
- seizoens werkloosheid
- regionale werkloosheid

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer heb jij recht op een WW uitkering? (werkloosheidsuitkering)?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Als het economisch slecht gaat
Schommelingen in de economie, soms gaat het goed, soms niet
Conjuncturele werkloosheid komt voor als het wat minder gaat met economie! Door minder verkopen hebben bedrijven minder personeel nodig.

Slide 5 - Tekstslide

Werk jij? Zo ja, hoe komt jouw baantje in gevaar?

Slide 6 - Open vraag

Structurele werkloosheid 
Deze werkloosheid blijft en is dus niet tijdelijk!
Komt door verandering van (verouderde) producten, bedrijven, robots, productie naar lage lonen landen, mensen hebben niet de juiste opleiding/scholing

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn mogelijke oorzaken van structurele werkloosheid?
A
Te hoge lonen en arbeidskosten in het algemeen.
B
Overmatige regulering van de arbeidsmarkt.
C
Stakingen van werknemers in bepaalde sectoren.
D
Automatisering en verplaatsing van banen naar lagelonenlanden.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe kan structurele werkloosheid worden verminderd?
A
Verlaging van de uitkeringen voor werklozen.
B
Invoering van een kortere werkweek voor alle werknemers.
C
Beperking van immigratie op de arbeidsmarkt.
D
Investeringen in scholing en omscholing van werkzoekenden.

Slide 9 - Quizvraag

Nog andere soorten werkloosheid
Frictie werkloosheid= kortdurende werkloosheid bijvoorbeeld na studie, of "in between jobs"
Regionale werkloosheid = de werkloosheid is in bepaald gebied hoger dan gemiddeld in het land
Seizoens werkloosheid = werkzaamheden in een seizoen

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van een beroep die last heeft van seizoenswerkloosheid?
A
Vrachtwagenchauffeur
B
Aardbeien plukken
C
mijnwerker
D
Ski leraar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Conjuncturele werkloosheid
Structurele werkloosheid

Slide 13 - Sleepvraag

Overheidsinstelling die je helpt een baan te vinden en die beoordeelt of je recht hebt op een WW uitkering.
Arbeidsmarkt waarin de vraag naar personeel groter is dan het aanbod ervan. Het tegenovergestelde is een ruime arbeidsmarkt.
Alle arbeidsplaatsen bij bedrijven en de overheid (samen vormen ze de vraag naar arbeid).
Wanneer je geen werk hebt, maar wel actief op zoek bent naar een baan waarvoor je meteen beschikbaar bent.
Krappe arbeidsmarkt
UWV
Werkgelegenheid
Werkloos

Slide 14 - Sleepvraag

Als er veel werkloosheid is...
A
Is de vraag naar arbeid groter dan het aanbod.
B
Is de vraag naar arbeid kleiner dan het aanbod.

Slide 15 - Quizvraag

Regionale werkloosheid is werkloosheid die in heel Nederland voorkomt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

er is veel werkloosheid bij
A
krappe arbeidsmarkt
B
ruime arbeidsmarkt

Slide 17 - Quizvraag

Door de coronapandemie stijgt de werkloosheid. Is deze werkloosheid passend bij structurele of conjuncturele werkloosheid?
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Structurele werkloosheid

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Maken opdrachten:
blz 144, vraag 9, 10
blz 145, vraag 11, 12

Slide 19 - Tekstslide