Les 3

Huiswerk deze les
Doornemen paragraaf 3.2
Maken de opdrachten van deze paragraaf
Telefoons
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Huiswerk deze les
Doornemen paragraaf 3.2
Maken de opdrachten van deze paragraaf
Telefoons

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht 16 
Misschien wil je voor jezelf beginnen met een eigen bedrijf, misschien hebben je ouders ook een eigen bedrijf, misschien weet je het nog niet...

Opdracht 17
Dat lijkt leuk, maar geen opdrachten -> geen inkomsten; bij een eigen bedrijf moet je zelf je inkomen verdienen. Gebeurd er niets (geen opdrachten) dan ga je failliet!

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 18 
Lynn is hoofd van een afdeling: werknemer
Pieter is leraar: werknemer
Hans met klussenbedrijf: werkgever
Opdracht 19
Werkgever -> de directeur
Werknemers -> de rest (planners, administratief medewerker, chauffeurs en opnderhoudspersoneel).
De planners geven leiding aan de chauffeurs.
Een administratief medewerker doet de boekhouding.

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 20
Meneer Willems is schoonmaker.
Meneer Willems werkt per week 38 uur, verdeeld over 5 dagen = per dag 7,6 uur.
De werkdagen zijn van 8 uur tot 16.30 = 8,5 uur hij werkt 7,6 uur -> de rusttijd is dus 0,9 uur 
(54 minuten)


Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 21
Het jaarsalaris = 12 x 1.703 = € 20.436,-
De vakantietoeslag is 8% van 20.436 = € 1.634,88
Hij verdient per maand € 1.703,- dit is per week
(x12 /52) € 393,-
Het uurloon is dan 393/38 = € 10,34

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 22
Een proeftijd is er zodat de werkgever kan kijken of je het werk goed uitvoert maar ook voor jou om te kijken of jij het werk wel leuk vind -> antwoord C

Opdracht 23
Vast
Tijdelijk
Tijdelijk
onbepaalde tijd
afgesproken tijd
als je nodig bent

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 24
Het bedrijf betaaalt niet alleen Jaap, maar ook het uitzendbureau.
Voordelen uitzendkracht: je huurt deze alleen in als je werk hebt. Is de uitzendkracht ziek of met vakantie dan hoef je deze niet door te betalen. Je betaalt alleen de gewerkte uren.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 25
Het aantal uitzendkrachten dat na de uitzendperiode aan het werk blijft: 64% van 700.000 = 448.000.
Aantal wat een vast contract krijgt: 15,1% van 448.000 = 67.648
Doorstromen naar volgende uitzendbaan: 16,5% van 700.000 = 115.550.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 26 
In een tuinbouwbedrijf is het werk niet regelmatig verdeeld over het jaar (vooral het oogstwerk niet).
Het is ook handig om mensen in tijdelijke dienst te hebben omdat er in de winter weinig werk is.
Beide beweringen zijn juist! 

Slide 9 - Tekstslide

3.3 Hoe is het geregeld?

Slide 10 - Tekstslide

Waar gaat deze paragraaf over?
  • brutoloon
  • nettoloon
  • miniumloon
  • de wetten

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

conclusie
Brutoloon - inhoudingen = netto loon

zie voorbeeld boek blz 77

Slide 13 - Tekstslide

minimumloon en minimumjeugdloon
minimumloon = brutoloon dat een werknemer van 21 jaar en ouder minstens moet verdienen in een voltijdbaan.

minimum jeugdloon geldt voor jongeren tussen 15 en 21 jaar

Slide 14 - Tekstslide

wetten
arbeidstijdenwet = regels voor werk - en rusttijden

arbowet = regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Doornemen paragraaf 3.3 (blz 76)
Maken de opdrachten van deze paragraaf
(opdracht 27 + 29 mag je overslaan)

Slide 16 - Tekstslide