Paragraaf 3.3 en 3.4

Welkom!
Log in op LessonUP!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Log in op LessonUP!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Huiswerk check
  • Terugblik paragraaf 3.1 en 3.2
  • Uitleg paragraaf 3.3 
  • Opdrachten maken

Slide 2 - Tekstslide

Ik heb het huiswerk ...
af
niet af

Slide 3 - Poll

Ik heb bij me: een Ipad, het boek, pen en rekenmachine
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

De volgende opdrachten vond ik lastig:

Slide 5 - Open vraag

Herhaling vorige les
Herhaling vorige les

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een vacature?
A
Iemand die een baan zoekt
B
Iemand die een baan heeft
C
Een baan waar iemand aan het werk is
D
Een baan waarvoor iemand wordt gezocht

Slide 7 - Quizvraag

Afwashulp
A
Geschoold
B
Ongeschoold

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel uur moet je minstens per week werken als je een voltijd baan hebt?
A
15
B
20
C
50
D
36

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor baan heb je als je alleen werkt op de momenten dat een bedrijf je nodig heeft?
A
Deeltijd
B
Voltijd
C
Flexibele baan
D
Tijdelijke baan

Slide 10 - Quizvraag

Paragraaf 3.3
Doelen:
  • Je weet wat een cao is
  • Je kunt het nettoloon berekenen
  • Je weet wat er in de arbowet staat

Slide 11 - Tekstslide

Bedrijfstak

  • Een groep gelijksoortige bedrijven noem je een bedrijfstak. Bijvoorbeeld horeca.
  • Gezamenlijke afspraken binnen bedrijfstak staan in een cao (collectieve arbeidsovereenkomst) 

Slide 12 - Tekstslide

CAO staat voor ...
A
Collectieve arbeidsonderzoek
B
Collectieve arbeidsovereenkomst
C
Collectieve arbeidsoverleg

Slide 13 - Quizvraag

Bruto- en nettoloon
  • Brutoloon = afgesproken loon met werkgever in arbeidsovereenkomst
  • Nettoloon = brutoloon - (inhoudingen)
  • TIP: BRUTOLOON IS ALTIJD HOGER DAN NETTOLOON

Slide 14 - Tekstslide

Brutoloon: €4000
Nettoloon: €3550
Hoeveel zijn de inhoudingen
A
€450
B
-€500
C
€-450
D
500

Slide 15 - Quizvraag

Je brutoloon is €1700
De inhoudingen zijn €400
Hoeveel is je nettoloon?
A
€2100
B
€400
C
€1300
D
€1700

Slide 16 - Quizvraag

Minimumloon
Een minimumloon is het geld dat iemand minimaal moet verdienen met zijn werk
De regering van een land bepaalt het minimumloon, is vanaf 21 jaar
Minimumjeugdloon is van 15 tot en met 21 jaar

Slide 17 - Tekstslide

Het minimumjeugdloon geldt vanaf ... jaar
A
14
B
15
C
17
D
18

Slide 18 - Quizvraag

Wetten die jou beschermen
  • Het is belangrijk dat je goed en veilig kunt werken, er zijn wetten die jou als werknemer beschermen
  • Arbowet staan regels voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden 
  • Arbeidstijdenwet staan regels voor werk- en rusttijden. 

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
Paragraaf 3.3 helemaal af voor volgende week
Eerste tien minuten in stilte

timer
10:00

Slide 20 - Tekstslide