Leesvaardig hoofdstuk 5

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Kritisch lezen

Leesvaardigheid hoofdstuk 5

Ik vind begrijpend lezen bij Nederlands

1. Makkelijk
2. Soms makkelijk, soms moeilijk
3. Heel erg moeilijk
4. Ik weet het niet.

Noem drie begrippen die bij je opkomen als je denkt aan begrijpend lezen.

Kritisch lezen

Niet alle teksten zijn betrouwbaar, je moet teksten daarom kritisch lezen, dus zelf bedenken of je vindt dat de informatie in de tekst klopt, logisch is en waar is. 

Deskundigheid van de schrijver

Een schrijver is deskundig als hij zich uitgebreid heeft verdiept in het onderwerp, ervoor gestudeerd heeft of een beroep uitoefent wat ermee te maken heeft. 

Mevr. Gerretzen schrijft een tekst over de Tweede Wereldoorlog. Is deze tekst betrouwbaar?

1. Ja, ze is geschiedenisdocent.
2. Nee, ze heeft Nederlands gestudeerd.
3. Ja, ze kan goed schrijven.
4. Nee, ze kan niet schrijven.

Doel van de tekst

• Wil de schrijver je overtuigen? Dan geeft hij zijn mening(subjectief), deze is niet altijd betrouwbaar, je kan dit lastig checken. 
• Wil een schrijver je informeren? Dan geeft hij feiten en informatie(objectief). Dit kan je checken en deze tekst is dus vaker betrouwbaar. Je moet wel checken of de informatie volledig is. 

Je leest een tekst waarin de schrijver aangeeft dat de lessen later moeten beginnen.

1. Niet betrouwbaar, mening van schrijver.
2. Betrouwbaar, informatie en feiten.
3. Niet betrouwbaar, informatie en feiten.
4. Betrouwbaar, mening van schrijver.

De tekst geeft informatie over het puberbrein. Alle feiten worden genoemd.

1. Betrouwbaar, compleet & feiten
2. Onbetrouwbaar, incompleet & feiten
3. Betrouwbaar, compleet & mening
4. Onbetrouwbaar, incompleet & mening

Bron(publicatieplaats)

Op welke datum is de tekst gepubliceerd? Is het lang geleden? Dan is er een kans dat de informatie niet meer klopt. 

Waar stond deze tekst? Is het zomaar een website waar iedereen iets op kan plaatsen of een website van een krant/tijdschrift/organisatie?

Je leest een tekst over het onderwijssysteem uit 2005.

1. Betrouwbaar, onderwijs verandert niet
2. Onbetrouwbaar, onderwijs verandert

Je leest een tekst op wikipedia.nl

1. Betrouwbaar, gecontroleerd door deskundigen
2. Onbetrouwbaar, iedereen kan plaatsen.

Aan de slag!

Iedereen maakt opdracht 2 van leesvaardigheid hoofdstuk 5. Doe dit in de online-methode, zodat de docent mee kan kijken. 

Klaar? Ga dan aan de slag met boekopdracht 3.