Zet voor de volgende verbindingswoorden een komma: als, doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
Zet geen komma voor en en of.
Slide 17 - Tekstslide
Formuleren
Omdat ze dezelfde dingen leuk vinden, trekken Max en Jasper veel samen op.
Huiswerk 1, 3 en 4
Dit zijn de antwoorden:
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht 1
1. Vannacht heeft Rijkswaterstaat op de snelwegen gestrooid, want door de ijzel waren ze spiegelglad.
2. Voordat Jordy die nieuwe koptelefoon kocht, heeft hij eerst op internet de prijzen vergeleken.
3. Anouk en Mary moesten op vrijdagmiddag twee uur terugkomen, omdat ze al drie keer te laat waren gekomen.
4. Zodra het een paar nachtjes vriest, brengen de Nederlanders hun schaatsen weg om ze te laten slijpen.
5. Als we ’s zomers op vakantie zijn, eten we vaker in een restaurant dan in de wintermaanden.
6.Terwijl / Wanneer mijn moeder het eten kookt, dekt mijn vader alvast de tafel.
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht 3
Waarom is vriendschap goed voor de gezondheid? Het antwoord op die vraag is simpel. Tijd doorbrengen met je vrienden heeft effect op je lichaam, omdat je serotonine aanmaakt. Doordat je dankzij die stof depressies voorkomt, zit je goed in je vel. Samen zijn met vrienden is even belangrijk voor je gezondheid als sporten, want een goede vriendschap maakt je gezonder en minder gestrest. Zou je daardoor ook langer leven?
NB: Achter simpel (zin 2) zou je ook een dubbele punt mogen zetten. In dat geval schrijf je tijd met een kleine letter.
Slide 20 - Tekstslide
Opdracht 4:
Met mijn vrienden maak ik altijd gekke dingen mee. Zo gingen we een keer naar Albert Heijn, waar we pofrijstsnoepjes kochten. Helaas ging het zakje kapot, zodat alle snoepjes op de grond vielen. We renden de winkel uit op weg naar de Action, maar een man had alles gezien. Weet je wat er gebeurde? In een AH-busje kwam hij achter ons aan. We dachten even dat we ontvoerd werden, maar dat viel mee. Hij nam ons mee terug naar de supermarkt en we moesten alles opruimen.
Slide 21 - Tekstslide
Spelling
Slide 22 - Tekstslide
Spelling
Je schrijft een hoofdletter:
aan het begin van een zin: Mijn beste vriendin woont hier dichtbij.
bij namen: Jens Verhoef, Parkschool, Limburg, Abelenlaan, Maas, Aldi. Let op: tussenvoegsels, zoals de, van of van de schrijf je zonder hoofdletter als iemands voornaam of voorletter ervoor staat. Als de voornaam of voorletter ontbreekt, krijgt het eerste tussenvoegsel een hoofdletter: Karin van der Plas, mevrouw K. van der Plas-ter Heide, mevrouw Van der Plas-ter Heide;
bij woorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid: Amersfoortse, Frans, Noord-Brabantse.
Let op!
Géén hoofdletter krijgen de namen van dagen, maanden, seizoenen en windstreken: woensdag, oktober, herfst, westen.
Slide 23 - Tekstslide
Spelling
Je eindigt een zin met een punt, een vraagteken of een uitroepteken.
Een punt komt na een gewone zin: Irina appt vaak met haar vriendinnen.
Een vraagteken zet je na een vraag: Wie heb je vanmiddag bezocht?
Met een uitroepteken geef je een zin extra nadruk: Dat is super, man!
Een komma gebruik je:
tussen twee persoonsvormen: Als Joep slaagt, gaat de vlag uit;
voor verbindingswoorden als doordat, maar, nadat, omdat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra.
! Zet (in het algemeen) geen komma voor en en of.
Slide 24 - Tekstslide
Spelling
Hoofdletters en leestekens
Ga zelf online aan de slag met Spelling en bekijk de video, die bij het hoofdstuk hoort