Grip les 1.1

Doel van de les
Je leert herkennen dat een tekst soms een andere inhoud heeft dan je zou verwachten door de vorm. (een informatieve tekst kan reclame zijn)
Je leert het doel van de schrijver te herkennen.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doel van de les
Je leert herkennen dat een tekst soms een andere inhoud heeft dan je zou verwachten door de vorm. (een informatieve tekst kan reclame zijn)
Je leert het doel van de schrijver te herkennen.

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk tekst 1 (op de volgende dia) en lees de titel
Wat verwacht je van deze tekst?
A
Ik denk dat ik de tekst met plezier ga lezen
B
Ik denk dat ik de tekst niet met plezier ga lezen

Slide 2 - Quizvraag

Slide 3 - Tekstslide

Bekijk de illustratie bij tekst 1
Wat voor soort tekst is dit volgens jou?
A
een verhalende tekst over een badkamer
B
een informatieve tekst over een badkamer
C
een reclametekst over een badkamer

Slide 4 - Quizvraag

Lees de tekst tot en met 'geurige zeep'
Wat ben je meer te weten gekomen over tekst 1?
A
ik kom te weten hoe de kinderkamer is ingericht
B
De badkamer is voor kinderen, niet voor volwassenen
C
behalve een badkamer is er ook een kinderkamer
D
grote mensen passen prima in het ouderwetse bad

Slide 5 - Quizvraag

Lees de rest van tekst 1 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Waar
Niet waar
de schrijver wil over de geschiedenis van koningin Mary vertellen 
De schrijver wil de lezers op het verkeerde been zetten, niets is wat het lijkt! 
De schrijver wil lezers nieuwsgierig maken naar ouderwetse kinderbadkamers 
de schrijver wil het boek Alice in Wonderland aanprijzen. 

Slide 8 - Sleepvraag

Bekijk tekst 2 globaal en lees de titel.

Wat lijkt deze tekst je te bieden?
A
informatie over bedriegen en bedrog
B
reclame voor speciale brillen
C
een advertentie over een straatkunstfestival
D
een lekker griezelverhaal

Slide 9 - Quizvraag

Lees tekst 2
Is de zin over tekst waar of niet waar?

Het leek een advertentie, maar het is een verhalende tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag



Het leek een griezelverhaal, maar het is een advertentie.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag


Het leek over bedrog te gaan en dat klopt bij deze informatieve tekst ook.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Bekijk tekst 3 globaal en lees de titel

Wat voor soort tekst verwacht je hier?

Slide 14 - Open vraag

Lees tekst 3 precies.

Wat is hier aan de hand?
A
de puzzel is al af, alle antwoorden staan er in.
B
het lijkt een puzzel, maar dat is het niet.
C
Ik leer in deze tekst woorden over goochelen.

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Bekijk de vorm van tekst 4. Lees de tekst nog niet.

Wat voor soort tekst lijkt dit op het eerste gezicht?

Slide 17 - Open vraag

Lees tekst 4
Is de zin over de tekst waar of niet waar?

Tekst 4 is een krantenartikel over een misdaad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag


Tekst 4 is een sprookje in de vorm van eren krantenartikel
A
waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag


Tekst 4 gaat over een wolf en zeven geitjes
A
waar
B
niet waar

Slide 20 - Quizvraag


Om tekst 4 te snappen moet je het sprookje 'de wolf en zeven geitjes' kennen
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag