Oefen-SO
zelfstandige naamwoorden (zn)
(stoffelijke)bijvoeglijke naamwoorden (bvnw)
werkwoorden (ww)
lidwoorden (lw)
1. Wat zijn zelfstandige naamwoorden (zn)?
2. Noem de 3 kenmerken van zn.
3. Noem 3 zn.
4. Wat is een bijvoeglijk naamwoord (bvnw)?
5. Wat is een stoffelijk bvnw?
6. Noem 3 gewone bvnw.
7. Noem 3 stoffelijk bvnw.
8. Noem 3 werkwoorden (ww).
9. Noem de 3 lidwoorden (lw).
Benoem in de volgende zinnen: zn, ww, bvnw, lw.
a. In de geparkeerde bus keek Rolf op zijn telefoon.
b. Het was een stalen bus.
c. Rolf liep naar de sportwinkel.
d. Het was een rommelige sportwinkel.
e. Rolf liep op de leren Nikes af.