Sensorenlab groep 7/8

Sensorenlab groep 7/8
sensoren en actuatoren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolMiddelbare schoolGroep 6-8Leerjaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sensorenlab groep 7/8
sensoren en actuatoren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom op de hotspot!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is deze les opgebouwd?
  • Ontmoet en groet  
  • Lesinhoud 
  • Instructie
  • Aan het werk
  • Afsluiten
  • (Na deze les op school) 
_____________________________________________

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
  • Weet je wat een sensor is
  • Kan je verschillende toepassingen noemen
  • Heb je gewerkt met verschillende sensoren
  • Misschien op school met je leraar: Heb je nagedacht over de voordelen en nadelen van sensoren in je leven. 
2
__________________________________________

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet een sensor?
Je smartphone registreert ook van alles. 
Wat bijvoorbeeld?

Slide 5 - Tekstslide

plaats, snelheid, hoe licht het is
Maar hoe werkt zo'n sensor bijvoorbeeld?
Kijk hiernaast.

Als de metalen plaatjes elkaar raken, loopt er een stroom in de kring en dan gaat het lampje branden.

metalen plaatjes = sensor
lampje = actuator

Daarmee zou je zelf een alarm kunnen maken, voor als er iemand naar je kamer toe sluipt. Of iets anders?

Je leraar demonstreert dat en straks mag je 'm zelf bekijken en proberen.




2

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan alleen een sensor heb je meestal niets. 
Meestal stuurt de sensor een elektrische stroom naar een computer.
De computer verwerkt de stroom en geeft een opdracht aan een ‘actuator’ die iets ‘doet’.

Slide 7 - Tekstslide

plaats, snelheid, hoe licht het is
2
Welke 5 zintuigen heb je? 

Slide 8 - Tekstslide

De tastzin: hiermee kunnen we voelen. Het zit onder de onderste huidlaag en dat noemen we ook wel de lederlaag. Hier kunnen we onze zenuwuiteinden vinden. Waar huid zit, daar kun je ook voelen. Je kunt bijvoorbeeld koud en warm voelen, maar ook hard of zacht.
Het reukvermogen: we ruiken met onze neus. We kunnen daarmee in totaal meer dan 10.000 geuren ruiken. Uit onderzoek blijkt dat kinderen beter kunnen ruiken dan volwassenen.
Het gehoor: Je gehoor heb je om te kunnen horen en dat kan door middel van geluidsgolven, die doorlopen naar onze oren. De geluidsgolven worden dan omgezet in elektrische signalen en de hersenen zetten deze vervolgens om in geluid.
De smaakpapillen: deze hebben we om te kunnen proeven. We kunnen in totaal vijf smaken proeven en dat zijn zoet (zoals snoep), zout (te denken aan chips), bitter (zoals spruitjes), zuur (zoals azijn) en hartig (te denken aan bijvoorbeeld peper).
De ogen: deze heb je nodig om te kunnen zien. Informatie wordt opgenomen door onze ogen en alles wat we om ons heen zien, nemen we waar met onze ogen. De hersenen nemen de beelden (de informatie) op.

Waar zitten de sensor, computer/verwerker en actuator bij een lamp die aan gaat als er iemand langs loopt?

Slide 9 - Tekstslide

De sensor zit meestal vlak bij de lamp. Maar soms ook ergens anders in het plafond.
De verwerker kan ook vlak bij de lamp zitten, of ergens anders. De actuator is de lamp zelf. 
In de groene doos 
____________________________
Zitten de 3 verschillende soorten. 
De sensoren zijn oranje.

De actuatoren - De onderdelen die iets doen - zijn blauw. 

De hersenen/stroom zijn groen. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga zelf aan de slag! 
1. Alleen of samen?
2. Bekijk de doos goed
3. Kies een voorbeeld
4. Bouw na en kijk wat er gebeurt

Gebruik de 3 verschillende onderdelen:

                De Sensor
                De Actuator 
                De Stroom
_________________________________________

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak een karretje met afstandsbediening!
Je mag kiezen uit 3 manieren hoe de snelheid van het karretje wordt bediend

  1. Bediening door een draaiknop op de afstandsbediening
  2. Bediening door je hand op verschillende afstanden van de afstandsbediening te bewegen
  3. Bediening door verschillende kleuren voor de afstandsbediening te houden. 

Als je tijd over hebt, mag je natuurlijk nog een andere bediening maken. 

Slide 13 - Tekstslide

Al deze manieren komen voor in bedrijven. Want met karretjes worden er in een bedrijf veel producten van de ene plek naar de andere plek gebracht. Maar die karretjes mogen niet te hard gaan, of uit de bocht vliegen. Dus er is vaak een automatische bediening, bijvoorbeeld met gekleurde rijbanen, zodat het karretje 'weet' wat het moet doen.  


Redeneren met sensoren

Je krijgt een werkblad met een paar geschakelde sensoren en actuatoren. 
Wat denk je dat er wordt gemeten door de sensor en wat zal de actuator doen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensoren in beroepen
Op één van de eerste dia's zag je een politieagente met een sensor in haar hand. En je zag een baby in een ziekenhuis met een sensor. Zo wordt er in veel beroepen met sensoren gewerkt. Welk soort sensoren worden gebruikt in de plaatjes? 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond jij van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

De poll (Emoji)
Voor het uitvragen van emoties bij bepaalde onderwerpen, komt het emoji type goed van pas.

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Bedankt!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdrachten na de inspiratiesessie

Welke gegevens worden er allemaal via sensoren over jou verzameld en waar gaan die gegevens heen?
Vind je dat allemaal prima?
Daarover ga je nadenken met behulp van een paar situaties.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situaties met sensoren

Sommige van de situaties komen alleen in andere landen voor (welke?). Maar misschien straks ook bij ons? Wat vind je ervan?
  1. Via sensoren in je smartphone houden je ouders bij waar je bent (ook als je straks 13 bent).
  2. Via je smartphone kan de regering zien waar je bent.
  3. Via sensoren in je elektrische fiets kan een verzekeringsbedrijf zien of de fiets is opgevoerd.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je sommige van deze situaties niet wenselijk vindt, kunnen we daar misschien wat aan doen.

  1. Wat zou je zelf kunnen doen om je privacy te beschermen?
  2. Wat kan de school doen om jouw privacy te beschermen?
  3. Wat zou de overheid moeten doen om jouw privacy te beschermen?


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je krijgt van je leraar een tekst over dit onderwerp.
Lees die goed door en ga dan terug naar de vragen die in de klas zijn besproken. Nu je er meer over weet:

  1. Welke situaties ken je nu nog meer waarbij sensoren ons leven beter maken?
  2. Welke nadelen van het gebruik van sensoren zie je nu nog meer? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies