niet gebruiken -Neuron - Sensorenlab suggesties GvDijk

Sensorenlab
sensors en actuators
____________________________
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechniekBasisschoolMiddelbare schoolGroep 6-8Leerjaar 1,2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Sensorenlab
sensors en actuators
____________________________

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom op de hotspot!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is deze les opgebouwd?
  • Ontmoet en groet  
  • Lesinhoud 
  • Instructie
  • Aan het werk
  • Afsluiten 
_____________________________________________

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na deze les...
  • Weet je wat een sensor is
  • Kan je verschillende toepassingen noemen
  • Heb je gewerkt met verschillende sensoren
  • Misschien op school met je leraar: Heb je nagedacht over de voordelen en nadelen van sensoren in je leven. 
2
__________________________________________

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je smartphone registeert (meet) ook van alles met sensoren.  Wat bijvoorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

Je plaats, je snelheid, hoe licht het is, volume van geluid
Je smartphone registeert (meet) ook van alles met sensoren.  Wat bijvoorbeeld?

Slide 7 - Tekstslide

Plaats, snelheid (beiden via GPS of wifi), temperatuur, lichtsterkte
Maar aan alleen een sensor heb je meestal niets. Er moet iets gebeuren met de meting van de sensor.
Meestal stuurt de sensor een elektrische stroom naar een computer.
De computer geeft met een stroompje een opdracht aan een ‘actuator’ die iets ‘doet’.

Slide 8 - Tekstslide

'actuator' is een nieuw woord. Geef daar steun bij: 'actie' = 'iets doen'

Wat is het zintuig (de sensor) als je een heeeel hard geluid hoort? En wat doe je dan met je handen (de actuator)

Slide 9 - Tekstslide

tastzin, terugtrekken
Welke 5 zintuigen heb je? Wat is voor een oog een vergelijkbare sensor in de techniek? 

Slide 10 - Tekstslide

De tastzin: hiermee kunnen we voelen. Het zit onder de onderste huidlaag en dat noemen we ook wel de lederlaag. Hier kunnen we onze zenuwuiteinden vinden. Waar huid zit, daar kun je ook voelen. Je kunt bijvoorbeeld koud en warm voelen, maar ook hard of zacht.
Het reukvermogen: we ruiken met onze neus. We kunnen daarmee in totaal meer dan 10.000 geuren ruiken. Uit onderzoek blijkt dat kinderen beter kunnen ruiken dan volwassenen.
Het gehoor: Je gehoor heb je om te kunnen horen en dat kan door middel van geluidsgolven, die doorlopen naar onze oren. De geluidsgolven worden dan omgezet in elektrische signalen en de hersenen zetten deze vervolgens om in geluid.
De smaakpapillen: deze hebben we om te kunnen proeven. We kunnen in totaal vijf smaken proeven en dat zijn zoet (zoals snoep), zout (te denken aan chips), bitter (zoals spruitjes), zuur (zoals azijn) en hartig (te denken aan bijvoorbeeld peper).
De ogen: deze heb je nodig om te kunnen zien. Informatie wordt opgenomen door onze ogen en alles wat we om ons heen zien, nemen we waar met onze ogen. De hersenen nemen de beelden (de informatie) op.

actuator is hier de armspier
Als je in fel licht kijkt, wordt je iris automatisch kleiner. Dat kun je bij elkaar gemakkelijk onderzoeken door even de hand voor een oog te laten doen en die weg te laten trekken. Meteen daarna wordt de iris kleiner. Waarom is dat? Wat is hier de sensor? Wat is hier de actuator? 

Slide 11 - Tekstslide

sensor zit in het netvlies achterin het oog.  Actuator is de iris. Die wordt kleiner bij veel licht.  Als je iris niet zou veranderen, zou je in het donker te weinig licht in je oog krijgen. Dan moet de opening groter worden om meer licht het oog binnen te laten. 

Slide 12 - Tekstslide

Waar zitten de sensor, computer/verwerker en actuator bij een lamp die aan gaat als er iemand langs loopt?
Waar zitten de sensor, computer/verwerker en actuator bij een lamp die aan gaat als er iemand langs loopt?

Slide 13 - Tekstslide

De sensor zit meestal vlak bij de lamp. Maar soms ook ergens anders in het plafond. 
De verwerker kan ook vlak bij de lamp zitten, of ergens anders. De actuator is de lamp zelf. 
Waar zitten de sensor, computer/verwerker en actuator bij een lamp die aan gaat als er iemand langs loopt?

Slide 14 - Tekstslide

De sensor zit meestal vlak bij de lamp. Maar soms ook ergens anders in het plafond.
De verwerker kan ook vlak bij de lamp zitten, of ergens anders. De actuator is de lamp zelf. 
Aan de slag! 
____________________________

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de groene doos 
____________________________
Zitten de 3 verschillende soorten. 
De sensoren zijn oranje.

De actuatoren - De onderdelen die iets doen - zijn blauw. 

De hersenen/stroom zijn groen. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ga zelf aan de slag! 
1. Alleen of samen?
2. Bekijk de doos goed
3. Kies een voorbeeld
4. Bouw na en kijk wat er gebeurt

Gebruik de 3 verschillende onderdelen:

                De Sensor
                De Actuator 
                De Stroom
_________________________________________

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog te doen:  differentiatie in het 'maken'.  groep 7/8 en VO ook probrammeren met MBlock?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Redeneren met sensoren
Je kan de werking van een sensor, verwerker en actuator ook bekijken als 'oorzaak en gevolg'

Als je de kamer in loopt, registreert de bewegingssensor dat. De verwerker zorgt er dan voor dat er een stroom naar de lamp gaat. 

Kun jij ook zo'n 'oorzaak en gevolg zin' opschrijven voor een andere situatie met een sensor en actuator?

OORZAAK
GEVOLG

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensoren in beroepen
Op één van de eerste dia's zag je een politieagente met een sensor in haar hand. En je zag een baby in een ziekenhuis met een sensor. Zo wordt er in veel beroepen met sensoren gewerkt.  Welk soort sensoren worden gebruikt in de plaatjes? 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sensoren in beroepen
Op één van de eerste dia's zag je een politieagente met een sensor in haar hand. En je zag een baby in een ziekenhuis met een sensor. Zo wordt er in veel beroepen met sensoren gewerkt.  Welk soort sensoren worden gebruikt in de plaatjes? 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat vond jij van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

De poll (Emoji)
Voor het uitvragen van emoties bij bepaalde onderwerpen, komt het emoji type goed van pas.

Met de poll kun je leerlingen bevragen met stellingen tijdens de (klassikale of gedeelde) les. Deze stellingen hebben geen goede of foute antwoorden, maar kunnen juist gebruikt worden om discussies te starten en meningen uit te vragen.
Bedankt!

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerkingsopdrachten na de inspiratiesessie

Welke gegevens worden er allemaal via sensoren over jou verzameld en waar gaan die gegevens heen?
Vind je dat allemaal prima?
Daarover ga je nadenken met behulp van een paar situaties.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situaties met sensoren

Wat vind je ervan?

  1. Via sensoren in je smartphone houden je ouders bij waar je bent (ook als je straks 13 bent).
  2. Via je smartphone kan de regering zien waar je bent.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Situaties met sensoren

Sommige van de situaties komen alleen in andere landen voor (welke?). Maar misschien straks ook bij ons? Wat vind je ervan?

  1. Via sensoren in je smartphone houden je ouders bij waar je bent (ook als je straks 13 bent).
  2. Via je smartphone kan de regering zien waar je bent.
  3. Via sensoren in je elektrische fiets kan een verzekeringsbedrijf zien of de fiets is opgevoerd.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schimmige situaties met sensoren?

Sommige van de situaties komen alleen in andere landen voor (welke?). Maar misschien straks ook bij ons? Wat vind je ervan?

  1. Via sensoren in je smartphone kan een arts meekijken hoe gezond jij leeft.
  2. Via een smart speaker met microfoonsensor kan een bedrijf horen wat je thuis zegt.
  3. Via sensoren in een auto kan de regering van een ander land zien waar iedere Nederlander is.
  4. Via sensoren kan de school zien of je aanwezig bent.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als je sommige van deze situaties niet wenselijk vindt, kunnen we daar misschien wat aan doen.

  1. Wat zou je zelf kunnen doen om je privacy te beschermen?
  2. Wat kan de school doen om jouw privacy te beschermen?
  3. Wat zou de overheid moeten doen om jouw privacy te beschermen?

Slide 29 - Tekstslide

Als de school ook lees- en schrijfvaardigheid wil koppelen aan de sensorenles, kan ik daar een voorbeeld van een leertaak voor invoegen. 
leestekst
Je krijgt van je juf of meester een tekst over dit onderwerp. 
Lees die goed door en ga dan terug naar de vragen die in de klas zijn besproken. Nu je er meer over weet: 
  1. Welke situaties ken je nu nog meer waarbij sensoren ons leven beter maken?
  2. Welke nadelen van het gebruik van sensoren zie je nu nog meer? 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies