In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Klas 3 Hoofdstuk 1.1
Krachten om je heen
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt 6 verschillende krachten noemen
Je kent het symbool en de eenheid van kracht
Je weet welke 2 dingen krachten kunnen doen
Je weet wat het zwaartepunt is
Je kunt een kracht tekenen
Je kunt rekenen met Fz = m * g
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij 'Kracht'
Slide 3 - Woordweb
Wat is een kracht?
Beweging veranderen
Vorm veranderen: Elastisch & Plastisch
Slide 4 - Tekstslide
Spierkracht
Slide 5 - Tekstslide
Spierkracht
Slide 6 - Tekstslide
Veerkracht
Slide 7 - Tekstslide
Veerkracht
Slide 8 - Tekstslide
Spankracht
Slide 9 - Tekstslide
Spankracht
Slide 10 - Tekstslide
Kleefkracht
Slide 11 - Tekstslide
Kleefkracht
Slide 12 - Tekstslide
Zwaartekracht
Slide 13 - Tekstslide
Zwaartekracht
Slide 14 - Tekstslide
Magnetische kracht
Slide 15 - Tekstslide
Magnetische kracht
Slide 16 - Tekstslide
Wrijvingskracht
Slide 17 - Tekstslide
Wrijvingskracht
Luchtwrijving
Rolwrijving
Slide 18 - Tekstslide
Hoe heet de kracht die zorgt dat de expander wordt uitgerekt?
A
Spierkracht
B
Veerkracht
C
Spankracht
D
Wrijvingskracht
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet de kracht die de expander op mijn handen uitoefent?
A
Spierkracht
B
Veerkracht
C
Spankracht
D
Wrijvingskracht
Slide 20 - Quizvraag
a. Marie ploft neer op de bank b. Een koorddanser loopt over een koord c. Een loodgieter maakt een bocht in een koperen buis d. Een atleet hangt aan een doorbuigende polsstok
Slide 21 - Open vraag
Krachten worden gemeten in Newton (N)
Slide 22 - Tekstslide
Symbool F(van Force)
Omdat er zoveel soorten krachten zijn krijgen veel krachten een kleine letter extra:
Fz = zwaartekracht
Fv = veerkracht
Fs = spankracht
enzovoort
Slide 23 - Tekstslide
Krachtmeter
Slide 24 - Tekstslide
Zwaartekracht
Zwaartekracht = massa * g
g = 9,8 N/kg
Fz = m * g
Slide 25 - Tekstslide
Hoe groot is de zwaartekracht op jou? (Fz = m * g | met g = 9,8)
Slide 26 - Open vraag
Krachten tekenen
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Je tekent een krachtenpijl van 152 N. De schaal is 1 cm per 40 N. Hoe lang moet je de pijl tekenen in cm?