7.4 Krachten in evenwicht

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

7.4 Krachten in evenwicht

Zwaartekracht

Zwaartekracht berekenen:

Fz = m x 10

Fz = zwaartekracht (in N)

m = massa (in kg)

Even oefenen!

Bereken de zwaartekracht op een baksteen met een massa van van 2,5 kilogram.

Fz = m x 10 

Even oefenen!

Gegeven:      massa = 2,5 kg

Gevraagd:     Zwaartekracht = ?

Formule:        Fz = m x 10

Berekening:   Fz = 2,5 x 10 = 25

Antwoord: De zwaartekracht op de baksteen is 25 N.

Het zwaartepunt

Elk voorwerp heeft een zwaartepunt.

Het zwaartepunt is het aangrijpingspunt van de zwaartekracht.

Bij voorwerpen met een regelmatige vorm en samenstelling zit het zwaartepunt in het midden van het voorwerp

En de pijl wijst altijd recht naar beneden

Met welke letter geven we de massa van een voorwerp aan?

1. g
2. m
3. kg
4. Fz

Wat is de eenheid van massa?

1. g
2. m
3. kg
4. Fz

Wat is de formule om de zwaartekracht te berekenen?

1. m= Fz x 10
2. Fz = m x 100
3. Fz = m x 10
4. m = Fz x 100

Je hebt een massa van 800 gram.
Wat is de zwaartekracht?

1. 0,8 N
2. 8 N
3. 80 N
4. 800 N

Antwoord

1.                  Fz= m x 10

2.     800 gr --> 0,8 kg

3/4.          0,8 x 10= 8 N

Leerdoelen:

Je kunt nu:

• uitleggen wanneer er evenwicht is;
• zwaartekracht, spankracht, veerkracht, spierkracht, normaalkracht en wrijvingskracht tekenen;
  
• het effect van de maximale wrijvingskracht toepassen.

Spierkracht, F_spier

De spierkracht is de kracht die je met je spieren uitoefent.

Veerkracht F_v

De veerkracht is de kracht die een gespannen veer (spring) of elastiek uitoefent.

Zwaartekracht F_z

De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. 

Door de zwaartekracht valt alles naar beneden

Wrijvingskracht F_w

De wrijvingskracht is de tegen- werkende kracht die de lucht en ondergrond op een bewegend voorwerp uitoefenen

Welke kracht zorgt ervoor dat een bal die rolt uiteindelijk stopt?

1. Wrijvingskracht
2. Veerkracht
3. Zwaartekracht
4. Spierkracht

Welke kracht werkt bij het optillen van een zwaar gewicht?

1. Spierkracht
2. Zwaartekracht
3. Wrijvingskracht
4. Veerkracht

Welke kracht werkt als een voorwerp op de grond ligt?

1. Veerkracht
2. Spierkracht
3. Wrijvingskracht
4. Zwaartekracht

Welke kracht werkt als een object aan een elastiek wordt opgehangen?

1. Wrijvingskracht
2. Spierkracht
3. Zwaartekracht
4. Veerkracht

Welke kracht werkt als een object in beweging is?

1. Spierkracht
2. Veerkracht
3. Wrijvingskracht
4. Zwaartekracht

De normaalkracht F_n

De normaalkracht is de kracht die de ondergrond uitoefent op het voorwerp dat op die ondergrond staat. 

De normaalkracht is steeds even groot als de zwaartekracht.

Zwaartekracht en normaalkracht

De normaalkracht is de kracht die de ondergrond uitoefent op het voorwerp dat op die ondergrond staat. 

1. De normaalkracht is steeds even groot als de zwaartekracht. 

2. Bij een te grote zwaartekracht zakt de ondergrond door. 

3. Je tekent deze twee krachten vanuit het zwaartepunt.

Spankracht F_span

De spankracht is de kracht die een touw of snaar gespannen houdt

Op het snoer van de lamp werkt een kracht, dat noem je de spankracht.

F_span

Krachten herkennen

Krachten kan je niet zien, maar de gevolgen ervan wel. 

Krachten herken je aan de drie effecten die ze kunnen hebben:

• de grootte van de snelheid verandert; 
• de richting van de snelheid verandert;
  
• de vorm van een voorwerp verandert.

Krachten in evenwicht

Je ziet geen effect van de krachten op het lamp: het staat stil. Waarom?

De spankracht en de zwaartekracht zijn even groot maar tegengesteld: 

er is evenwicht (balance)

Bij twee krachten is er evenwicht als de krachten even groot en tegengesteld gericht zijn.

Wanneer is er sprake van evenwicht?

1. Als er maar één kracht werkt op een voorwerp
2. Als er geen krachten werken op een voorwerp
3. Als 2 krachten werken die even groot zijn en tegengesteld zijn gericht
4. Als de wrijvingskracht groter is dan de zwaartekracht

Wat is de kracht die wordt uitgeoefend op een touw wanneer je eraan trekt?

1. Normaalkracht
2. Spankracht
3. Wrijvingskracht
4. Zwaartekracht

Welke kracht werkt er altijd op een voorwerp dat een ondergrond heeft?

1. Normaalkracht
2. Zwaartekracht
3. Wrijvingskracht
4. Spankracht

Spierkracht en wrijvingskracht

Je duwt de auto maar het beweegt niet. Waarom?

1. Als de wrijvingskracht even groot en tegengesteld is aan de spierkracht is er evenwicht. 

De auto blijft staan.

Spierkracht en wrijvingskracht

2. Als je nog harder gaat duwen dan zal de spierkracht groter worden dan de wrijvingskracht. Hierdoor komt de auto in beweging.

3. Je tekent de krachten allebei vanuit het zwaartepunt.

Opdrachten

Start bij pagina 133

Maak vraag: 40, 44, 47 + 48 

CORDA: NO SKIRBI DEN E BUKI PLEASE!!!!!!