In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze les nodig:
eerste fase: potlood, gum, A4 papier
tweede fase: agenda, laptop, boeken.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk:
maandag 19 december
Lz. paragraaf 3.2
Lz. Basisboeknummers
M. opdrachten 1, 2, 3 + 7
A3 papier mee!
Slide 4 - Tekstslide
Fysisch geografische verschijnselen
Aardrijkskundige vragen:
Wat is het?
Waar is het?
Waarom is het daar?
Welke invloed heeft het?
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen P3.2
Je kunt beschrijven en verklaren waarom Chili vaak getroffen wordt door aardbevingen.
Je kunt beschrijven en verklaren wat er gebeurt bij subductie van een oceanische plaat.
Je kunt beschrijven en verklaren hoe het Andesgebergte is ontstaan.
Je kunt 3 verschillende plaatbewegingen noemen en beschrijven.
Slide 6 - Tekstslide
Wat weten we nog van subductie?
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Video
Platentektoniek
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
3 plaatbewegingen
convergentie, platen bewegen naar elkaar toe
transform, platen bewegen langs elkaar.
divergentie, platen bewegen uit elkaar.
Slide 12 - Tekstslide
Epicentrum en hypocentrum
Slide 13 - Tekstslide
Hypocentrum en epicentrum
het verschil:
Hypocentrum is de plek in de aardkorst waar de aardbeving ontstaat. (haard)
Epicentrum is de plek aan het aardoppervlak waar de trillingen van een aardbeving het sterkst voelbaar zijn.
Slide 14 - Tekstslide
Als een plaat onder een ander wegduikt dan heet dat ... ?
A
Destructie
B
Subliminatie
C
Substitutie
D
Subductie
Slide 15 - Quizvraag
Waarom zinkt de Nazcaplaat?
A
continentale plaat is van basalt en dus lichter
B
continentale plaat is van basalt en dus zwaarder
C
oceanische plaat is van basalt en dus lichter
D
oceanische plaat is van basalt en dus zwaarder
Slide 16 - Quizvraag
Als twee platen naar elkaar toe bewegen dan heet dat .... ?
A
Convergentie
B
Divergentie
C
Convectie
D
Confederatie
Slide 17 - Quizvraag
De Andes is het op een na hoogste gebergte op aarde. Wat is het hoogste gebergte?
A
De Mount Everest
B
De Alpen
C
De Pyreneeën
D
De Himalaya
Slide 18 - Quizvraag
Lesdoelen check!
Je kunt beschrijven en verklaren waarom Chili vaak getroffen wordt door aardbevingen.
Je kunt beschrijven en verklaren wat er gebeurt bij subductie van een oceanische plaat.
Je kunt beschrijven en verklaren hoe het Andesgebergte is ontstaan.
Je kunt 3 verschillende plaatbewegingen noemen en beschrijven.
Slide 19 - Tekstslide
Graniet Basalt
Slide 20 - Tekstslide
Vooruitblik:
Gezamenlijk maken van opdracht 6
Uitleg paragraaf 2 deel 2
Slide 21 - Tekstslide
Seismisch gat
Seismisch gat: Als in een gebied al een lange tijd geen aardbeving is geweest en in de omliggende gebieden wel.
Een aardbeving verlicht de druk op een bepaald punt. Maar niet alle gebieden kennen even vaak aardbevingen.
Slide 22 - Tekstslide
opdracht 6
Staan hier de hypocentra of de epicentra van de aardbevingen?
Slide 23 - Tekstslide
opdracht 6
Omcirkel drie gebieden met veel aardbevingen die in dezelfde klasse vallen.
Slide 24 - Tekstslide
WL is de afstand vanaf O-meridiaan, het westen ligt hier verder vandaan. Hier bevindt zich de breuklijn en zijn de aardbevingen ondiep.
epicentra zijn weergegeven, want het zijn de plekken aan het aardoppervlak waar bevingen hebben plaatsgevonden
Slide 25 - Tekstslide
Algemene regel: hoe verder van de breuklijn, hoe dieper de aardbevingshaard (hypocentrum)
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
De temperatuur in het dal aan de voet van de Andes is hoger dan de temperatuur in het dal van de Alpen (In de Alpen is het op dezelfde hoogte dus kouder).
Slide 28 - Tekstslide
Het epicentrum....
A
bevindt zich in de aardkorst
B
aan het aardoppervlak
Slide 29 - Quizvraag
2. Hoogteligging
hoe hoger hoe kouder
per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen: zie kaartje in hotspot!
Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.
De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.