In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Wederkerende werkwoorden Duits
Slide 1 - Tekstslide
In dieser Stunde
*uitleg wederkerende werkwoorden
*wanneer krijg je welke naamval
*aan de slag met de werkwoorden
Slide 2 - Tekstslide
Reflexive Verben
Leerdoel:
- ik weet wanneer een Dativ of Akkusativ komt
- ik kan de juiste naamval gebruiken na een wederkerend werkwoord
Slide 3 - Tekstslide
Een wederkerend werkwoord
heeft een wederkerend voornaamwoord, zoals ‚zich‘ in het Nederlands.
Voorbeelden: zich vergissen > ik vergis me
zich verheugen > hij verheugt zich
Slide 4 - Tekstslide
Wederkerende werkwoorden
'zich' wordt in het Duits: sich en past zich aan de persoon aan
Slide 5 - Tekstslide
Wederkerende werkwoorden
Om de wederkerende werkwoorden te kunnen gebruiken, moet je een werkwoord kunnen vervoegen.
Hoe ging dat ook alweer?
Slide 6 - Tekstslide
Een werkwoord in de o.t.t. vervoegen
Een werkwoord vervoegen:
stam + (fe) E – ST – T – EN – T – EN stam= hele werkwoord (= infinitief) minus -en/-n
Slide 7 - Tekstslide
Wederkerend werkwoord 'sich beeilen" (= haasten)
ich beeil emich ik haast me du beeil stdich jij haast je er/sie/es beeil t sich hij/zij/het haast zich wir beeil enuns wij haasten ons ihr beeil t euch jullie haasten je sie/Sie beeil ensich zij haasten zich/ u haast zich
Slide 8 - Tekstslide
Probiere es nun selbst aus ...
Slide 9 - Tekstslide
Vervoeg: 'sich freuen' (= zich verheugen) in de 'ich'-vorm
Slide 10 - Open vraag
Vervoeg 'sich leisten' (= zich veroorloven) in de 'er'-vorm
Slide 11 - Open vraag
wederkerend werkwoord en de juiste naamval
Je kunt of de 4e of de 3e naamval gebruiken.
Als je een lijdend voorwerp in de zin heb moet je bij het persoonlijke voornaamwoord de 3e naamval toepassen.
Ich wasche mir die Hände.
Is er geen lijdend voorwerp pas je de 4e naamval toe.
Ich wasche mich.
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Ich dusche
A
mir
B
mich
Slide 14 - Quizvraag
Ich wasche ... die Haare
A
mir
B
mich
Slide 15 - Quizvraag
Ich freue ... auf die Ferien
A
mir
B
mich
Slide 16 - Quizvraag
maak af (wederkerend werkwoord): Wir haben... über das Thema unterhalten.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.