Andere werkwoorden zijn toevallig wederkerend: Ze kunnen zowel zonder als met wederkerend voornaamwoord voorkomen.
Bijvoorbeeld:
- Zich wassen – Ik was me. – Ich wasche mich.
Ik was mijn hond. – Ich wasche meinen Hund.
- Zich scheren – Hij scheert zich. – Er rasiert sich.
Hij scheert zijn baard. – Er rasiert seinen Bart.