De stokjes (redbull) is de spanning (volt) bepaald door de spanningsbron.
De snelheid van de leerlingen is de
stroomsterkte (ampere).
Slide 5 - Tekstslide
Eenheden
Stroom in Ampere- A
Spanning in Volt v
Spanningsbron geeft dus volt aan.
Slide 6 - Tekstslide
Vermogen berekenen
Slide 7 - Tekstslide
Je kunt uitleggen wat een schakelschema is en de belangrijkste symbolen toepassen
Schakelschema
Batterij
Lampje
Schakelaar
snoeren
Slide 8 - Tekstslide
Schakelschema
Het schakelschema
Een tekening van een schakeling noem je een schakelschema. Bij het tekenen van een schakelschema gebruik je symbolen. Er zijn symbolen voor een batterij, een schakelaar en een lamp.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld schakelschema
Symbolen voor schakelschema
Slide 10 - Tekstslide
LDR
Light Demepdent Resistant
Lichtgevoelige weerstand.
Hoe meer licht op de LDR valt, des te lager de weerstand.
Buitenlampen of camera met flitser
Slide 11 - Tekstslide
Weerstand (R)
Een apparaat levert weerstand. Des te groter de weerstand, des te kleiner de stroomsterkte wordt.
grootheid
symbool
eenheid
symbool
weerstand
R
ohm
Ω
Slide 12 - Tekstslide
NTC
De NTC is een weerstand die gevoelig is voor warmte, het is dus een temperatuursensor.
De NTC heeft een hoge weerstand als het koud is en een lage weerstand bij warmte.
Slide 13 - Tekstslide
Weerstand berekenen
Slide 14 - Tekstslide
krachten tekenen
Slide 15 - Tekstslide
Een kracht tekenen
Slide 16 - Tekstslide
Krachten tekenen
Slide 17 - Tekstslide
Krachten tekenen
Slide 18 - Tekstslide
kracht berekenen met veer
Slide 19 - Tekstslide
Versnelling
F = m x a
Valversnelling (=g) op aarde is 10 m/s2
Zwaartekracht = m x g
zwaartekracht (op aarde) = m x 10
Slide 20 - Tekstslide
Snelheid berekenen
grootheid
eenheid 1
eenheid 2
afstand (s)
meter (m)
kilometer (km)
tijd (t)
seconde (s)
uur (h)
snelheid (v)
meter per seconde (m/s)
kilometer per uur (h)
Slide 21 - Tekstslide
Snelheid berekenen
v=ts
s=v⋅t
t=vs
Slide 22 - Tekstslide
snelheid berekenen
Slide 23 - Tekstslide
omrekenen m/s naar km/h
Slide 24 - Tekstslide
Het x,t-diagram
Slide 25 - Tekstslide
v,t-diagram
Slide 26 - Tekstslide
Fase overgangen
Slide 27 - Tekstslide
Dichtheid
Dichtheid:
Dichtheid = Het aantal gram van 1 cm³ van een stof
Slide 28 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
Slide 29 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
Slide 30 - Tekstslide
Dichtheid berekenen
Slide 31 - Tekstslide
Voorbeeld:
De frequentie van een huilende baby is 3000 Hz. Bereken de trillingstijd.
Gegevens: Frequentie = 3000 Hz
Gevraagd: = Trillingstijd
Formule: Trillingstijd = 1 / frequentie
Invullen: Trillingstijd = 1 / 3000
Trillingstijd = 0,0003 sec
Slide 32 - Tekstslide
Wat is de trillingstijd?
Trilingstijd is de tijd van 1 trilling
Frequentie = 1/T
bepaal de trillingstijd
Bepaal de frequentie
Slide 33 - Tekstslide
Trillingstijd
''De tijd die 1 trilling duurt''
Bereken uit deze afbeelding de trillingstijd.
Bereken nu de frequentie.
Slide 34 - Tekstslide
Rendement berekenen
Slide 35 - Tekstslide
Rendement
Niet alle energie wordt nuttig gebruikt. Door het percentage nuttige energie te berekenen, kun je het rendement vinden.