VCA D1. Ongevallen
1 / 12
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is een voorbeeld van een ongeval?
A
een hamer valt van een steiger op het hoofd van een voetganger
B
een bouwvakker struikelt over een steen, hij valt maar mankeert niets
C
een blootliggende kabel staat onder spanning
D
je rijdt met je fiets tegen de muur
Slide 3 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is juist?
A
je hoeft een bijna-ongeval niet te melden
B
je moet een bijna-ongeval altijd melden
C
je hoeft een bijna-ongeval niet te melden als je de situatie zelf oplost
Slide 4 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is geen voorbeeld van een noodsituatie?
A
een vulkaanuitbarsting
B
de koffie is op
C
een grote brand
D
een ontruimingsoefeningen
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Ongevallen moet je direct melden
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een incident is een ongewenste gebeurtenis met of zonder schade of letsel
A
juist
B
niet juist
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een ongeval en een bijna-ongeval zijn eigenlijk hetzelfde
A
ja
B
nee
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Preventie is de hulp na het ongeval
A
dit klopt
B
dit klopt niet
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waardoor kan een noodsituatie ontstaan?
A
Er steekt plotseling een storm met windkracht 6 op.
B
Het bedrijf heeft niet meer voldoende werk
C
Er ontsnapt op ongecontroleerde wijze gas
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
wat moet je doen als het
evacuatie alarm afgaat?
evacuatie alarm afgaat?
Slide 11 - Woordweb
Onmiddellijk het werk onderbreken
Instructies van de werkgever "> opdrachtgever opvolgen
Zich naar de evacuatie plaats begeven
Geen liften gebruiken
Bij aankomst op de evacuatie plaats je aanwezigheid melden
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
